Is het de moeite waard om honderd te worden in een wereld waarin geen liefde is?
Vlak voor zijn dood fantaseerde en filosofeerde Roelof Kiers, toenmalig directeur van de VPRO over de revolutie die internet teweeg zou gaan brengen. Ongekende mogelijkheden. E- Mail. Boodschappen doen online. GPS. Computers zouden een groot deel van het menselijk handelen overnemen. Automatisering. Efficiëntie, kostenbesparing. Midden jaren 90 klonk het allemaal als dagdromerij maar inmiddels zijn we door die dromen ingehaald.
Je mag je afvragen of deze revolutie de mens in zijn algemeenheid gelukkiger heeft gemaakt. Veranderingen gaan bijna met de snelheid van het licht. Algoritmes. Het menselijk denken wordt uitgeschakeld. Wij worden bijna die computers. Alles wordt door computers gedaan. We hoeven ze alleen nog maar aan te zetten.
Alle diensten zijn geautomatiseerd en overgenomen door computers en digitale, geautomatiseerde systemen. Je kunt al bijna geen mens meer aan de telefoon krijgen als je een probleem hebt of iets wilt oplossen. Ik heb het idee dat wij worden gedomineerd door de handige bedenkers met een sterk beta-brein. Liefde, inspiratie, altruïsme, lijken een steeds kleinere rol te spelen in ons leven. Het wordt kouder en killer. Egoïstischer.
Maar we leven wel langer door de ontwikkelingen in de gezondheidszorg. De vraag rijst of we er kwalitatief op vooruitgaan. Is het de moeite waard om honderd te worden in een wereld waarin geen liefde is? Waar we een nummer zijn geworden. En gaat de automatisering niet het einde van de mensheid betekenen? Drones die bestuurd worden in Los Angeles maar boven het Midden-Oosten aanvallen uitvoeren.
Ik merk aan mezelf dat ik neig naar ‘vlucht’ voor al die modernisering. Dan word ik tegengesproken door voorstanders van al die veranderingen, “dat het toch niet tegen te houden is” en dat ik met de tijd mee moet. Maar het gaat me allemaal te snel. Te veel informatie waar ik niets aan heb. Ben ik een ouderwets mens?