Ankie Broekers-Knol kan haar even bizarre als hardvochtige beleid ten aanzien van de duizenden mensen die onder het generaal pardon van 2007 vallen, niet meer uitleggen. Dat valt althans op te maken uit een ontluisterend interview van 1Vandaag waarin de staatssecretaris een poging doet om duidelijk te maken waarom de ene ‘pardonner’ wel een paspoort krijgt en de andere niet.
Veel mensen die in 2007 te horen kregen dat ze de rest van hun leven in Nederland mogen blijven, hebben nog altijd geen Nederlands paspoort. Dat levert grote problemen op. Zo mogen ze niet stemmen, en ook werk vinden, studeren en reizen is een groot probleem.
Broekers-Knol besloot eind april na aandringen van de Tweede Kamer dat iedereen die onder het generaal pardon viel én die in 2007 minderjarig was, een paspoort kan aanvragen zonder dat er bizarre documentatie-eisen worden gesteld.
Volgens SP’er Jasper van Dijk heeft de staatssecretaris daarmee half werk geleverd. Zevenduizend ‘pardonners’ die in 2007 al meerderjarig waren of niet waren geboren, kunnen nog altijd fluiten naar een Nederlands paspoort. Dat betekent dat er gezinnen zijn waar het ene kind wel een paspoort heeft en het andere niet.
“Hier in de Kamer hebben we het vaak over integratie, dat je succesvol mee moet doen, maar dan moet je mensen ook de gelegenheid bieden”, zegt Attje Kuik (PvdA) tegen 1Vandaag. “De basisvoorwaarde, een paspoort hebben, is daarbij van groot belang.”
Terwijl duizenden mensen in onzekerheid leven, maakt Broekers-Knol ondertussen gebruik van de bekendste Haagse vertragingstactiek: ze wacht nieuw onderzoek af.