Wat bezielt nu hulp- en dienstverleners die onbaatzuchtig het heetst van de strijd opzoeken voor ons aller welzijn?
Het woord politie is afgeleide van het griekse politeia, dat staat voor ‘staatsbestuur’ en de Romeinen kenden een stelsel van ‘Edielen’, handhavers van het eerste uur. Grappige weetjes die je op een doordeweekse dag zomaar in de schoot komen dwarrelen. Ze brachten mij op de bijgedachte dat de ‘jongens en meisjes’, dames en heren ‘in blauw’, die voor u en mij het dagelijks beschaafd bestaan waarborgen, eigenlijk een staande ovatie verdienen.
Mocht u dat wellicht wat overdreven voorkomen, scheur uw blik dan even los van het scherm en kijk om u heen. Zijn zij niet ambtenaren die gewoon hun dagelijkse plicht doen en moeten we dan ook applaudisseren voor al die harde werkers in de verpleging? Feitelijk wel ja.
Want wat bezielt nu hulp- en dienstverleners die onbaatzuchtig het heetst van de strijd opzoeken voor ons aller welzijn? Wie zijn die mensen in groen, grijs en blauw die het militaire apparaat bevolken? Ongetwijfeld is de psychologische duiding al gedaan. Het verlangen zal ooit begonnen zijn met de kinderdroom van een mooie blauwe pet en een glimmende auto met zwaailicht. Verpleegkundigen speelden al vroeg met een dokterstasje en verpleegden pop en zieke beestjes. Kinderfantasieën die bij de meesten van ons richting adolescentie vervliegen. Maar dan, eenmaal volwassen zetten deze mensen door en begeven zij zich in een arena die kinderdromen snel zal doen sneuvelen. De witte brigade in de ziekenhuizen krijgt te maken met een dagelijkse werkdruk waar stevig appèl wordt gedaan op hun empathisch vermogen, en het veeleisend publiek stelt hoge eisen. De werkelijkheid is maakbaar geworden en patiënten verwachten soms het onmogelijke. In de wereld op straat is het al niet anders gesteld. Ook daar rukt het het-grote-gelijk-van-de-burger op en wordt politie gezien als ‘afroepbaar op nummer’. Men heeft maar op te dagen en zich burger-wangedrag te laten welgevallen.
Wellicht ontlenen zij enige status aan hun beroepskeuze maar met de risico’s die zij nemen kan dat nooit het doorslaggevend argument zijn. Er zal dus sprake zijn van een heuse roeping, een weerbarstig niet-anders-willen-of-kunnen. Die drang is de basis, ook al wordt dat heilig vuur helaas door de keiharde werk-realiteit van alle dag nogal eens gedoofd.
Respect, wet en regelgeving en gezag zijn onwelgevoeglijke woorden geworden. Wij maken zelf de dienst wel uit en die lastige agenten moeten de burger met rust laten en ‘boeven gaan vangen’. Wij zijn in ons verwend bestaan inmiddels zover gezonken dat we zelfs de simpelste parkeerbon betwisten.
Natuurlijk branden daarom velen op of blussen uit, het menselijk elastiek is immers niet oneindig rekbaar. Maar wat drijft dan deze mensen?
De wetenschap draagt een aantal interessante inzichten aan. In de eerste plaats word onze empathie gewekt door zogenaamde spiegelneuronen. Deze neuronen spiegelen ons het gedrag van de ander en laat ons daarom ‘meevoelen’ in leed en emoties. Diegene die zich beroepsmatig dient te verplaatsen in die ander om zijn gedrag te kunnen duiden traint als het ware zijn empathisch vermogen op maximale wijze. Een deel van deze neuronen zetelt in de prefrontale cortex. Bij beschadiging van die gebieden ontstaat zelfs agressief en immoreel gedrag. De kiem voor het rechtvaardigheidsgevoel en andere gedragsverklaringen vanuit de biologie van het brein genoeg dus. Ethisch en moreel besef ziet men ook elders binnen het dierenrijk. Gezaghebbend (hersen-)wetenschapper Dick Swaab formuleert in een notedop: “het hebben van empathie, het meevoelen met anderen is de basis voor al het moreel handelen”. En dat is dus niet alleen een geval van ‘nurture’ maar zeker ook van ‘nature’.
‘Moed, beleid en trouw’, niet alleen waarden die gelden voor militairen wat mij betreft. De Amerikaanse politie-agent voert ‘To protect and serve’ in zijn vaandel, een mooie beknopte taakomschrijving. Taakomschrijving, beschaving, discipline en biologie, laten echter onverlet dat ik hier alsnog mijn gewaardeerd applausje laat klinken.