Nu verkeren ze in een onmogelijke positie en ze worden nog slecht betaald ook
Tot de vele giftige appels die door het door Wilders gedoogde kabinet Rutte 1 in de Nederlandse mand werden gelegd, behoort de Nationale Politie. Daarmee creëerde minister Ivo Opstelten een bureaucratisch monster dat steeds weer vastloopt in de eigen regelneverij. Ook met moderne elektronica is de omgang onbeholpen.
Traditioneel kende Nederland een rijkspolitie voor het platteland en gemeentelijke korpsen voor de grotere plaatsen. In 1994 werden ze vervangen door 25 regionale politiekorpsen die negen jaar later dus werden bijeengeveegd tot de grote onwerkbare eenheid waar de samenleving nu mee zit.
Gemeentelijke politiekorpsen kenden het werkveld op hun duimpje. In een middelgrote stad werden ze aangestuurd door een paar hoofdinspecteurs en een commissaris die zeer korte lijntjes had met zijn superieur de burgemeester. Vaak was hij een bekende en gerespecteerde figuur. Dat is allemaal afgebroken.
In veel gemeentes miste men een heleboel dienstverlening die door een nauw met de gemeenschap verbonden eigen politiekorps vanzelfsprekend voor zijn rekening nam. Daarom begonnen zij zich – mede als werkgelegenheidsproject – te behelpen met buitengewone opsporingsambtenaren, kortweg de boa’s. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid definieert:
“Een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is een ambtenaar met een specifieke opsporingsbevoegdheid. Dat houdt onder andere in dat hij/zij mag onderzoeken of er bepaalde strafbare feiten zijn gepleegd. Boa's mogen verdachten aanhouden, iemands identiteit controleren, processen-verbaal opmaken en boetes uitschrijven.”
Je kunt zulke bevoegdheden als extraatje geven aan zittende functionarissen omdat het soms handig is dat zij mogen opsporen en beboeten. Boswachters zijn daarvan een goed voorbeeld. Veel gemeentes echter grepen deze mogelijkheid aan om een soort totaalboa’s in dienst te nemen. Hun enige taak is het op straat de orde te handhaven. Ze hebben een bureau en een meldkamer. Ze rijden op mountainbikes rond en soms zelfs op Segways. Hun uniformen lijken op die van de politie. Aan hun broekriem bungelen handboeien. Op de achterzijde van hun jack staat groot het woord “handhaving” geschreven.
Ooit waren wij het land van het gedogen. Zo’n beetje sinds het optreden van de noodlottige Rita Verdonk is hiervoor handhaven in de plaats gekomen. Wethouders en raadsleden laten niet langer met zich spotten. Het is uit met dat lieve gedoe. Niet voor niets is het nationale motto: Je maintiendrai, ik zal handhaven. Boa’s worden op de burgerij af gestuurd om dat duidelijk te maken. Over het algemeen beboeten boa’s burgers die een pekelzonde hebben bedreven: niet helemaal goed in het vak geparkeerd, de hond te vroeg los gelaten, bij rood licht overgestoken. Wat dat betreft lijken boa’s nog het meest op de ouderwetse juut, die van de jongetjes de bal afpakte omdat zij hadden gevoetbald waar het niet mocht.
Dit leidt nu en dan tot groteske grappen die de media halen. Berucht zijn de Schiedamse boa’s die in de coronaperiode voor 1400 euro bij elkaar aan boetes uitschreven omdat een echtpaar en hun ouders erop waren betrapt taart te eten terwijl ze toch keurig een onderlinge afstand van anderhalve meter aanhielden. Deze week nog sprak de Alkmaarse kantonrechter een automobilist vrij die een parkeerboete had gekregen omdat een stormvlaag zijn auto een stukje had opgeschoven.
In dat geval zijn de boa’s de kop van Jut en niet de gemeentelijke opdrachtgevers die hen iedere keer weer tot strengheid aansporen.
In feite hebben veel gemeentes met behulp van de boa’s een lokale politie proberen te herstellen maar dan wel op een koopje. De boa’s worden slechter betaald dan agenten van politie. Ook hun opleiding is slechter. Toch lopen zij op straat vaak dezelfde risico’s als normale dienders. Zij worden ook nog eens opgezadeld met vervelende handhaafkarweitjes waarmee ze zich gehaat maken bij de burgerij die zich – dankzij de zogenaamde strengheid van de autoriteiten – geconfronteerd ziet met torenhoge boetes voor pekelzondes. Tegelijkertijd stellen zij vast dat hun vriendelijke monarchie met fietsende prinsessen steeds meer de vormen aanneemt van een narcostaat. Dat krijgt de boa dan op zijn boterham en niet de minister van Justitie en Veiligheid zoals steeds weer op Veronica Inside blijkt.
De verbale vernederingen aan het adres van boa’s in dit programma zijn dan ook onrechtvaardig. Het is treiterij zonder meer. Het is pesten. De drie heren van het programma – ditmaal mét Eus – zijn niet beter dan de kwelgeesten van de klas waar alleen laffe meelopers om lachen.
Aan deze constatering hebben boa’s weinig. Net zo min als aan de solidariteitsverklaringen van allerlei bazen en baasjes die om strijd beweren dat deze “helden en heldinnen” instaan voor onze veiligheid en dat onbegrijpelijk is hoe zij worden aangevallen.
Boa’s en dit soort gelegenheidsfans voegen daar meestal aan toe dat ze zwaarder bewapend moeten worden, bijvoorbeeld met tasers. Dat zal dat brutale tuig leren.
Dit soort stoere taal levert niets op omdat er geen actie op volgt.
Er is wél een oplossing. Die kost geld en moeite maar zal de leefbaarheid en het gevoel van veiligheid vergroten. Boa’s moeten beter opgeleid en dus beter betaald worden. Hun takenpakket kan dan zo worden uitgebreid dat de huidige teams steeds meer de vormen aannemen van een gemeentelijke politie. Zo zullen ze het respect verkrijgen dat hen nu onthouden wordt. Anders blijven ze in veler oog verachtelijke nepagenten die uit rancune brave burgers achtervolgen als ze per ongeluk een papiertje op straat laten vallen. Dat is niet hun schuld. Dat is de schuld van de autoriteiten die ze in een onmogelijke positie plaatsen. Dát hebben die botterikken bij Vandaag Inside niet door.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: wat als we de Oekraïne in zijn sop gaar laten koken?