In de Beverwaard, een arme wijk aan de rand van Rotterdam, vlogen in 2015 de bakstenen nog door de lucht. Bewoners waren woedend over de komst van een asielzoekerscentrum (azc), met mensen die erop uit zouden zijn om te ‘grabbelen en verkrachten’. Ondanks de hevige protesten hield het stadsbestuur vast aan de plannen en anderhalf jaar later blijkt de zorg ongegrond en de afkeer grotendeels verdwenen. Dat schrijft de Volkskrant.
De onderzoeksconclusie van een onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) – dat vandaag aan de Tweede Kamer wordt gepresenteerd – is dat de komst van een azc geen effect heeft op de veiligheid in de buurt:
In vergelijking met leeftijdsgenoten, seksegenoten en mensen met een lage sociaal-economische status onder de Nederlandse bevolking zijn asielzoekers iets ondervertegenwoordigd in de politiestatistieken, ook als het gaat om zedendelicten.
Els Visser (50) woont in de Beverwaard en is een van de mensen die eerst fel tegen de komst van het asielzoekerscentrum was. Tegen de Volkskrant zegt ze:
Ik heb me vergist. Ik heb totaal geen last van die mensen. We hebben ons gek laten maken door verhalen die rondgingen. Vrouwen konden niet meer alleen over straat omdat ze verkracht zouden worden. Ik was ook bang dat ze hier de boel kort en klein zouden komen slaan als ze geen verblijfsvergunning kregen. Nu denk ik: ik heb me laten meeslepen terwijl ik eigenlijk helemaal niet wist wat we konden verwachten. We zijn opgehitst. We hebben elkaar gek gemaakt. Het was kuddegedrag.
Visser ging ook zelf kijken in het asielzoekerscentrum:
Ik verwachtte royale hotelkamers, maar het waren heel kleine, sobere ruimtes, nog net geen gevangenis.
Ali Honor, manager van het azc in de Beverwaard, vertelt dat de schrik er goed in zat bij bewoners, onder meer vanwege rechtse bangmakerij:
Daarbij kwam dat er verhalen de ronde deden waar niets van klopte. Er zouden alleen alleenstaande mannen komen, de criminaliteit zou toenemen, maar de groep van vierhonderd asielzoekers die op de locatie verblijven, bestaat grotendeels uit gezinnen met jonge kinderen, waarvan de meesten uit Syrië zijn gevlucht.