BBB muilkorft Friese ambtenaren die zich openlijk zorgen maken over de klimaatcrisis
Ambtenaren in de provincie Friesland moeten voortaan zwijgen over de klimaatcrisis en hun zorgen daarover inslikken. Dat hebben de Gedeputeerde Staten besloten na klachten van de BBB-fractie. Dat meldt de Leeuwarder Courant (LC). In oktober ondertekenden ruim 4500 ambtenaren uit heel Nederland een brandbrief aan de Tweede Kamer en het kabinet waarin zij hun zorgen uitten ‘over de in hun ogen te trage aanpak van de klimaat- en ecologische crisis’.
BBB-fractievoorzitter Abel Kooistra, die namens zijn partij vooral de belangen van de natuur- en milieuvernietigende agroindustrie behartigt, vond dat de vier Friese ambtenaren die de brief ondertekenden met hun ‘activistische boodschappen’ de objectiviteit van hun ambt ondermijnen. Hun persoonlijke mening dat de leefbaarheid van de planeet gewaarborgd moet blijven, zou volgens de BBB het ‘functioneren van het openbaar bestuur schaden evenals het vertrouwen van burgers in de overheid en de democratie’.
Het College van Gedeputeerde Staten (GS), een coalitie van BBB, CDA, ChristenUnie en de Friese Nationale Partij, heeft zich nu achter de BBB-fractie geschaard. 'Het is aan bestuurders en politici om naar buiten te treden over politieke onderwerpen,’ aldus de GS. Ambtenaren moeten voortaan braaf stilzitten en doen wat hen wordt opgedragen.
In de brief van 3 oktober staan onder meer:
'Wij ambtenaren hebben de ambtseed afgelegd. Hoewel verschillend per overheidsinstantie is de kern daarvan altijd dezelfde: we zetten ons in voor het algemeen belang, het welzijn van alle burgers en de grondwet en we beloven integer en naar eer en geweten te handelen en ons een zelfstandig moreel oordeel over de juistheid van ons handelen te vormen.Met het voorrecht als ambtenaar om mee te werken aan beleid komt ook de plicht om daar waar nodig te waarschuwen. Het belang daarvan is onderstreept in het Toeslagenschandaal. We waarschuwen nu bij de klimaatcrisisaanpak. We zien dat er wel goed beleid is en dat de wetenschap overduidelijk is, maar dat ondanks de al genomen besluiten de urgente uitvoering daarvan achterblijft. We constateren dat de overheid haar zorgplicht niet waarmaakt.'