Het verschijnsel van mannen die veel herrie willen maken met auto’s en motoren rukt over de hele wereld op, aangejaagd door winstbejag
Door de straat klinkt plots het ongekend luide gebrul van een verbrandingsmotor. Het lijkt op het gehoor afkomstig uit een horrormovie en zwelt aan tot een decibelniveau dat pijn doet aan de oren. Je merkt dat alle voetgangers onwillekeurig reageren. Sommigen kijken al dan niet angstig of geërgerd in de richting van de lawaaimaker. Anderen negeren de herrie zo nadrukkelijk dat het opvalt. Misschien zijn ze al doof. Dan rijdt de auto voorbij. Vaak veel te hard voor een gewone winkelstraat, of überhaupt de bebouwde kom.
Het wachten is tot de volgende er aan komt. En dat die komt is zeker want de straten van de stad zijn voor een bepaald type man, het zijn altijd mannen al schijnen er ook vrouwen te zijn die smachten naar deze teringherrie, een soort circuit van Zandvoort geworden. Je kunt er allerlei verklaringen voor verzinnen: baltsgedrag, compensatiedrang, machtswellust of de gewoonte van een bepaald type man om altijd zoveel mogelijk ruimte voor zich op te eisen. Een soort audio-versie van manspreading. Maar misschien is het gewoon banale imitatie. Mensen die graag origineel willen zijn doen meestal anderen na, zeker als die in Hollywood gloriëren. De trend zou z’n oorsprong vinden in de filmhitserie The Fast & the Furious, de lucratiefste serie uit de geschiedenis van studio Universal. Begonnen in 2001 zijn ze inmiddels bij deel 9.
Dat zou ook verklaren waarom het verschijnsel van mannen die veel herrie willen maken met auto’s en motoren over de hele wereld oprukt. Het gedrag wordt aangejaagd door winstbejag van de entertainmentindustrie. Dat wordt nog verergerd door de auto-industrie. Als je op hun pr-uitingen afgaat zou je de indruk krijgen dat autofabrikanten een toonbeeld zijn van maatschappelijk bewust ondernemen. De praktijk is anders. Zoals ze eerder al met sjoemelsoftware klimaatmaatregelen ontdoken, zo saboteren ze nu de leefbaarheid door auto’s speciaal voor deze overlast te fabriceren.
“De nieuwste Audi RS3 wordt in de automedia aangeprezen als ‘rauw, luid en karaktervol’. De motor van deze supersnelle auto heeft een ‘ietwat roffelend geluid’. En Audi ‘zet de hele trukendoos open om dit geluid extra kracht bij te zetten’. ” schreef het AD vorige maand. “De Audi RS3 heeft als primeur volledig variabele kleppen in de uitlaat, ‘waarmee de bestuurder zelf kan kiezen hoe indringend het geluid is’.’” Mercedes doet hetzelfde: auto’s maken die zoveel mogelijk lawaai produceren.
De politiek reageerde verbijsterd, althans in Rotterdam waar een ‘zomeroffensief’ is gestart tegen de overlast van dit soort auto’s. Lokale politici willen dat de Rijksoverheid de fabrikanten ‘aan gaat spreken’. Dat zal ze leren. “Een auto op de markt brengen met nadrukkelijke opties om extra – niet functioneel – geluid te produceren is niet echt meer van deze tijd,” constateert een lokale politicus genuanceerd.
Opvallend is dat de overheid zich zo machteloos verklaart. Althans in Nederland. Een straaljager mag niet boven de stad vliegen, als je muziek te hard draait tijdens een feestje wordt de installatie in beslag genomen, een festival dat te veel herrie maakt raakt prompt z’n vergunning kwijt maar tegen brullende motoren in het stadsverkeer staat de politie kennelijk machteloos. Schijnt iets met wetgeving te zijn waar een maas in zit die zo groot is dat de herriejunks er dwars doorheen scheuren. Of misschien komt het toch doordat de politiek hier in Nederland jarenlang gevaccineerd is tegen ‘betutteling’ en nauwelijks nog regels durft te stellen.
In de Belgische stad Gent laat de politiek het er niet bij zitten. Daar is een speciale verordening aangenomen waarmee de politie dergelijke auto’s meteen in beslag kan nemen. Pas na 72 uur krijgt de eigenaar de overlastmachine weer terug. Na het betalen van een gepeperde rekening voor de wegsleepkosten.
Zo zouden ze dat hier ook moeten aanpakken, dacht ik eerst. Totdat ik in het Rotterdamse centrum een wegbarricade zag met de mededeling dat de populaire flaneerstraat de Meent in de avonduren afgesloten is voor autoverkeer vanwege geluidsoverlast. Ineens viel het spreekwoordelijke kwartje. De auto-industrie is zichzelf aan het overschreeuwen. Door modellen te maken en promoten die zoveel overlast veroorzaken, lukt het in autostad Rotterdam eindelijk om straten afgesloten te krijgen voor alle auto’s. Dat is nog eens een gunstige ontwikkeling. Al het gebruikelijke conservatieve gepiep over ‘autootjepesten’ wordt overstemd door lawaai van de automakers zelf. De herrie is het effectiefste hulpmiddel om de auto uiteindelijk terug te dringen uit de stad. Iedere straat waar auto’s verdwijnen wordt leefbaarder. Ineens ben ik de herrierijders anders gaan zien. Ik steek nu mijn duim op als ze voorbij komen. Hoe meer straten ze terroriseren, hoe beter.