In mijn opvoeding heb ik mee gekregen dat mannen niet huilen, mannen moeten sterk zijn, mannen moeten hun emoties niet laten zien. Mama, het interesseert mij niet wat de anderen over mij denken
Vandaag is precies 7 jaar gelden dat je onverwacht en tegen alle afspraken ons verliet en nooit meer terugkwam. Weet je het nog dat we een afspraak hadden om jou en baba voor drie maanden naar Hollanda te laten komen. Voor jouw hartklachten lag je in het ziekenhuis in Istanbul. We maakten toen grapjes. Je zei: Mijn zoon ik zal de groeten doen aan al die overleden familieleden en ik zei: Ana (mama) seme mergi wexto zehfu , voor jou is nog te vroeg om dood te gaan. Blijkbaar wist jij het wel maar ik wist het niet. We gingen het gesprek afronden met de volgende afspraak dat ik jou en baba ging uitnodigen voor 3 maanden om naar Hollanda te komen.
Je zei nog: “Als ik daar ben ga ik voor mijn zoon koken, zijn afwas doen, zijn huis schoonmaken.” Hoe had ik kunnen weten dat je op 13 maart ’15 onverwacht, ongepland, in alle stilte, zonder wat te zeggen voor altijd zou vertrekken. 13 maart 2015, vrijdagochtend. Ik stond vroeg op, zoals ik vaak doe. Even sporten, douchen, mijn tas inpakken en de deur uit, op naar mijn werk. Dat was mijn plan. Toen ging mijn telefoon, het was mijn oudste broer die mij belde. Ik vond het vreemd want hoezo belt hij mij zo vroeg op?
‘Met Celal,’ zei ik. Aan de andere kant hoorde ik een huilende stem en die zei opeens ‘Mama is er niet meer’. Ik begreep de boodschap niet helemaal goed en vroeg ‘Wat bedoel je, mama is er niet meer? Hee, wat? Is mama dood?’ en ik vroeg door, tegen mijn zin in: ‘Is mama dood?’ en ik praatte steeds luider. ‘Ja broertje, mama heeft ons alleen achtergelaten,’ zei mijn broer, een volwassen man, maar zijn stem was als die van een jongetje van acht jaar.
‘Nee, het is niet waar wat je zegt, mama is niet dood!’ schreeuwde ik tegen hem. Want mijn oren wilden het woord dood niet horen, mijn ogen zochten naar jou, mijn handen wilden jouw handen vastpakken om te voorkomen dat je wegging. Ik voelde me als een klein kind, van de grote Celal bleef niets over. Ik zat op mijn bed, in mijn eentje en bijna vijfduizend kilometer ver van jou, ver van Amed (Diyarbakir.) Ik had gezelschap van mijn tranen en verder van niemand.
Je bent natuurlijk nu niet meer alleen want jouw geliefde, mijn vader is ook bij jou. Jullie waren onafscheidelijk. Hoe gaat het met jou sinds jullie weer samen zijn? Maken jullie soms ruzie? Is baba nog steeds jaloers? Weet je het nog, in 2002 zei je tegen mij: “Mijn zoon, je weet hoe erg jouw vader jaloers kan zijn en ik wil niet dat je het zelfde doet met jouw toekomstige vrouw.”
Weet wat ana, vanaf 13 maart 2015 tot 14 september 2020 had baba een wens, dat was zo snel mogelijk jouw kant op te komen. In december 2018 heb ik hem en Sifa voor een paar weken uitgenodigd. Hij miste jou heel erg en op 14 september 2020 is zijn wens uitgekomen en hij is ook net als jij in alle stilte, zonder wat te zeggen jouw kant opgekomen.
In mijn opvoeding heb ik mee gekregen dat mannen niet huilen, mannen moeten sterk zijn, mannen moeten hun emoties niet laten zien. Mama, het interesseert mij niet wat de anderen over mij denken maar ik mis jullie nog steeds. Ik mis al die telefonische gesprekken, ik mis jullie stem, ik mis jullie glimlach, ik samen te zingen.
Dood is een feit en we gaan allemaal een keertje dood maar jullie dood was veel te vroeg. Ik hoor je zeggen: “Mijn zoon met ons gaat het goed, hoe is het met jou? Hoe gaat het met jou werk? Hoe gaat het met schrijven? Hoe gaat het mijn kleinkinderen Havin en Avsin?
Mijn liefdevolle mama, met ons gaat het goed. Het leven met jullie was veel mooier, gezelliger en vrolijker dan nu.
Ez beriya sima kena o simara zehf heskena , Ik mis jullie en hou heel veel van jullie