Met SBP certificering keurt (hout)slager eigen vlees.
Uit een rapport, deze week gepubliceerd door vijf (inter)nationale milieuorganisaties, blijkt dat het grootste gehanteerde certificeringsprogramma (SBP) voor houtkap niet voldoet aan de Nederlandse duurzaamheidscriteria voor biomassa. Een klassieke situatie van de (hout)slager die zijn eigen vlees keurt, nu blijkt dat deze certificatie volledig wordt overgelaten aan de houtpelletbedrijven zelf waardoor een legitieme, objectieve en effectieve duurzaamheidsstandaard voor biomassa-energie ontbreekt. Toch verstrekt de Nederlandse regering miljarden euro’s aan biomassasubsidies (SDE++) aan energiebedrijven op basis van deze SBP-certificatie. Nu blijkt dat SBP-certificering geen garantie is dat aan de subsidie (SDE++) criteria wordt voldaan, dient de Nederlandse overheid de subsidies voor houtpellets die door SBP zijn gecertificeerd, stop te zetten en het besluit om SBP-certificering te erkennen als bewijs dat aan de SDE++-criteria wordt voldaan, te herroepen.
Met het certificeren van ‘duurzaam bosbeheer’ wordt beoogd kopers van hout voor biomassa (energiebedrijven) de garantie te geven dat zij houtpellets aanschaffen die afkomstig zijn uit duurzaam beheerde bossen waarbij rekening is gehouden met sociale, ecologische en economische aspecten. Hoewel de energiebedrijven die pellets verbranden in Nederlandse kolencentrales details over hun toeleveringsketen geheim houden, is bekend dat Enviva (in het zuidoosten van de VS) en Graanul Invest (in Estland) grote hoeveelheden pellets leveren aan Nederland. Belangrijk uitgangspunt voor de Nederlandse regering hierbij is dat door de SBP gecertificeerde pellets automatisch geacht worden te voldoen aan de Nederlandse duurzaamheidsnormen.
De uitkomsten komen in dezelfde week waarin bekend wordt dat grote westerse energiebedrijven recordwinsten maken. Een doorn in het oog voor velen. Zeker nu miljoenen mensen worstelen met torenhoge energierekeningen. In reactie op het nieuws dat energiebedrijven recordwinsten maken, kondigde de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een onderzoek aan naar de drie grote energiebedrijven Essent, Eneco en Vattenfall. Volgens ACM dienen ‘leveranciers transparant te zijn’ met betrekking tot markt- en consumentprijzen. Precies deze energiebedrijven zijn intensief betrokken bij de internationale houthandel voor biomassaverbranding. De enige manier om tot een objectieve vorm van conformiteitsbeoordeling te komen is wanneer een proces (houtkap in dit geval) voldoet aan de certificatie-eisen, vastgesteld door externe controle. Ofwel een onafhankelijk toezichtsorgaan op grote afstand van direct belanghebbenden zoals overheden en houtpelletbedrijven. Dit is de enige manier om certificatie uit te voeren en vermeende fraudeurs op te sporen.
Nederlandse houtimport verachtvoudigd
De Nederlandse import van houtpellets is tussen 2017 en 2020 meer dan verachtvoudigd, doordat RWE, Uniper en Onyx het meestoken van biomassa in hun kolencentrales hebben opgevoerd. Momenteel komt het overgrote deel van die pellets uit het zuidoosten van de VS, maar er worden ook aanzienlijke hoeveelheden geïmporteerd uit de Baltische staten. Het stoken van houtpellets in grote elektriciteitscentrales is alleen mogelijk dankzij genereuze subsidies voor duurzame energie in het kader van de Nederlandse SDE++. Om voor die subsidies in aanmerking te komen, moet het hout voldoen aan een aantal SDE++ duurzaamheids- en broeikasgaseisen. Sinds eind 2019 voldoen alle pellets die gecertificeerd zijn door het Programma Duurzame Biomassa (SBP) automatisch aan die criteria.
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de beslissing van de Nederlandse autoriteiten om te oordelen dat alle SBP-gecertificeerde houtpellets voldoen aan de nationale duurzaamheids- en broeikasgasnormen, niet gerechtvaardigd is. De bevindingen laten zien dat de SBP geen geloofwaardige controle van toeleveringsketens of verificatie van beweringen van pelletproducenten biedt en dat de interpretatie van criteria in strijd is met wat vereist is op grond van de SDE++-regeling. Aangezien alle SBP-gecertificeerde pellets automatisch kunnen worden verbrand met SDE++-subsidies in Nederland, is het hier gevonden bewijs relevant, ongeacht of de pellets inderdaad afkomstig zijn van bijvoorbeeld de besproken Amerikaanse pelletfabriek Ahoskie van Enviva. Informatie over de herkomst wordt ten onrechte niet openbaar gemaakt door energiebedrijven.
Ook blijkt een gebrek aan adequaat onderzoek van beweringen van pelletproducenten en door hen verstrekte informatiebronnen. Zo claimt bijvoorbeeld Enviva, ’s werelds grootste houtproducent in de VS, dat ‘bos- en kaalkap’ van bossen rijk aan wilde dieren "ecologisch voordelen" heeft. De certificeerder (SCS Global) accepteerde kritiekloos de bewering van Enviva ondanks sterke bewijzen van het tegenovergestelde. Daarnaast blijkt inconsistente interpretatie van bewijsmateriaal door certificeerders: de regionale risicobeoordelingen voor Letland en Estland, beide uitgevoerd door Preferred by Nature, spreken elkaar tegen wat betreft de gevolgen van houtkap voor bosvogels. In het geval van Letland wordt houtkap geclassificeerd als een risico voor bosvogelsoorten. In het geval van buurland Estland worden sommige van dezelfde bosvogelsoorten niet geacht risico te lopen door houtkap.
Onder de huidige certificering wordt uitgegaan dat de koolstofopslag ('sink') van bossen sowieso voldoende blijft, ongeacht de mate van bos- en kaalkap. Zelfs wanneer bossen (zoals in Estland) recentelijk een netto bron van koolstofemissies zijn geworden. Dit gebeurt door te vertrouwen op modellen over toekomstige boomgroei, ondanks het feit dat het International Panel on Climate Change (IPCC) heeft gesteld dat we geen decennia aan tijd meer hebben om de koolstofemissies te verminderen voor stabilisatie van het klimaat.
Deze uitkomsten komen op een cruciaal moment, namelijk voorafgaand aan drie gebeurtenissen die bepalend zijn voor de toekomstige omgang met biomassaverbranding de komende 5-15 jaar: 1. Europese vaststelling van de nieuwe duurzaamheidsrichtlijn in de afrondende trilogen op 7 februari a.s.; 2. Nederlandse parlementaire hoorzitting over subsidies voor biomassa-energie op 16 februari; en 3. Nederlandse vaststelling van het duurzaamheidskader voor biomassa dit voorjaar, door minister Rob Jetten. Nu blijkt dat SBP- certificering geen garantie is dat aan de subsidie (SDE++) criteria wordt voldaan, roepen wij de Nederlandse overheid op de subsidies voor alle houtpellets die door SBP zijn gecertificeerd, stop te zetten en het besluit om SBP-certificering te erkennen als bewijs dat aan de SDE++-criteria wordt voldaan, te herroepen.
Voorts zijn wij van mening dat er een einde moet komen aan de biomassaindustrie en dat alle subsidies voor biomassaenergie moeten worden aangewend voor maatregelen die de uitstoot van broeikasgassen echt verminderen, in plaats van toenemen.
Over de auteurs:
Drs. Almuth Ernsting
Hoofd Onderzoeker en Campaigner, Biofuelwatch (VK)
Dr. Fenna Swart
Voorzitter Comité Schone Lucht (NL),
Hoofd Onderwijs & Onderzoek, Hogeschool van Amsterdam