Afgelopen zomer had iedereen de mond vol over de waarde van Zwarte levens, maar vertaalt/manifesteert zich dat ook in stemgedrag?
Daar begon het dan vorig jaar, 1 juni 2020. Tienduizenden mensen gingen de straat op. Niet alleen uit solidariteit met de Black Lives Matter (BLM) beweging in de Verenigde Staten (VS), maar om ook te demonstreren tegen institutioneel racisme in Nederland, en voor gelijke rechten voor zwarte mensen en mensen van kleur.
Toen op 3 juni de grote Black Lives Matter-demonstratie in Rotterdam plaatsvond, zat ik thuis. Via de laptop volgde ik de livestream van de demonstratie die ik samen met een groep mensen mocht organiseren. Ik zag hoe de Erasmusbrug vol liep met mensen. Ik hoorde hoe duizenden mensen na een minuut van stilte massaal “Black Lives Matter!” scandeerden en de tranen liepen mij over de wangen. Van blijdschap en ontroering, maar zeker ook van frustratie omdat ik van een afstand moest toekijken terwijl ik er zo graag zelf bij had willen zijn.
Ik had al die jaren daarvoor zo vaak gedemonstreerd, soms maar met een handvol mededemonstranten en te vaak in de kou en stromende regen. Te vaak voelde dat demonsteren onveilig, te vaak wás het ook echt onveilig, met als dieptepunt de terroristische aanslag van extreemrechtse hooligans tijdens het KOZP-congres in Den Haag.
Toen ik de avond van 3 juni na de demonstratie in Rotterdam naar het Achtuurjournaal keek, sprak men over witte mensen en er werd gesproken over institutioneel racisme. Dat er op die manier en in die termen gesproken werd, dat is het werk van activisten. De activisten die steeds dit soort zaken agenderen, zij die protesteren. De mensen die zijn uitgelachen, weggehoond, bedreigd. Zij die soms hun baan kwijtraken, hun vrienden, familie, en veiligheid, maar die ondanks dat weigerden om te zwijgen. Zij die steeds weer en in tientallen variaties “Black Lives Matter!” roepen, ook de mensen die dat helemaal niet wilden horen, roepen dat nu. Maar ineens waren er tienduizenden mensen die Black Lives Matter riepen, zou dit dan het kantelpunt zijn?
Deze week zijn er verkiezingen en dan gaan we zien wat de massale Black Lives Matter-protesten en gesprekken die daarop volgden hebben opgeleverd. Want afgelopen zomer had iedereen de mond vol over de waarde van Zwarte levens, maar vertaalt/manifesteert zich dat ook in stemgedrag? Hoe gaan we het racistisch systeem daadwerkelijk veranderen? Hoe gaan we zorgen dat de politie niet meer etnisch profileert? Hoe gaan we zorgen dat de gezondheidszorg voor alle mensen even goed is? Dat alle mensen hetzelfde kwaliteit van onderwijs krijgen?
De Black Lives Matter-demonstraties zorgden ervoor dat er gesproken wordt over institutioneel racisme. Maar hoe mooi en massaal de demonstraties ook waren, zonder concrete vervolgacties gaat er natuurlijk niks veranderen. Dat een aantal politici nu erkent dat racisme een probleem is, dat is mooi maar heeft geen waarde zolang ze nog steeds racistisch beleid ondersteunen, maken en uitvoeren. Racisme is een institutioneel probleem en dat vereist dus een institutionele aanpak. Systeemverandering. Radicaal, vanaf de wortels moet het anders.
Geen enkel gebied in onze samenleving staat los van racisme en ongelijkheid. Zwarte mensen en mensen van kleur worden te vaak hun fundamentele mensenrechten ontzegd. Als zwarte levens ertoe doen, moeten er andere keuzes gemaakt worden. Mark Rutte wilde naar aanleiding van de Black Lives Matter-demonstraties afgelopen jaar ineens over racisme praten. Natuurlijk wel met de naderende verkiezingen in het achterhoofd. Want nog steeds kijken zowel hij als zijn kabinet nadrukkelijk niet naar hun eigen handelen.
Dat werd pijnlijk duidelijk in het toeslagenschandaal, waarbij de Belastingdienst ouders op basis van nationaliteit, achternamen en etniciteit profileerde en op die manier hun levens kapotmaakte. De gevestigde politieke partijen waren hiervoor verantwoordelijk. Hetzelfde institutionele racisme werkt vervolgens ook nog altijd door als het gaat over discriminatie op de arbeidsmarkt, advisering op scholen of de nog moeilijkere zoektocht naar woonruimte voor mensen van kleur en mensen met een beperking.
Volgens onze minister-president kan de politiek niets aan racisme doen. Mensen moeten dat zelf oplossen en elkaar op nare opmerkingen wijzen. Over institutioneel racisme wil de premier het niet hebben. Dus de premier legt de bal bij de samenleving zelf om institutioneel racisme op te lossen, want volgens hem doet ‘de politiek al alles wat ze kan doen’. Zoals Rutte vaker de verantwoordelijkheid alleen legt bij de burger, zonder te kijken naar zijn eigen handelen of verantwoordelijkheid.
De pijnlijke waarheid is dat de meeste politici in dit land niks geven om zwarte stemmen. Ze geven alleen om witte stemmen. Maar voor echte veranderingen is praten alleen niet genoeg. Er moet gebroken worden met institutioneel racisme en het racistische beleid van de zittende politiek.
Het is duidelijk dat rechts al jaren de politieke koers in Nederland bepaalt en de gevestigde linkse partijen hier onvoldoende tegenstand aan bieden. Veel zwarte mensen en mensen van kleur herkennen zich niet in de huidige politiek en voelen zich niet gehoord. Ook mensen met een beperking, chronische ziekte of psychische kwetsbaarheid voelen zich niet gehoord. Want ook linkse partijen hebben zwarte mensen in de steek gelaten. Er was geen linkse partij die antiracisme-beleid niet als bijzaak zag.
Als je als politieke partij Black Lives Matter zegt en het ook echt meent, dan is het in mijn ogen ook je plicht om zwarte mensen een verkiesbare plek op je lijst te geven. De kandidatenlijsten van de gevestigde partijen spreken boekdelen.
Als jij je stem liet horen tijdens één van de vele Black Lives Matter-demonstraties vorig jaar, gebruik dan nu ook je stem om te kiezen voor de partij waarvan jij denkt dat die het hardst voor Zwarte levens gaat vechten in de Tweede Kamer. Kies in het stemhokje voor de partij die niet alleen Black Lives Matter zegt, maar waar zwarte mensen ook daadwerkelijk op de eerste plek staan. Waar er niet over zwarte mensen gesproken wordt, maar zij zelf het woord kunnen voeren.
De echte verandering die zo hard nodig is, die begint deze week bij de stembus. Gebruik je stem om je uit te spreken en kleur te bekennen.