Op 19 december sloten de Verenigde Naties een biodiversiteitakkoord. De bijna 200 deelnemende landen aan de VN-top kwamen in Montreal overeen dat in 2030 zeker 30 procent van al het land en water op aarde beschermd gebied moet zijn. Wat die beschermende maatregelen moeten inhouden is echter onduidelijk. Het is een illusie te veronderstellen dat er in deze gebieden niet gejaagd, gevist, gekapt, gegraasd of gebouwd gaat worden. Daarmee lijkt dit akkoord net zo inhoudsloos als de met regelmaat gesloten klimaatakkoorden: veel woorden, nauwelijks daden.
Biodiversiteit is de optelsom van al het leven op aarde: van planten en dieren - ja, ook de mensen - tot micro-organismen en schimmels. Het gaat niet alleen om de aantallen, maar vooral ook om verscheidenheid en variatie op het gebied van soorten én genen. De afgelopen decennia is de biodiversiteit door toedoen van de mens in hoog tempo afgenomen. Verschillende soorten dieren en planten zijn verdwenen en overlevende populaties worden steeds kleiner.
Het belang van biodiversiteit kan nauwelijks overschat worden. Biodiversiteit zorgt voor het functioneren van ecosystemen en ecosystemen leveren ‘diensten’. Kelpwouden, zeegrasbedden, koraalriffen en mangroven zorgen, bijvoorbeeld, voor kustbescherming, maar zijn ook de kraamkamers voor een groot deel van het leven in de oceanen. Vruchtbare grond wordt gevormd door allerlei bodemorganismen van wormen, tot schimmels en bacteriën. Plankton en bossen reguleren de zuurstofhuishouding van de biosfeer. Insecten, vogels en vleermuizen zorgen voor de bestuiving van gewassen.
Deze ‘diensten’ zijn afhankelijk van een gezonde biodiversiteit. Het verlies van soorten brengt de vaak uiterst complexe ecosystemen aan het wankelen en het uitsterven van ‘sleutelsoorten’ kan leiden tot een domino-effect; een langzame achteruitgang die verandert in een onstuitbare lawine. Storten ecosystemen in, dan verdwijnen ook de ‘diensten’ en dat kan rampzalige vormen aannemen. Zonder vruchtbare grond of bestuiving sterven wij en vele andere diersoorten de hongerdood.
De oorzaken voor de achteruitgang van de biodiversiteit zijn allemaal verbonden met menselijke activiteiten die leiden tot de vernietiging van leefgebied: vervuiling, ontbossing, overbevissing, verzuring, klimaatverandering etc. De levensstijl en overmatige consumptie in met name de Westerse wereld is de grootste aanjager.
Het instorten van ecosystemen en het staken van de ‘diensten’ gaat in eerste instantie geleidelijk, net als klimaatverandering. De 'korte-termijnmens' is er daardoor maar moeilijk van te overtuigen het consumptiepatroon bij te stellen om de planeet - en dus onszelf - te redden.
Er werd in Montreal afgesproken dat het risico dat soorten door toedoen van de mens uitsterven in 2050 tien keer zo klein moet zijn als nu. Een grote verscheidenheid en variatie in soorten zorgt immers voor robuuste en veerkrachtige ecosystemen. Maar hoe dat gerealiseerd moet worden, werd weer niet gedefinieerd.
Bij Animal Rights denken we dat het verlenen, respecteren en handhaven van dierenrechten de belangrijkste stap is om de biodiversiteit te redden. Met wereldwijde dierenrechten verdwijnt de vee-industrie als aanjager van vernietiging op land en de visserij die hetzelfde doet in de zeeën en binnenwateren. Dierenrechten zouden de milieu-impact van de menselijke voedselvoorziening dus fors verminderen, ontbossing tegengaan, waterwegen schoon houden en de CO2-, stikstof- en fijnstofuitstoot sterk reduceren. Ook leef- en foerageergebieden en migratieroutes van dieren worden hiermee beschermd. De rechten van het individu waarborgen tegelijkertijd de soort en dus het hele ecosysteem. De ‘diensten’ die ecosystemen leveren worden veiliggesteld.
De consumptiedrift van de mens is de oorzaak van het biodiversiteitsverlies en dit moeten we rechtzetten. Niet door inhoudsloze akkoorden, nietszeggende afspraken en loze beloften, maar door daadwerkelijk actie te ondernemen: het geven van basisrechten aan individuele dieren. Het respecteren van rechten is afdwingbaar, 'beloftes' van bescherming zijn dat niet.