Sinds marktwerking de norm werd, overheerst de chaos bij de inburgering
De participatiewet is mislukt. Dat is de vernietigende conclusie die het Sociaal Cultureel Planbureau afgelopen november trok. Dat ook de Wet inburgering (uit 2013) danig is mislukt, daar is inmiddels iedereen, van links tot rechts, het over eens. Sinds marktwerking de norm werd, overheerst de chaos.
De inburgeringsinformatie was alleen via onbegrijpelijk jargon op websites te vinden. In het Nederlands. Taalcowboys lokten mensen met een “gratis” laptop, maar Nederlands leerden ze nog steeds niet. Gedwongen leningen via DUO stapelden zich op, omdat de juiste informatie niet te vinden was.
De Rekenkamer becijferde al eerder dat waar vroeger ruim 80% van de nieuwkomers slaagde voor het inburgeringsexamen, dit bij de huidige wet Inburgering nog maar 39% was. Dat is niet alleen voor de inburgeraar, maar voor de hele samenleving een drama. De nieuwe inburgeringswet, die per 2021 in moet gaan, moet het ergste daarvan repareren.
Persoonlijk contact is voorwaarde bij inburgering Eén ding dreigt bij al die mooie nieuwe plannen vergeten te worden: de inburgeraar zélf en wat die nodig heeft. Naast het leren van de taal, waar nu (terecht) veel aandacht naar uitgaat, draait het ook om bijvoorbeeld om het vinden van passend werk.
Maar gemeentes komen soms niet eens toe aan persoonlijk contact met hun inburgeraar, omdat ze daar de middelen niet voor hebben, bleek onder andere uit interviews van Tijdschrift Oneworld. Zoals met Jasmin: “Mijn klantmanager is heel aardig maar kon me niet goed oriënteren. Tot nu toe is er niemand die ons [bij het vinden van werk] helpt”. En: “Mijn klantmanager heb ik nooit ontmoet, die heeft eigenlijk nooit contact gezocht”.
Persoonlijk contact en maatwerk zijn de enige instrumenten om inburgeraars echt en volwaardig te laten participeren. Als we als samenleving willen dat zij meedoen, dan moeten we hen ook een goede springplank geven. Hen informatie geven waar ze werkelijk iets aan hebben. En geen bijna-neokoloniale teksten meer in de examens als ‘mag je in Nederland je vrouw slaan?’. En wat heeft een inburgeraar eraan om wel te weten wanneer Willem van Oranje is geboren, maar niet waar hij aangifte kan doen van mishandeling?
Het is nodig om de menselijke maat in de inburgering weer terug te brengen. Door de gebiedende, individualistische benadering van de huidige participatieverklaring te veranderen in een welkomstverklaring. Een voorstel tot het veranderen van het ‘participatieverklaringstraject’ naar een ‘Welkom in Nederland’- traject is dan ook één van de voorstellen die ik maandag tijdens de wetsbehandeling zal doen. Zodat de inburgeraar weet dat hij of zij niet meer door een onbegrijpelijke brij regels zelf zijn weg moet vinden. En erop aan kan dat wij als samenleving samen staan voor zijn of haar inburgering.