Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Breek met het dogma van economische groei

  •  
09-03-2023
  •  
leestijd 11 minuten
  •  
3167 keer bekeken
  •  
ANP-461556634

We moeten ons dan ook serieus afvragen waarom we per se moeten groeien als dit, voorbij een bepaald welvaartsniveau, niks meer bijdraagt aan onze geluksbeleving of daar zelfs afbreuk aan doet.

Gisteren hield de internationaal gerenommeerde economisch antropoloog Jason Hickel in Tweede Kamer een pleidooi voor degrowth oftewel post-groei. Deze gebeurtenis kan met recht historisch worden genoemd. Dat een gezonde economie een groeiende economie is, is immers sinds de Tweede Wereldoorlog in álle ontwikkelde landen een onaantastbaar dogma, een heilige geloofsbelijdenis bijna. Maar zoals Hickel in alle duidelijkheid liet zien, nu is de tijd gekomen om dit dogma te herzien:

“Men denkt dat het huidige kapitalistische systeem werkt, en dat is duidelijk niet het geval. Volgens de groeicijfers gaat het goed met de economie in Nederland, maar tegelijkertijd is er nog niet voor iedereen voedselzekerheid en betaalbare huisvesting. We moeten ons focussen op wat belangrijk is voor het menselijk welzijn, niet op groei en winst.”

Hickel wijst er ook op dat de ongekende economische groei van de afgelopen decennia – de great acceleration – dé grote aanjager is geweest van de huidige klimaatcrisis en bredere ecologische crisis. Een groeiende economie betekent immers ook evenredige groei in grondstoffenverbruik, afvaluitstoot, bodemuitputting, overbevissing, bomenkap, groeiende veestapels, etc. Dit is op termijn simpelweg onhoudbaar. Het is bekend dat we vijf aardes nodig hebben als de gehele wereldbevolking dezelfde levensstandaard zou genieten als de gemiddelde Amerikaan. We hebben echter maar één aarde, waar we heel zuinig op moeten zijn. We moeten dus leren om met minder welvaart genoegen te nemen, maar dat kan alleen als we ook leren om welvaart eerlijker te verdelen. Als de mensen in ontwikkelde landen een stapje terug in welvaart moeten doen, terwijl we de gigantische kloof tussen rijk en niet-rijk laten bestaan, dan zal er nooit voldoende draagvlak voor degrowth komen.

Degrowth, een groeiende beweging
Het pleidooi van Hickel sluit aan bij een lange reeks van eerdere oproepen van wetenschappers en maatschappelijke organisaties om de ‘gezondheid’ van economieën niet langer af te meten aan eenzijdige economische groei (met name BBP-groei) maar daarvoor gebruik te maken van bredere indicatoren die uitgaan van menselijk, dierlijk en ecologisch welzijn. Dergelijke alternatieve indicatoren voor economische gezondheid zijn er volop, zoals de Brede Welvaartsindicator (BWI), de Genuine Progress Indicator (GPI) of de Better Life Index (BLI).

Deze oproepen om de gezondheid van economieën niet langer aan BBP-groei af te meten, klinken steeds luider. Een goed voorbeeld is de revolutionaire tweet van António Guterres, de secretaris-generaal van de VN, van 6 juni 2022: “Als we bossen vernietigen, aan overbevissing doen of kolen verbranden, dan verhogen we het bruto binnenlands product. Het is tijd om het boekhoudsysteem te veranderen dat de vernietiging van de planeet voorstelt alsof het de productie van rijkdom is.” Net als het pleidooi van Hickel in de Tweede Kamer kan deze tweet van Guterres met recht historisch genoemd worden. Achter Guterres’ onschuldig ogende term “boekhoudsysteem” gaat immers een heel economisch systeem schuil; daarin schuilt het revolutionaire van zijn tweet. Breken met BBP-groei als indicator van economische gezondheid betekent breken met het kapitalisme als zodanig – iets waaraan de politieke elite z’n vingers niet wil branden. Daarvoor zijn ze te verstrengeld met het bedrijfsleven en de rijke elite.

Tot nu toe blijft de heersende politiek dan ook angstvallig weg van dergelijke alternatieven. Het tekent de moed en wijsheid van Guterres dat hij daar lak aan heeft. Zijn boodschap is simpel maar des te urgenter: als we doorgaan op de huidige weg waarin alles opgeofferd wordt aan economische groei – waar bovendien alleen de rijken écht van profiteren – dan hebben we op den duur geen leefbare planeet meer over.

BBP-groei: een omstreden indicator
Het BBP (bruto binnenlands product) geeft simpel gezegd aan wat we jaarlijks met z'n allen in een land verdienen. Of het nu gaat om inkomen uit arbeid (loon) of uit bezit (rente, dividend, huur en pacht), het wordt in het BBP allemaal op één hoop gegooid. En aan de groei van die hoop wordt de gezondheid van een economie afgemeten, waarbij een jaarlijks groeipercentage van drie procent als ideaal geldt. Dat is het heersende dogma sinds de Tweede Wereldoorlog.

Toch zijn er altijd ook tegengeluiden geweest. Zo hebben Nobelprijswinnaars Joseph Stiglitz en Amartya Sen zich in 2010 duidelijk tegen het blindstaren op BBP-groei uitgesproken. In 2018 riepen 238 wetenschappers de Europese Commissie op om economische groei los te laten en zich in plaats daarvan te richten op menselijk welzijn en ecologische stabiliteit. Het jaar daarop publiceerden meer dan 11.000 wetenschappers uit ruim 150 landen een artikel met een oproep aan regeringen om “hun aandacht te verleggen van het najagen van economische groei en overvloed naar het behoud van ecosystemen en de verbetering van het menselijk welzijn”. Zelfs de bedenker van de BBP-indicator in de jaren ‘30, de Amerikaanse econoom Simon Kuznets, waarschuwde dat BBP-groei lang niet alles zegt over de gezondheid van een economie en dat het zelfs schadelijk kan zijn om BBP-groei als belangrijkste criterium te nemen. “Het welzijn van een land kan amper worden afgelezen aan het meten van het nationaal inkomen”, aldus Kuznets.

Economen als Kuznets, Stiglitz en Sen bleven helaas roependen in de woestijn: ondanks hun waarschuwingen groeide het concept van BBP-groei uit tot dé belangrijkste indicator van economische gezondheid. Daar lijkt daar nu langzaam en aarzelend verandering in te komen, getuige de tweet van VN-baas Guterres en Hickels pleidooi in de Tweede Kamer. Hoopgevend is ook dat de ideeën van de degrowth-beweging tevens de belangstelling hebben van de Europese Commissie, waar Hickel in mei aanschuift voor een gesprek. Het is echter van het allergrootste belang dat degrowth-ideeën niet van bovenaf worden opgelegd, maar dat de bredere bevolking daarin wordt meegenomen. Anders kweek je alleen maar tegenstand tegen broodnodige vooruitgang.

Schadelijke activiteiten dragen bij aan BBP-groei
De indicator van BBP-groei gooit, zoals gezegd, alle inkomsten uit economische activiteiten op één hoop en maakt geen onderscheid tussen goede economische activiteiten, die bijdragen aan algeheel welzijn en ecologische stabiliteit, en slechte economische activiteiten die ten koste gaan van welzijn en natuur. Zo worden de verdiensten van brievenbusfirma’s meegerekend in het BBP, terwijl deze firma’s juist belastingontwijking en -ontduiking mogelijk maken. Ook de verdiensten van economische activiteiten die extreem vervuilend zijn worden meegerekend in het BBP, terwijl de maatschappelijke, medische en ecologische kosten van die vervuiling buiten beschouwing worden gelaten.

De door gaswinning veroorzaakte aardbevingsschade in Groningen, bijvoorbeeld, draagt bij aan BBP-groei omdat die schade tot extra economische activiteit leidt (herstel- en versterkingswerkzaamheden) en dus tot extra inkomsten. Als je een heel bos kapt en het hout verkoopt, dan is dat goed voor het BBP. Als je een heel landschap kapot maakt door mijnbouw, dan is dat goed voor het BBP. Als door een olielek een heel natuurgebied geruïneerd wordt, dan is dat goed voor het BBP vanwege de kosten die gemaakt moeten worden voor het opruimen van de olie.

We moeten hierbij ook bedenken dat deze schadelijke effecten van het blindstaren op BBP-groei niet alleen de natuur betreft maar ook de menselijke gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk. Als je mensen harder, sneller en langer laat werken, dan is dat goed voor het BBP ook al gaat het ten koste van levensgeluk en gezondheid. Het cynische daarbij is dat de medische kosten die zo in toenemende mate gemaakt moeten worden, op hun beurt weer bijdragen aan het BBP. Halleluja, de economie groeit! We worden er weliswaar steeds zieker van, maar een kniesoor die daarop let. We worden met z’n allen toch ook steeds rijker? Het is niet voor niets dat burnout inmiddels volksziekte nummer één is. Zoals de Duitse socioloog Hartmut Rosa in zijn boek Leven in een tijd van versnelling laat zien, is de burnout-epidemie hét symptoom van een economie die geobsedeerd is door permanente arbeidsproductiviteitsgroei en een algehele versnelling van het economisch leven.

BBP-groei zegt niets over ongelijkheid
Ook zegt BBP-groei niets over de verdeling van welvaart. Ook al wordt de kloof tussen rijk en niet-rijk steeds groter, zolang de optelsom van alle inkomsten bij elkaar maar blijft groeien gaat het ‘goed’ met de economie. Uit onderzoek blijkt echter dat naarmate de economische ongelijkheid in een land toeneemt, het gemiddelde welzijn juist afneemt. Mensen worden ongelukkig van ongelijkheid. Dat bleek bijvoorbeeld toen een internationaal team van onderzoekers een nieuwe indicator voor economische gezondheid ontwikkelde, het GPI (Genuine Progress Indicator), waarbij ook gekeken wordt naar kwalitatieve criteria zoals sociale cohesie, bereidheid tot vrijwilligerswerk, onderwijsniveau, sociale mobiliteit, niveau van criminaliteit en milieuvervuiling. Uit het onderzoek bleek dat terwijl het mondiale BBP steeds sterk is blijven groeien, het mondiale GPI sinds 1978 juist daalt.

Zoomen we in op Nederland, dan zien we dat de economie ook hier steeds sterk is blijven groeien, terwijl het gemiddelde geluksniveau sinds 1997 gelijk is gebleven en sinds de uitbraak van de coronacrisis zelfs daalt. Wat voegt economische groei dan nog toe? BBP-groei wordt een doel op zich als er geen koppeling meer is met menselijk geluk. Dat is echter de omgekeerde wereld: economische groei moet dienstbaar zijn aan de mens, niet andersom.Binnen de huidige economische machtsverhoudingen is BBP-groei bovendien een aanjager van sociaal-economische ongelijkheid. De rijkste één procent ontvang nu jaarlijks meer dan 20 procent van het mondiale BBP, de rijkste vijf procent ontvangt zelfs 50 procent. En dit percentage van het BBP dat naar de allerrijksten gaat, groeit elk jaar. BBP-groei komt dus vooral de rijkere bovenlaag ten goede en wakkert zo de kloof tussen rijk en niet-rijk steeds verder aan. En, zoals gezegd: hoe groter de ongelijkheid, hoe lager het welzijn.

Groei en de logica van het kapitalisme
We moeten ons dan ook serieus afvragen waarom we per se moeten groeien als dit, voorbij een bepaald welvaartsniveau, niks meer bijdraagt aan onze geluksbeleving of daar zelfs afbreuk aan doet. Waarom is groei heilig? We kunnen dit niet begrijpen zonder de aard van ons economisch systeem, het kapitalisme, in ogenschouw te nemen. Hoewel de ‘noodzaak’ van groei ook kan worden gekoppeld aan redenen naast het kapitalisme, met name om bevolkingsgroei mogelijk te maken, volgt deze noodzaak primair uit de logica van het kapitalisme zelf, waar bedrijfskapitalen immers moeten groeien om de onderlinge concurrentie aan te kunnen. Binnen het kapitalisme geldt: grow or die. Een bedrijf dat niet groeit, wordt door de concurrentie weggeduwd of opgeslokt. The big fish eat the little fish. Zo bezien is kapitalistische concurrentie dé motor achter economische groei. We zien dan ook dat multinationals steeds groter worden. Inmiddels zijn van de 100 grootste economische eenheden in de wereld er 69 geen natiestaat meer maar een multinational! (Voor het naargeestige toekomstscenario dat deze ontwikkeling schetst, zie het boek van David Korten When Corporations Rule the World.)

Binnen het kapitalisme is groei bovendien nodig om de bevoorrechte positie van de allerrijksten te rechtvaardigen. In een maatschappij met een diepe kloof tussen rijk en niet-rijk is economische groei nodig om de sociaal-economische onderklasse een minimum aan welvaart te gunnen, om zo sociale onrust en – God verhoede – revolutie te voorkomen. Zo zei de Amerikaanse econoom Henry Wallich dat “groei een substituut is voor gelijkheid van inkomen” (Wallich was bestuurder bij de Amerikaanse Federal Reserve, hij kan er dus niet van verdacht worden een ‘bevooroordeelde lefty’ te zijn). Dat wil zeggen: er moet groei zijn om ongelijkheid te compenseren, om de armen de kruimels te gunnen die van de tafel vallen zodat de rijken en superrijken kunnen blijven smullen van de échte voordelen van economische groei.

Oneindige groei op een eindige planeet is onmogelijk
De economieën van ontwikkelde landen worden geacht jaarlijks een BBP-groei van gemiddeld drie procent te realiseren, een exponentiële groei dus. Maar, zoals iedereen met een beetje verstand van wiskunde weet, de curve van exponentiële groei gaat op den duur stijl omhoog. Het is niet meer dan gezond verstand dat dergelijke eindeloze exponentiële groei – met bijbehorende groei in grondstoffenverbruik en afvaluitstoot – simpelweg onhoudbaar is op een eindige planeet. Om ons een voorstelling te geven van de impact van exponentiële economische groei is het handig om te kijken naar de zogenoemde verdubbelingstijd: bij een jaarlijkse groei van drie procent verdubbelt de grootte van de economie elke 23.5 jaar. Stel je voor: om de 23.5 jaar hebben we te maken met twee keer zo veel energieverbruik, twee keer zo veel grondstoffenverbruik, twee keer zoveel bodemuitputting, twee keer zo veel boskap, twee keer zo veel visserij, etc. etc. Geen wonder dat de great acceleration van de afgelopen decennia tot een gigantische verergering van de ecologische crisis heeft geleid. Zoals natuurbeschermer David Attenborough zegt: “Een ieder die denkt dat je oneindige groei kan hebben in een eindige omgeving is ofwel een gek ofwel een econoom.”

De gevaarlijk mythe van groene groei
We moeten hierbij ook waken voor de verleiding van ‘groene groei’ – d.w.z. de aanlokkelijke mogelijkheid die sommige (voornamelijk rechtse) economen en politici schetsen, waarbij we door technologische innovatie economische groei loskoppelen van schadelijke zaken als fossiele brandstoffen en grondstoffenverbruik. Als we de economie maar duurzaam genoeg maken, dan kunnen we gewoon blijven groeien zonder schade aan de natuur! Maar als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is dat meestal ook zo. In het geval van groene groei blijkt dit uit diverseinternationale wetenschappelijke studies die overduidelijk aantonen dat groene groei een mythe is, een zeer gevaarlijke mythe bovendien.

Het probleem met groene groei is tweeledig. Ten eerste gaat exponentiële economische groei simpelweg te snel voor de technologische en industriële transitie naar een duurzame economie. De beschikbare hernieuwbare energie zal weliswaar groeien als we steeds meer zonnepanelen, windturbines en groene waterstofcentrales aanleggen. Maar de economie groeit nog veel sneller (exponentieel namelijk) en daarmee ook de behoefte aan energie. De beschikbare hernieuwbare energie zal dus voortdurend achterblijven bij de exponentieel groeiende energiebehoefte. Een behoefte die dan maar op de ouderwetse manier bevredigd moet worden, d.w.z. via fossiele brandstoffen, waarmee de klimaatcrisis verder wordt aangejaagd.

Ten tweede is zelfs hernieuwbare energie niet zonder ecologische voetafdruk. We hebben immers nog steeds grondstoffen nodig om al die zonnepanelen, windturbines, groene waterstofcentrales en elektrische auto’s te maken. Ook al is de economie dan ‘duurzaam’ geworden, economische groei zal nog steeds om almaar grotere hoeveelheden van deze grondstoffen vragen, met alle ecologische schade van dien. Een circulaire economie is binnen het dogma van economische groei simpelweg onmogelijk. Lithium, dat we nodig hebben voor batterijen (onder andere in elektrische auto’s), is een goed voorbeeld. Er lijkt genoeg lithium in de aardkorst te zitten om aan al onze behoeften te voldoen, maar het meeste ervan is erg moeilijk te bereiken. Dus om economische groei mogelijk te maken, zullen we lithium op ongekende schaal moeten ontginnen en met zeer agressieve mijnbouwtechnieken die flinke schade aan de natuur zullen aanrichten. Kortom, zelfs in het onwaarschijnlijke geval van een snelle en volledige transitie naar hernieuwbaar energie is exponentiële economische groei nog steeds onmogelijk zonder grote ecologische schade.

Het leven op aarde staat op het spel
Ondanks alle mooi klinkende internationale klimaatafspraken blijft de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen stijgen, zodat we aankijken tegen een mondiale opwarming van 3℃ in het jaar 2100 en mogelijk nog veel hoger. Dit is een werkelijk rampzalig scenario dat bol staat van dodelijke hittegolven, bosbranden, droogtes, verwoestijning, hongersnoden, verzurende oceanen, extreme stormen en massale overstromingen door bizarre regenval en een stijgende zeespiegel, met als gevolg naar schatting twee miljard klimaatvluchtelingen. Door de mondiale opwarming zal zo’n 30 tot 50 procent van de diersoorten uitsterven.

Dan hebben we het nog niet eens over de bredere ecologische crisis door de voortschrijdende vernietiging van de natuur door milieuvervuiling, ontbossing voor veeteelt, overbevissing, bodemuitputting door agrarische monoculturen, massale insectensterfte door overbemesting en landbouwgif, en steeds agressievere vormen van olie- en gaswinning en andere mijnbouw (omdat de gezochte grondstoffen steeds dieper liggen). Als we doorgaan op de huidige weg, zullen de oceanen in 2050 meer plastic dan vis bevatten, om maar iets te noemen.

Tellen we al deze factoren bij elkaar op, de mondiale opwarming plus de bredere ecologische crisis, dan wordt duidelijk dat we aankijken tegen het nachtmerriescenario van een massale uitsterving van leven op aarde. Een mass extinction event waarin er ook van de menselijke beschaving – voor zover dat nog wat voorstelt – weinig meer zal overblijven. Kortom, willen we een ramp voor de mensheid en de natuur in de toekomst vermijden, dan moeten we af van het dogma van economische groei. Dan moeten we BBP-groei als indicator voor economische gezondheid vervangen door een inclusievere en democratisch vastgestelde indicator die uitgaat van menselijk, dierlijk en ecologisch welzijn. Dan moeten we bovendien toe naar een economie met fors meer sociaal-economische gelijkheid, omdat anders het brede draagvlak voor degrowth niet valt te realiseren.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.