Als het zo ver komt moeten PvdA en GroenLinks op een deels gezamenlijk partijcongres besluiten over regeringsdeelname. Ook vakbonden, armoedeorganisaties en de milieubeweging moeten daar hun zegje mogen doen.
Na een eindeloze zomerslaap lijkt de formatie op gang te komen. Hoog tijd, het demissionaire Kabinet is al lang over haar houdbaarheidsdatum heen en voor er een nieuw Kabinet op het bordes staat zijn we waarschijnlijk nog weken tot maanden verder.
Er is kortom een behoorlijke kans dat een nieuwe voorzitter van de PvdA verantwoordelijk zal zijn voor het proces in de partij richting regeringsdeelname óf het afzien daarvan. Voor leden en kiezers maar ook voor toekomstige oppositiepartners of coalitiepartners is het van belang te weten hoe dit proces er uit zal zien. Zeker als het op belangrijke punten afwijkt van het proces dat de PvdA gewoon is.
Daarbij is het allerbest van belang te weten hoe een nieuwe voorzitter naar regeringsdeelname kijk. Er is geen PvdA-lid te vinden dat regeren met Rutte bijzonder aantrekkelijk lijkt en dat is een mening die ik van harte deel. Toch ben ik niet principieel tegen regeringsdeelname. De groeiende armoede en ongelijkheid, de verslechtering van ons klimaat, de stuitende woningnood, het gebrek aan respect voor de rechtsstaat en internationale solidariteit – het verandert niet vanzelf. Ook de vraag of de nieuwe gemeentebesturen volgend jaar starten met een miljoenentekort óf met voldoende middelen voor zorg, wijkaanpak en armoedebestrijding wordt beantwoord aan de formatietafel. Het doet er toe, voor miljoenen mensen, of er een sociaal Kabinet komt of niet.
Wat mij betreft is de vraag dus niet: vinden we het leuk om met Rutte te regeren? Daarop is het antwoord nee. De vraag is: kunnen we de koers van dit land voldoende verleggen óndanks Rutte? Daarop moet het antwoord volmondig ja zijn. Een toekomstig Kabinet met de PvdA zal sociaal zijn en anders heeft de PvdA in een toekomstige regering helemaal niets te zoeken. Om met Jaap Burger te spreken horen we ‘alleen te regeren als er wat te regeren valt.’ Een formatie met PvdA en GroenLinks is een verkenningstocht om te zien of dat mogelijk is.
Dat vraagt om een scherper proces in de partij dan in het verleden. In de eerste plaats is het wenselijk dat de fractie alvorens definitief om tafel te gaan inhoudelijk consulteert bij de leden. Los van het verkiezingsprogramma programma, waar ziet men gezien de actualiteit en de puinhoop van de afgelopen maanden de grootste nood tot een koersverandering? Die vraag moet beantwoord.
Mochten de onderhandelingen slagen dan spreken zoals gewoonlijk de leden zich uit over het eindresultaat. Wat mij betreft zetten de onderhandelaars van PvdA en GroenLinks nog een extra stap. Het herstel van vertrouwen in de sociale politiek vraagt om een scherpere koers en dus zou ik er voorstander van zijn dat fracties en partijbesturen bij vakbonden, armoedeorganisaties en de milieubeweging hun oor te luisteren leggen. Hoe zien zij het bereikte resultaat?
De partijbesturen geven in een gezamenlijke aanbiedingsbrief aan de leden van beide verenigingen hun weging van het akkoord op basis van de verkiezingsprogramma ’s en de bevindingen van de sociale partners. De leden van PvdA en GroenLinks kunnen zo na stevig debat tot een afgewogen keuze komen op een partijcongres.
Ook dat traditionele congres krijgt wat mij betreft een andere vorm. Ik ben voorstander van een gelijktijdig congres van PvdA en GroenLinks met een gezamenlijke plenaire verantwoordingssessie van de onderhandelaars met gelegenheid tot het stellen van vragen. Aansluitend kunnen Lilianne Ploumen en Jesse Klaver separaat met de eigen leden in discussie en kan er bij beide partijen besluitvorming plaatsvinden. Voor het eerst bij de besluitvorming over een regeerakkoord kunnen bij de PvdA partijleden dan ook vanuit huis meestemmen over het bereikte onderhandelingsresultaat.
Of de PvdA en GroenLinks uiteindelijk aan de onderhandelingstafel plaatsnemen weten we binnenkort. Mocht het zover komen dan is het wat mij betreft tijd om het besluit om wel of niet te regeren vernieuwender en meer democratisch te nemen. Want het is de inhoud die telt en je hoeft geen helderziende te zijn om te zien dat er nog heel wat water door de Rijn moet om de PvdA en GroenLinks leden tot deelname te doen besluiten. Het moet socialer, menselijk, rechtstatelijker, groener én democratischer. Dat vraagt om een scherp oog van de leden én de sociale bondgenoten.