Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Chinatown Katendrecht en het genegeerde leed van de Chinese migranten

  •  
22-04-2024
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
2114 keer bekeken
  •  
5734723501_e3cf2dd216_o

© cc-foto: Roel Wijnants

Wie kent ze niet? De pindaChinees (“Pinda lekka!”), de poepChinees en natuurlijk de evergreen “De Chinees doet veel meer met vlees!”. En wat te denken van dat koddige Chinese wasbaasje in de Lucky Luke-strips?  Deze figuren dragen allemaal een vlecht, hebben grote voortanden en zijn zonder uitzondering lid van de éen of andere Triade.

In 1936 maakte striptekenaar Hergé gelukkig al gehakt van deze mythe in zijn ‘Kuifje en de Blauwe lotus’. De detectives Jansen en Janssen verbeeldden hierin het volslagen belachelijk Westers stereotype-denken en werden door iedereen uitgelachen. Alhoewel, iedereen? Minister van Justitie Jan Donner (1926-1933 en later tot 1961 werkzaam voor de Hoge Raad der Nederlanden), formuleerde zijn ideeën aangaande huwelijken van Westerlingen en Chinezen nog 'fijntjes' aldus: “Als een volk zijn nationaliteitsgevoel verliest, dan worden zijn vrouwen misbruikt door Chineezen en ander Aziatisch ongedierte”. (eerder vermeld in het boek ‘Chineezen en ander Aziatisch ongedierte’ van H.J.J. Wubben, Walburgpers 1986).

Er bestaat dus geen enkele twijfel over hoe men destijds tegen de Chinese gemeenschap aankeek.

Onlangs boekstaafde NederChinees David Zee (trots zelfbenoemd ‘Kapenees’) de ooit grootste Chinese gemeenschap van Europa, gevestigd op het Rotterdamse schiereiland Katendrecht. Als zoon van een Hollandse moeder en Chinese vader schetst hij daarin die, tot nog toe voor de meesten van ons, volstrekt onbekende vaderlandse historie aan de hand van zijn eigen familiegeschiedenis.

Daarbij vallen de schandalige schellen van je ogen en kleuren de onwetende wangen schaamrood. Onze Hollandse vooringenomenheid aangaande dit deel van onze bevolking is namelijk zondermeer schokkend te noemen. Erger nog, doordat deze mensen niets konden omdat ze niets móchten werden ze tegen wil en dank gedwongen een gesloten samenleving te vormen die elkaar hielp te (over-)leven. “Chinezen vegen hun eigen straatje schoon” luidt daardoor het algemeen besef.  Ja ammehoela! Voor het aantreden van de eerste Spaanse en Turkse gastarbeiders waren zij al een grote uitgebuite groep zonder enige status, waar de excuuscultuur van nu volledig aan voorbij gaat.

Dat hoeft ook helemaal niet van Zee (alhoewel enig eerherstel beslist op z’n plaats zou zijn). Hij wil ons met zijn levensverhaal slechts op de hoogte brengen van een stuk vaderlandse geschiedenis waarvan de schoolboekjes nooit met éen woord repten. De nuchtere Rotterdammer opent ons simpelweg de ogen aangaande dit bevolkingsdeel waarvan wij zo verdomd weinig wisten én weten.

Rotterdams Katendrecht blijkt in de 19e eeuw al een smeltkroes van Griekse, Scandinavische en Chinese cultuur. Omdat de Zeeliedenbond zijn leden én kadepersoneel tot staken aanvuurt worden de eerste Chinezen vooral als stakingsbrekers uit Londen gehaald. Vervolgens vallen zij ten prooi aan slaapbazen die hen in zogenaamde ‘boarding houses’ ophokken en uitbuiten. Zo leefden er per verdieping zomaar dertig tot veertig Chinezen die daarvoor vijf gulden aan de ‘pensionhouders’ betaalden. Op hun beurt betaalden die bazen zelf vijf gulden per verdieping en verrijkten zich zodoende op schandalige wijze.

Naast de schrijnende omstandigheden waarin de Chinezen leefden verhaalt Zee over de interactie van de Chinezen en de Hollandse bevolking. Over de status van de Nederlandse vrouwen die met Chinese mannen trouwden bijvoorbeeld.  Zij werden feitelijk op slag ‘statenloos’ en zijn moeder mocht pas in 1975 haar staatsburgerschap ‘terugkopen’ voor 3500 gulden(!).

De keerzijde van het verhaal, het latere verval van Katendrecht en de opkomst van prostitutie en de georganiseerde misdaad wordt niet geschuwd. Zee beschrijft hoe alle gestapelde (voor-)oordelen de bloeiende buurt langzaam deden afglijden tot een buurt vol hoeren, gokhuizen en algeheel verval.    Boeiend, onluisterend en bovenal verrijkend relaas over een bijna onzichtbaar verleden.

Chinese Kees, Mijn vader, mijn opa, mijn familie in Chinatown Katendrecht door David Zee, uitgegeven bij Stichting Verhalenhuis Belvédere.

cc-foto: Roel Wijnants

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.