WikiLeaks-oprichter Julian Assange mag worden uitgeleverd aan de Verenigde Staten. Dat heeft de Britse minister van Binnenlandse Zaken Priti Patel beslist. Eind vorig jaar al oordeelde het Britse hooggerechtshof dat er geen juridische bezwaren waren tegen uitlevering. De VS willen Assange berechten voor spionage omdat hij Amerikaanse oorlogsmisdaden wereldwijd aan het licht heeft gebracht. Patel zou eerst van de Amerikanen de garantie willen hebben dat Assange niet wordt geëxecuteerd.
Dat na een lange tocht langs de gerechtshoven, nu ook het ministerie de seinen op groen zet om Assange aan de Amerikanen te geven, betekent dat nog niet dat hij nu ook direct op transport wordt gezet. Vermoedelijk startten zijn advocaten direct een nieuwe procedure op waarin wordt bepleit dat het Amerikaanse uitleveringsverzoek politiek gemotiveerd is, en niet juridisch, en dat zijn vrijheid van meningsuiting in het geding is. Het is echter nog maar de vraag of dat Assange veel extra tijd geeft. Het ministerie zegt in een verklaring:
‘In deze zaak hebben de Britse rechtbanken geoordeeld dat het niet onderdrukkend, onrechtvaardig of een gerechtelijke dwaling zou zijn om de heer Assange uit te leveren. Evenmin hebben ze geconstateerd dat uitlevering onverenigbaar zou zijn met zijn mensenrechten, waaronder zijn recht op een eerlijk proces en op vrijheid van meningsuiting, en dat hij in de VS passend zal worden behandeld, ook in verband met zijn gezondheid.’
Assange zit sinds 2019 in een Britse cel, nadat hij zich daarvoor jarenlang schuilhield in de Ecuadoriaanse ambassade in Londen. Assange publiceerde in 2010 de video ‘Collateral Damage’, geheime beelden van het Pentagon waarop te zien is hoe Amerikaanse militairen in Irak in 2007 oorlogsmisdaden begaan bij een helikopteraanval.