© cc-foto: Andy Miah
"Antizionisme is het nieuwe antisemitisme", schrijft Jasper Mekkes op Joop. Daarna vertelt hij een hoop lelijke dingen rond de flirt van Arabische nationalisten met het fascisme en het nationaalsocialisme. Die zijn allemaal waar, maar vormen tegelijkertijd slechts een beperkt gedeelte van het echte verhaal. Dat is bijna altijd het geval met narratieven – laat ik dat moderne woord ook eens gebruiken – uit de hoek van de Israëli's, de Palestijnen en de fans van beide volkeren. Het is doodvermoeiend allemaal en het noopt mij tot de volgende opmerkingen.
Het aantal Joodse inwoners van wat ik, bij gebrek aan beter, maar het Heilige Land noem bedroeg volgens het Informatiecentrum Israël Palestina in 2020 6.793.000. Er waren 7.119.000 Palestijnen en nog 440.000 personen van andere komaf. Dat brengt het totaal op ongeveer veertien miljoen inwoners. Het moet mogelijk zijn om met zoveel mensen twee welvarende staten tot stand brengen. Zeker in een gebied dat het Oude Testament al aanduidt als een land van melk en honing.
Dat is tot nog toe niet gebeurd omdat de Joodse Israëli en de Palestijnen elkaar het grondgebied van dat Heilige Land betwisten – zeg maar de strook grond die in het westen door de Middellandse Zee begrensd wordt, in het oosten door de Jordaan en de Dode Zee, in het zuiden door de Sinaï en in het noorden door Libanon. Beide volkeren besteden het grootste deel van hun aandacht, hun creativiteit en hun middelen aan de strijd voor wat zij als hun exclusieve erfdeel beschouwen. Daarbij sluiten ze elkaar uit. Palestijnen dromen van terugkeer naar het dorp waaruit hun overgrootouders ooit verdreven zijn. Joodse Israëli's stichtten op de Westoever de ene nederzetting na de andere omdat zij menen daar vanwege de heilsgeschiedenis in het Oude Testament recht op te hebben.
Uiteindelijk oogsten beide volkeren niets dan oorlog en vernietiging. Het trieste nieuws van de laatste veertien dagen geeft daar opnieuw blijk van.
In 63 voor Christus veroverde de Romeinse veldheer Gnaeus Pompeius Jeruzalem. Daarna was het meer dan negentien eeuwen met de zelfstandigheid van Palestina gedaan. Steeds moesten de inwoners van het Heilige Land vreemde overheersers boven zich dulden. De christelijke kruisvaardersstaatjes kan men beter als een soort voorafschaduwing van het kolonialsme beschouwen.
Drie eeuwen lang was Palestina onderdeel van het Ottomaanse Rijk. Dat maakte er over het algemeen weinig werk van. het was een achtergebleven, onderbevolkt gebied. Economisch kwam er pas een beetje perspectief toen Franse investeerders in 1890 een smalspoorverbinding tot stand brachten tussen Jaffa en Jeruzalem. Dat was handig voor de rijke toeristen die door het Britse reisbureau Thomas Cook tot pelgrimages waren verleid. Daardoor begon ook de bevolking te groeien.
In 1890 telde Palestina 532.000 inwoners onder wie 43.000 Joden. In 1896 publiceerde de Weense journalist Theodor Herzl een pamflet Der Judenstaat waarin hij zijn geloofsnoten opriep naar Palestina te emigreren. Zo ontstond de zionistische beweging. In 1914 telde Palestina al 94.000 joodse inwoners op een totale bevolking van 689.000 personen. In 1947 waren die getallen respectievelijk 630.000 en 1.970.000. Er kwamen ook immigranten uit de Arabische landen in de omgeving. Tussen 1920 en 1945 waren dat er volgens Britse tellingen 33.304 tegen 367.845 joden. Dat valt niet te rijmen met het feit dat er in 1931 1,3 miljoen Palestijnen woonden, een verdubbeling in zeventien jaar. Er moet dus veel illegale immigratie zijn geweest.
In de groeiende economie van Palestina waren kansen. Dat er al sinds de jaren twintig veel geweld was – onderling en gericht tegen de Britse overheersers, die het stokje van de Ottomanen hadden overgenomen – nam men blijkbaar op de koop toe.
De Israëli en de Palestijnen hebben overal in de wereld fanatieke fans die elkaar om de oren slaan met hun eigen interpretaties van de geschiedenis die onveranderlijk een mengsel vormen van waarheid en mythevorming. Wie de Palestijnen ondersteunt, noemt Israël een apartheidsstaat. De liefhebbers van de joodse staat onderkennen in Gaza en de Westbank alleen maar onderdrukking en terreur.
Bemiddelingspogingen hebben tot nog toe geen zin gehad. Aan beide kanten neemt het radicalisme toe. En alleen maar door die verdomde geschiedenis. En omdat zowat iedereen op grond daarvan vindt het recht te hebben zich op een specifiek plekje in het gebied tussen zee en Jordaan te vestigen. Daardoor kan een vreedzame verdeling van het land tussen de Joodse en de Palestijnse bevolking ook nooit tot stand komen. Evenmin is het mogelijk Jeruzalem een bijzondere status te geven, die het tegelijkertijd tot hoofdstad van Palestina en van Israël maakt met een variant op bijvoorbeeld de manier waarop de zaken in Brussel geregeld zijn. Men zou dan het gemeentebestuur onder toezicht kunnen stellen van een gemengde commissie uit de Israëlische en de Palestijnse parlementen.
Alles valt te regelen. Voor iedereen is plek in het Heilige Land. En dan kun je nog Joden en Palestijnen in de diaspora het recht geven te allen tijde te immigreren. Niks aan de hand. Het land biedt genoeg mogelijkheden als iedereen maar zijn tijd en geld besteedt aan de opbouw. Het opleidingsniveau van de bevolking is hoog. Wel zijn de nationale inkomens slecht verdeeld. In 2021 bedroeg het BNP van de Westbank en Gaza $ 18,4 miljard. Voor Israël was dat cijfer $ 488,53 miljard. Dat schept grote verplichtingen als zo´n imaginaire twee staten oplossing tot stand komt. Tegelijkertijd mag van Amerika, Europa en de rijke oliestaten op het Arabisch schiereiland verwacht worden dat ze bij springen. Het zijn trouwens investeringen die zich op den duur dubbel en dwars terugverdienen.
Dit is allemaal illusoir. Men slaat elkaar liever om vermeende rechten de kop in. Zo lang beide partijen de geschiedschrijving niet aan de vaklui overlaten, blijft het land dat van melk en honing zou kunnen zijn er een van bloed en vuur.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Naschrift 3 maart: Wat opvalt bij opiniebijdragen over de kwestie Israël en Palestina, is de heftige toon van de reacties. Men schrijft met grote verontwaardiging. Men gaat er met gestrekt been in als de opvatting van de auteurs van opiniestukken niet precies klopt met de overtuigingen van wie reageert. Termen als "misdadig" zijn niet van de lucht. Deze giftige toon treft men niet of in veel mindere mate aan als het gaat om de Koerden, de ayatollah''s in Iran, het regime in Myanmar, partijen in de Syrische burgeroorlog en noem maar op. De emoties lopen het hoogst op als er Israëli's of Palestijnen bij betrokken zijn. Let wel: ik zeg niet dat de fans van Israël of Palestijnen tegelijk andere misstanden zouden moeten aanklagen. Daar is het me niet om te doen. Het gaat me om die toon. Om die woede. Om die totale onverzoenlijkheid. En dat terwijl er - ook in het Midden-Oosten - situaties voorkomen die veel ernstiger zijn als wat er in Palestina gebeurt. Neem bijvoorbeeld de burgeroorlog in Jemen of de interne terreur van de ayatollah's. Of de in bloedbaden grossierende dynastie Assad. Die worden wel aangeklaagd maar niet in van die heftige bewoordingen. Hoe zou dat toch komen?
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: een terugblik op het carnaval.
cc-foto: Andy Miah