Belgische wetenschappers pleiten in een opiniestuk in de Franstalige krant Le Soir voor een andere strategie tegen het coronavirus. In plaats van afwisselend complete sectoren open of dicht te gooien willen ze een label introduceren dat aangeeft of een zaak of instelling ‘corona veilig’ is. Epidemioloog Marius Gilbert (Université libre de Bruxelles) en infectiologen Nathan Clumeck (UMC Sint-Pieter) en Leila Belkir (Universitair ziekenhuis Saint-Luc) stellen dat een dergelijk keurmerk uitgereikt kan worden aan ruimtes die aan een aantal vast te stellen normen voldoen zoals goede ventilatie, dragen van maskers en het beperken van de verblijfsduur.
De benadering stelt ondernemers en uitbaters in staat hun ruimtes corona veilig te maken middels aanpassingen die vervolgens door controleurs gecheckt kunnen worden. Volgens de wetenschappers is de huidige lange termijnstrategie voor ‘zero covid’, die is gebaseerd op het bereiken van groepsimmuniteit en terugkeer naar ‘normaal’ via vaccinatiecampagnes, niet meer houdbaar. Het valt volgens hen te moeilijk te voorspellen of het virus zich definitief zal laten uitschakelen door de vaccins dan wel met mutaties die bescherming toch weet te omzeilen. Ook vrezen ze dat de vacinatiebereidheid onder de bevolking op den duur dusdanig afneemt dat groepsimmuniteit niet meer haalbaar is. Ze waarschuwen alvast voor nieuwe uitbraken in herfst en winter.
“Het probleem treedt op wanneer een groot aantal mensen zonder masker op een slecht geventileerde plaats met elkaar praat,” constateren ze. Dat is in principe te voorkomen. De wetenschappers kiezen daartoe voor eenzelfde benadering als bij brandveiligheid. Wie z’n zaak onvoldoende beveiligt, moet sluiten.
"“Branden, hoe dramatisch ze ook zijn, hebben een uiterst beperkte impact op de volksgezondheid. Het is in België echter niet mogelijk om een openbare ruimte te openen zonder dat deze zorgvuldig is onderzocht vanuit het oogpunt van brandveiligheid, en de eigenaren weten heel goed dat er geen compromis hoeft te worden gesloten met dit risico. Ventilatieapparatuur, luchtdesinfectietoestellen, EPA-filters, CO2-detectoren, verkeersprotocollen: al deze middelen bestaan en moeten worden ingezet om onze openbare plaatsen waar transmissie kan worden teruggebracht tot een restrisico, volkomen acceptabel te maken, zelfs als dit een aanvulling betekent met aanvullende protocollen zoals het dragen van een masker of het gebruik van tests tijdens gevoelige periodes.”"
De wetenschappers stellen dat de overheid noodzakelijke investeringen eventueel kan subsidiëren en dat al die maatregelen waarschijnlijk goedkoper zullen uitpakken dan het blijven verlenen van staatssteun.
"“We hebben nu ook de middelen om het relatieve risico van een professionele of vrijetijdsactiviteit te definiëren op basis van de context, locatie, ventilatiekenmerken en duur. Bij een buitenactiviteit, waarbij een masker wordt gedragen, kan het risico als verwaarloosbaar worden beschouwd. In een auditorium, bioscoop, gebedshuis, bijeenkomst, sport is het relatieve risico laag bij het dragen van een masker, sociale afstand houden en voldoende ventilatie. Dit risico kan verder worden verkleind door het gebruik van tests of, in bepaalde omstandigheden, door het gebruik van vaccinatiecertificaten. Door de risico’s van verschillende activiteiten te kwantificeren op basis van hun precieze context, zouden de limieten en verboden veel fijner kunnen worden aangepast als, helaas, een hervatting van de epidemie dit ooit zou rechtvaardigen.”"
Ze zeggen dat het niet gaat om het concept “leven met het virus” maar een benadering van “ondanks het virus”. Het doel is het risico te minimaliseren en daarbij een restrisico te accepteren zoals dat ook wordt gedaan bij verkeersveiligheid of brandpreventie.