Het coalitieakkoord van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie wordt gemengd ontvangen. Terwijl de werkgeversorganisatie VNO-NCW spreekt van “een heel compleet akkoord”, is vakbond FNV teleurgesteld over de magere verhoging van het minimumloon met 80 cent per uur. “Op deze manier gaan we mensen echt niet uit de armoede halen”, stelt voorzitter Tuur Elzinga.
De linkse oppositie is kritisch over de plannen. Met name de bezuinigingen op de zorg kunnen op veel kritiek rekenen. Lilianne Ploumen (PvdA) vindt dat onbegrijpelijk “ in een tijd van een pandemie ”. Jesse Klaver is evenmin te spreken over de “onverstandige bezuiniging van 5 miljard op de zorg”. De GroenLinks-leider vindt dat het kabinet de salarissen in de zorg juist moet verhogen. “We hebben door corona gemerkt hoe belangrijk goede zorg is.” Lilian Marijnissen noemt het coalitieakkoord vanwege de bezuinigingen “een mes in de rug van de zorg”.
Ook is de SP-voorvrouw ontevreden dat de AOW niet meestijgt met de verhoging van het minimumloon. Ze karakteriseert Rutte-IV als “een ongeloofwaardige doorstart van Rutte-III”. Om dezelfde reden twijfelt Klaver aan de plannen van het kabinet. Het grootste verschil met de vorige coalitie is volgens hem dat Pieter Omtzigt weg is. “De problemen waar we voor staan zijn niet nieuw, en deze coalitie ook niet. Als ze echt verandering willen hadden ze het allang kunnen doen. Dat maakt het ongeloofwaardig.”
Milieudefensie vindt dat het nieuwe kabinet de industrie de hand boven het hoofd houdt met subsidies voor CO2-opslag en kernenergie. “35 miljard voor verduurzaming klinkt goed, maar in plaats van een klimaatplicht, krijgt de industrie nu geld toe om te verduurzamen.”
Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) wijst erop dat het kabinet miljarden uittrekt om de stikstofcrisis te verplaatsen , “van Gelderland naar Flevoland, van Brabant naar Noord-Nederland”. “Krimp veestapel opnieuw ‘t grote taboe”, twittert zij.