Een fietser reed met zeker dertig kilometer per uur tegen een loslopend zwijn aan. Maar verantwoordelijkheid tonen? Ho maar!
Het is om woest van te worden. Afgelopen vrijdag stond er een artikel in De Stentor met de oproep ‘Bescherm de fietsers tegen wild!’ Fietsers zouden namelijk te veel last hebben van loslopend wild op de Veluwe. Het bericht valt binnen een patroon: de mens heeft last van het dier, het dier is de schuldige. Onlangs was er bijvoorbeeld een hoop te doen over wolven in Nederland die een bedreiging vormen voor het vee van boeren en wat te denken van het doodschieten van de loslopende apen Mike en Karibuna ? Keer op keer is er ophef over dieren die het de mens moeilijk maken. Wat mij hierbij tegen de borst stoot is dat de dieren als het probleem worden gezien, terwijl het achterliggende probleem niet erkend wordt: de mens ontregelt de natuur.
En dat is een groot probleem. Want het eerlijke verhaal is dat het er dramatisch voor staat met de natuur. Of zoals het Planbureau van de Leefomgeving het in zijn afgelopen week uitgebrachte rapport Grote opgaven in een beperkte ruimte noemde: ‘de draagkracht van de biodiversiteit staat onder grote druk.’ Het waarschuwt in het rapport voor de achteruitgang van de biodiversiteit en de beperkte veerkracht van ecosystemen. Daarom moet er snel iets veranderen. Anders lopen we het grote risico dat het binnen tien jaar flink fout gaat met de vitale ecosysteemdiensten. En dat gaat niet alleen de natuur, maar ook de mens opbreken. Het rapport van PBL noemt bestuiving, natuurlijke plaagbestrijding, erosiebestrijding, natuurlijke zuivering van water en lucht en houtproductie als slechts enkele voorbeelden van vitale ecosysteemdiensten die ernstig worden aangetast. Onze verhouding tot de natuur moet dus anders.
Helaas laat de hierboven genoemde ophef over loslopende dieren zien hoe ver we van een juiste oplossing verwijderd zijn. We lijken er namelijk totaal niet bewust van te zijn wat voor waarde de natuur voor ons heeft. Exemplarisch en schrijnend vond ik vooral het stuk in De Stentor. De geïnterviewde fietser in het stuk maakte het wel erg bont. Hij reed met zeker dertig kilometer per uur tegen een loslopend zwijn aan. Zo’n snelheid is flink onverstandig in een natuurgebied. Nu ziet hij wat ervan kan komen. Maar verantwoordelijkheid tonen? Ho maar! Het was de schuld van het dier. In plaats van de hand in eigen boezem te steken pleitte hij ervoor fietsers beter te beschermen tegen loslopend wild. Dat staat gelijk aan het beetje natuur dat we hebben nog meer indammen. Wat dergelijk denken betekent, maakte een andere fietser die werd geïnterviewd haarfijn duidelijk door te stellen dat ze wat hem betreft de zwijnen wel mogen doodschieten. Dan heeft hij lekker te eten. Dat je een intelligent en gevoelig leven vermoordt maakt hem kennelijk niet uit. Dikke ikke staat voorop. Het is een gotspe. Want dit soort kortzichtig egoïsme maakt de problemen op den duur alleen maar erger.
Deze fietsers wanen zich heer en meester, maar ze zijn juist te gast in het natuurgebied. En als gast heb je een verantwoordelijkheid te dragen. Het is tijd dat we die verantwoordelijkheid collectief gaan erkennen. Alleen dan zal het lukken dat de natuur nog echt de ruimte krijgt. Dat is nodig, want er is immers al te weinig ruimte voor beschikbaar.
Verhalen over loslopende wolven in Nederland bevestigen dit. Kennelijk hebben ze nergens anders een plek om te leven. Want zeg nu zelf, wat moet een wolf in godsnaam in Nederland? En binnenkort krijgen we er mogelijk ook de lynx bij. Het is absurd.
Ik snap dan heel goed dat er mensen zijn die zich over dit soort individuele zaken zorgen maken. De veeboer loopt het risico zijn dieren en daarmee zijn winst te verliezen aan deze wilde beesten. En zelfs van de fietsers kan ik begrijp dat ze geërgerd zijn omdat ze hinder ondervinden van de loslopende dieren. Hun ergernis uit zich echter in de meest naïeve prietpraat en non-oplossingen. Ze doen alsof zij degenen zijn die beschermd moeten worden.
Waarom die dieren loslopen vragen ze zich duidelijk niet af. En ergens is dat logisch. Want de ongemakkelijke waarheid is dat de dieren dáár rondlopen omdat juist mensen zoals de boeren en de fietsers de overige ruimte inpikken van de natuur. De lynx is hierdoor letterlijk een kat in het nauw. En ja, die maken rare sprongen.
De enige goede oplossing voor de problematiek van loslopende dieren is makkelijk gevonden als we de oorzaak onder ogen zien. Niet het dier, maar de mens moet inbinden. Dat betekent: minder verstoren van de natuur door te stoppen met asociaal hard fietsen door natuurgebieden. Dat betekent: minder natuurgebieden inpikken voor de megalomane landbouw. En het betekent: minder dieren opsluiten in hun dierentuin-gevangenissen, want dan kunnen ze ook niet ontsnappen. Kortom, bescherm de natuur tegen de mens. Bescherm de mens tegen zichzelf!