In april 2022 kondigde de Britse regering een vijfjarig proefproject aan om migranten die het Verenigd Koninkrijk illegaal binnenkomen naar het Afrikaanse Rwanda te vliegen om daar hun asielprocedure af te wachten. Komen zij daarvoor in aanmerking dan kunnen zij in Rwanda asiel krijgen. Indien niet dan kunnen zij zich daar op andere gronden vestigen of asiel aanvragen in een ander veilig land.
Doel van het plan is om de vele illegale migranten, van wie de meesten jonge mannen zijn met economische oogmerken, af te schrikken om naar het VK te komen en de criminele bendes van mensensmokkelaars op te breken. Staken er in 2018 slechts een paar honderd migranten in kleine bootjes met succes het Kanaal over, in 2022 waren het er 45.000.
Enkele dagen geleden bracht het Britse Hof van Beroep het Rwanda-plan een zware slag toe. Twee van de drie bevoegde rechters oordeelden dat Rwanda geen veilig land is vanwege “tekortkomingen” in het asielsysteem daar. Daardoor zouden sommige asielzoekers kunnen worden teruggestuurd naar hun land van oorsprong en aan mogelijke vervolgingen bloot komen te staan. “Tenzij en totdat” die tekortkomingen zijn verbeterd is het verplaatsen van asielzoekers daarom onwettig. De derde rechter stelde daarentegen dat het plan een “krachtige bescherming” bood aan iedere migrant die naar Rwanda zou worden gevlogen.
Het besluit van het Hof van Beroep was de zoveelste hindernis in het parcours van het Rwanda-plan. Vanaf het allereerste begin stelden advocaten van asielzoekers en Britse hulporganisaties voor migranten alles in het werk om het regerings-initiatief te saboteren, inclusief juridische procedures. Zo kon bijvoorbeeld de eerste, voor juni vorig jaar geplande, Rwanda-vlucht niet vertrekken. Op het allerlaatste moment besloot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg dat het overbrengen van de migranten met die vlucht hen “onherstelbare schade” zou berokkenen.
Het besluit van het Hof van Beroep staat haaks op het oordeel van het Britse “High Court” uit december 2022 dat het Rwanda-plan niet in strijd is met het internationale Vluchtelingenverdrag uit 1951 (Verdrag van Genève). Er wordt nogal eens gedacht dat landen waar migranten zich voor asiel melden verplicht zijn om de asielaanvraag daar af te handelen. Maar het internationale Vluchtelingenverdrag stelt slechts dat migranten die zich melden voor asiel niet mogen worden door- of teruggestuurd naar landen waar hun “leven of vrijheid bedreigd zou worden vanwege ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep of politieke mening.” Zelfs de VN Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) brengt er sinds 2019 vluchtelingen onder, de plaatselijke vertegenwoordiger van die organisatie beschrijft het als een “heel veilige plek.”
De Britse regering is inmiddels in beroep gegaan tegen het besluit van het Hof van Beroep bij het Opperste Gerechtshof. Britse deskundigen menen dat zij daar een redelijke kans van slagen heeft, zeker wanneer de regering oplossingen vindt voor de juridische bezwaren van het Hof van Beroep. Dat lijkt doenbaar, maar zal wel nog het nodige overleg met Rwanda vergen.
Indien later blijkt dat ondanks al deze inspanningen het Rwanda-project definitief niet kan worden uitgevoerd bestaat de mogelijkheid dat Britse Conservatieven het initiatief zullen nemen om het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens op te zeggen. Dat Verdrag heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ingesteld dat de afgelopen decennia uitspraken heeft gedaan die de mogelijkheden van regeringen om immigratie te beperken sterk hebben beknot. Ook in Nederland gaan er inmiddels stemmen op om om die reden uit het Verdrag te stappen, een jamais vu voor een land dat de internationale rechtsregels zo hoog in het vaandel heeft."