Voorstanders van het boerkaverbod beseffen niet dat door een godsdienststrijd de aanhang voor de radicale islam groeit.
Naast de honderden commentaren bij de invoering van het zogenaamde ‘boerkaverbod’ vandaag, kan er denk ik nog wel eentje bij. Zeker omdat één belangrijk aspect volgens mij stelselmatig onderbelicht blijft: het probleem met het zogenaamde boerkaverbod is dat het door extreme islamisten zal worden aangewend als bewijs dat de Nederlandse staat en samenleving “tegen moslims” is. Een prachtige mobilisatietool voor terroristen dus.
De Nederlandse overheid heeft haar best gedaan het verbod zo neutraal mogelijk op te stellen, om zo het verwijt van discriminatie te kunnen afwimpelen. Of ze daarin geslaagd is, daar kan je over discussiëren. Maar belangrijk is te beseffen dat veel islam-extremisten de wet dankbaar als anti-islam zullen interpreteren.
Verder dient de wet in de strijd tegen radicalisering nergens toe. Ze haalt vrouwen die slachtoffer zijn niet uit hun isolement, maar drukt ze er eerder in weg. Er zijn duizenden goede manieren om onderdrukte vrouwen te helpen, maar dit is er niet één van.
Argumenten Het centrale excuus voor invoering was echter veiligheid in het algemeen. Maar voor de veiligheid maakt deze wet niets uit. Als mensen een overval willen plegen, trekken ze een bivakmuts doorgaans pas aan vlak voordat ze gaan schieten. Dan is er echt geen “boerkaverbod” nodig om die mensen aan te pakken. Iets strafbaars deden ze toch al. Ik denk niet dat veel overvallers zich zullen laten tegenhouden door de dreiging van een extra boete van 150 euro.
Dan blijft enkel het argument over dat de wet dient om burgers een veilig gevoel te geven, of het voorschrijven van een fatsoensnorm. Zelf ben ik principieel tegen een overheid die zich bemoeit met wat mensen aantrekken, en fatsoensnormen gaat vastleggen in de wet. Het past niet in een vrije samenleving.
De wet is vooral te interpreteren als een overwinning van islam-haters, die graag de mensenrechten opzij schuiven voor het aangaan van een nieuwe godsdienststrijd via culturele dwang. Hoe weinig ik ook heb met de islam, ik heb nog minder met godsdienststrijd, die eerder geneigd is radicalisme te stimuleren dan te verminderen.
Dubbele agenda Voorstanders van de wet beseffen niet dat door een godsdienststrijd de aanhang voor de radicale islam groeit. Tenzij dit heimelijk wordt verwelkomd, omdat beseft wordt dat het eigen kamp alleen maar kan bestaan bij gratie van een vijand.
Islam-angst is ondertussen een goed verdienmodel voor vele politici, columnisten, en journalisten. Zij ontlenen hun bestaansrecht bijna volledig aan de islam, en hun schijnbare verzet ertegen. Zij hechten meer aan hun eigen verdienmodel dan aan vrijheid en veiligheid, ondanks dat ze het tegendeel beweren.