Bij gelijke geschiktheid kiezen voor arbeidsgehandicapte
• 04-04-2013
• leestijd 3 minuten
Het kabinet moet eens kijken naar het Deense alternatief voor een gehandicaptenquotum
Werkgevers maken zich grote zorgen over de plannen van staatssecretaris Jetta Klijnsma om met de Participatiewet een quotum voor arbeidsgehandicapten in te voeren. Bij bedrijven met meer dan 25 werknemers moet dan ten minste vijf procent van de werkplaatsen bezet zijn door arbeidsgehandicapten. Voldoen zij niet aan dit quotum, dan volgt een boete van 5000 euro per onbenutte werkplaats. Er is nauwelijks zicht op het aantal arbeidsgehandicapten dat bedrijven nu al in dienst hebben, privacywetgeving verbiedt namelijk registratie op handicap. Mede hierdoor vrezen veel werkgevers dat het voor hen moeilijk zal worden om het quotum te halen.
Maar ook de doelgroep zelf is niet enthousiast. De verschillende belangenorganisaties hebben aangegeven de maatregel stigmatiserend te vinden en zijn in principe geen voorstander van het quotum. Wajongers die ik wekelijks spreek geven aan hun bedenkingen te hebben bij deze maatregel. Werkgevers zouden hen in de toekomst alleen maar aannemen om aan het quotum te voldoen, wat kan leiden tot het creëren van ‘vluchtige’ arbeidsplaatsen. Ze worden binnen het bedrijf bovendien aangemerkt als arbeidsgehandicapte, wat het gevoel van comfort niet vergroot.
De Participatiewet is op zichzelf een verslechtering voor arbeidsgehandicapten: er wordt enorm gekort op re-integratiemiddelen. Die zijn cruciaal bij het aan het werk krijgen of houden van deze groep en moeten behouden blijven. Deze minimale ‘gereedschapskist’, die onder meer werkbegeleiding en een jobcoach bevat, is essentieel.
Zoals de wet nu is voorgesteld door Klijnsma, is een quotum inderdaad noodzakelijk. Maar als de gereedschapskist behouden blijft, kan er ook worden gekeken naar alternatieven. Het kan voor kabinet, werkgevers en vakbonden lonen om eens naar het Deense model te kijken. Denemarken heeft de laatste tien jaar zijn beleid op het gebied van participatie van arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt grondig herzien, wat onder meer heeft geleid tot het verplicht aanbieden van een sollicitatiegesprek. Als een arbeidsgehandicapte voldoet aan de eisen van de vacature, dan heeft die het recht op een gesprek bij de werkgever.
Hierdoor hebben zij de mogelijkheid om in een gesprek te laten zien wat hun waarde is voor het bedrijf. Bij gelijke geschiktheid moet de voorkeur uitgaan naar een arbeidsgehandicapte. Kiest de werkgever hier niet voor, dan moet deze dat gemotiveerd kunnen uitleggen aan het arbeidsbureau.
Het verplicht aanbieden van een sollicitatiegesprek neemt al heel wat drempels weg. De werkgever kan ervan uitgaan dat diegene die op gesprek komt voldoet aan het functieprofiel en dus de werkzaamheden in principe naar behoren zou kunnen verrichten. Vaak is het niet voor een gesprek uitgenodigd worden een grote drempel voor arbeidsgehandicapten in Nederland. De werkgever moet ook kunnen motiveren waarom hij iemand afwijst, wat willekeur voorkomt.
Het voorkeur geven aan arbeidsgehandicapten bij gelijke geschiktheid is wat mij betreft noodzakelijk, aangezien deze groep een grote achterstand heeft op de arbeidsmarkt. Die achterstand dient ingehaald te worden. Ik ben ervan overtuigd dat het Deense model ook in Nederland een breed draagvlak zal vinden bij zowel de werkgevers als de doelgroep waar het om gaat. Niet stigmatiseren, maar participeren. Besluit Klijnsma om de minimale gereedschapkist niet meer te financieren, dan moet het quotum gehandhaafd blijven.