Het Buitenveld zou een begrip moeten worden. Als de veilige en speelse plek waar geen enkele Nederlander de norm bepaalt, maar wel Nederland de gemene deler is.
Nederland is niet langer een land van overzichtelijke zuilen, open inkijkjes en onderlinge tolerantie. Onze samenleving is een losse verzameling van afgesloten bubbels die bang zijn voor elkaar. Binnen cirkels van gelijkgestemden filteren we de werkelijkheid tot die samenvalt met onze eigen ideeën daarover. De scheidslijnen tussen ‘wij’ en ‘zij’ worden scherp getrokken en de gecultiveerde rancune vloeit dik door de sociale media. Zijn we op weg naar een samenloze leving? Waarin we, verschanst in de eigen waarheid, alleen nog twitterbommen heen en weer smijten?
We zijn gelukkig geen Amerika. Nederland is te klein om elkaar te mijden. Hier botsen we binnen de kortste keren tegen onze tegenstander aan. Dat kan zo nu en dan een (verbale) knokpartij opleveren, maar een burgeroorlog, dat wil uiteindelijk niemand, toch? Deze periode van heftig botsende bubbels kent een natuurlijk einde. Zoals altijd wanneer de emoties hoog oplopen: op gegeven moment is de ontlading daar. Dan ontstaat er nieuwe ruimte. Ik denk dat we in 2017 gaan zoeken naar kleine openingen in elkaars omheining. Het is de collectieve maatschappelijke opdracht voor de komende jaren: de afstemming tussen alle uiteenlopende cirkels.
Van de politiek lijken we het in dit opzicht niet te hoeven hebben. Het is makkelijk om te schelden op politici. Ik denk dat ze allemaal hun best doen. Maar het Binnenhof is wél een van de meest in zichzelf gekeerde cirkels in Nederland geworden, met een unieke, ondoorgrondelijke werkelijkheidsbeleving. Voor een hele generatie politici is de samenleving een abstract gegeven, alleen helder samengevat in de jongste peilingen. De indruk die je als burger krijgt: men ziet vooral elkaar.
We hebben, naast het Binnenhof, een Buitenveld nodig.
De behoefte aan dat Buitenveld is een van de onderwerpen in de zevende TrendRede , die woensdag gepubliceerd is. Willen we mensen uit hun cirkel lokken zonder dat ze direct ook hun comfortzone verliezen, dan hebben we neutraal terrein nodig. Een echt buitenveld, los van de bekende verzamelplekken. Dus niet het clubhuis van de een, of de kerk van de ander. Juist een ruimte buiten het bestaande, een werkelijk vrije ruimte, maakt het mogelijk om uit je eigen cirkel te treden en de ander echt te ontmoeten zoals die is. Stap je in een Buitenveld, dan laat je voor even je verleden, je afkomst en je kleur voor wat ze zijn. Je richt je aandacht vooruit, op de toekomst. Je praat niet langer over wat ons scheidt, maar over waar we elkaar raken: dat wat we willen bereiken, de dromen die we hebben.
Misschien zit er wel een mooi televisieformat in. Waarin tegenpolen bij elkaar gezet worden en opdrachten krijgen, om ze gemeenschappelijke grond te laten ontdekken, die momenten waarop hun cirkels elkaar raken of misschien zelfs overlappen. Wat streeft degene na aan wie je een hartsgrondelijke hekel denkt te hebben? Wat maakt je nu zo specifiek bang voor die ander? Waar worden jullie beiden gelukkig van? Wat zouden jullie willen veranderen aan Nederland? Hoe komen jullie samen tot een oplossing voor een bestaand probleem? In je wijk? In je stad? In Nederland? Zo zou je mij óf met een strenggelovige óf met een PVV stemmer kunnen opsluiten om te kijken of we onszelf voor elkaar durven openen. Het is het experiment meer dan waard.
Een schitterend voorbeeld van het zoeken naar openingen in elkaars bubbel is de jongste theatervoorstelling van Nazmiye Oral, die haar zeer gelovige moeder het podium op sleepte, om daar de onderlinge strijd aan te gaan. Ze zegt dan: “Ik zal niet doen wat je zegt. Ik zal mijn eigen pad volgen en terwijl ik dat doe, zal ik me niet laten verstoten. Ik zal anders zijn, maar Niet Meer Zonder Jou.” Het levert indrukwekkende gesprekken op en aan het eind begrijp je beide vrouwen veel beter.
Waar we dringend behoefte aan hebben is de menselijke maat. Het elkaar in de ogen kijken, van cirkel tot cirkel. We hoeven elkaar heus niet aardig te vinden. Dat heeft de samenleving helemaal niet nodig. Wat we wel nodig hebben is rationeel begrip en het doorbreken van verharde vooroordelen. Wanneer mensen hun denk- en leefwereld openen, herstelt het fundament van de samenleving zich.
Ooit was de helft van ons land een onherbergzaam moeras. Daar hebben we iets moois van gekneed, dankzij de kennis en de arbeid van mensen uit vele windstreken. We komen vooruit ondanks de grote verschillen en het is mogelijk een toekomst op te bouwen dankzij de verschillen. Het Buitenveld zou een begrip moeten worden. Als de veilige en speelse plek waar geen enkele Nederlander de norm bepaalt, maar wel Nederland de gemene deler is. We zullen dan nog steeds anders zijn. Maar niet meer zonder elkaar.