Onze soort wordt bedreigd door een gezichtsloze massa bezoekers die zich in gedrag als ware paria van de Nederlandse bioscoopzalen hebben ontwikkeld.
Zonder te vervallen in allerlei ontboezemingen aangaande private interesses, beweegredenen en andere dwangneurosen moet ik u hierbij toch delen in mijn onstuitbare liefde voor de Nederlandse taal. Op de gedeelde tweede plaats volgt de liefde voor ‘Het Beeld’ en ‘Het Geluid’. Audiovisualia van velerlei kunne. De bioscoopfilm vormt hierbinnen de hoofdmoot. Het zien van een film in de bioscoop is een ervaring die zijn gelijke niet kent in deze dimensie. Musea doen hun best, concertzalen zijn een hoog genot maar het samenkomen van beeld en geluid op het witte doek is van een magistraliteit dat zelfs de transcendentale ervaring doet overstijgen. Enige overdrijving is mij niet vreemd maar dat u even goed begrijpt hoe graag ik in de bios zit dus!
Van ons zijn er meer, onze soort echter wordt bedreigd door een gezichtsloze massa bezoekers die zich in gedrag als ware paria van de Nederlandse bioscoopzalen hebben ontwikkeld.
Hoewel dramatisch deel ik de verzuchtingen rond dit gedrag van onze medemens hier graag met u, en, bij hoge uitzondering, vooral in andermans woorden.
Vlak na de COVID-crisis wrochtte Filmkrant-columniste Carmen Felix het onderstaande, briljante tekstje. Aards en poëtisch tegelijk. Twee fragmenten daaruit. Allereerst, ter vereenzelviging, haar status als filmfan:
‘Ja, de bioscoop is voor mij wat voor een ander misschien wel een meurende sportschool is. Of een kinderloos uitje naar de Sligro voor een overwerkte single moeder? Ik kom er tot rust, krijg er energie, voel me er comfortabel en kan eventjes negentig minuten m’n bolle brein uitzetten’.
Vervolgens haar dringend appel aan de bioscoopbezoeker die het echte filmliefhebbers zo gruwelijk lastig maakt:
‘…wil ik al mijn mede-zaalbezoekers graag oproepen onmiddellijk op te houden met
…je schoenen uittrekken. Ik heb geen behoefte aan jouw odeur. En al helemaal niet je zweetkakkers achterlangs op mijn armleuning leggen als je geen ruzie wilt
….naast mij of voor mij in de rij op je felle telefoonscherm te kloten. Het leidt me onwijs af en ik zal onmiddellijk beginnen met het beramen van fysiek geweld als je het blijft doen
….verkouden, hoestend, niesend, schrapend, kuchend op komen dagen. Als Corona ons iets heeft geleerd: blijf gewoon thuis man
… te laat komen. Blijf dan gewoon helemaal weg. Dat krampachtige halve bukwerk ziet er ook alleen maar dom uit, je loopt alsnog pontificaal door het beeld
…onnodig dicht bij mij komen zitten als we de enige twee mensen in de zaal zijn
…luid eten
...luid praten
…luid laten weten (vaak door middel van aanstellerige keelgeluiden) hoe vet of kut je de film vindt, terwijl hij nog gaande is (bewaar dit voor je letterboxed-review, liefie - ik ben nog een mening aan het vormen).
Feit blijft: ik kom hier om vermaakt te worden. Ik vind het hartstikke leuk als mensen meeleven met een film en moeten lachen of schrikken of naar adem happen, maar enige vorm van negatieve aandacht vragen van je medebioscopers kan bij mij alleen maar rekenen op een ziedende sssssssst. Oh, en in vredesnaam, als ze Grolsch bier verkopen, wees dan niet die douchelord die het uitermate vet vindt op een cruciaal moment die dop te ploppen. Niemand is onder de indruk, niemand vindt jou cool, zet thuis gewoon RTL7 op en doe het daar. Wij willen gewoon van de film genieten’.
Tot slot een korte oproep die ik jaren gelden eens uit de krant knipte. Het trok een solidaire traan maar deed mij, en ik hoop ook u, tevens stevig schuddebuiken van herkenbaar verdriet.
‘Zou het niet mogelijk zijn om één extra voorstelling in de week in te voeren waar alle naar knoflook stinkende, winden latende, popcorn vretende, oeverloos zwammende, quasi lollige opmerkingen brakende, straalbezopen randdebielen, allemaal tegelijk, voor de helft van de prijs, heen kunnen?’. (M. van den Brink, A’dam)
Voor beide auteurs geldt overigens;
Lieve Carmen/Beste M.,
Mocht ik al te zwaar inbreuk hebben gemaakt op jullie auteursrecht, laat het dan weten. Uiteraard trakteer ik dan zo spoedig mogelijk op een etentje mét bioscoopje na.