Als wij als samenleving of overheid dus op zoek moeten naar geld voor klimaatbeleid, denk dan aan wie verantwoordelijk is voor de schade.
Wie rood staat kan niet groen doen. BBB-kamerlid Henk Vermeer herhaalde recent deze uitspraak, die in het verleden ook al door politici van SGP tot PvdA is geuit. Het is inderdaad belangrijk om klimaatmaatregelen, of het geld ervoor, niet onevenredig bij de lagere inkomens neer te leggen. Gelukkig hoeft dat ook helemaal niet.
Klimaatverandering is een groot en urgent probleem dat de samenleving op meerdere aspecten raakt. Onrecht en ongelijkheid zit hier op twee manieren in verweven. Ten eerste is niet iedereen even verantwoordelijk voor klimaatverandering. Het zijn doorgaans rijke landen, en rijke mensen binnen landen, die onevenredige verantwoordelijkheid dragen voor uitstoot en vervuilende praktijken. Daarnaast zijn het grote vervuilende bedrijven die zowel directe verantwoordelijkheid dragen voor uitstoot, als indirect door decennialange campagnes van misleiding en vertraging.
Ten tweede worden lage-inkomenslanden, en mensen met lagere inkomens binnen een land, onevenredig hard geraakt door de gevolgen van klimaatverandering. Extreme hitte, vernietigende overstromingen en onleefbare condities door klimaatverandering worden steeds normaler in landen die historisch gezien helemaal niet veel aan klimaatverandering hebben bijdragen. Ook binnen landsgrenzen vinden we die ongelijkheid terug. In Nederland raakte de energiecrisis de lage inkomensgroepen het hardst, en ook tijdens extreme hitte zijn het mensen in slecht geïsoleerde sociale huurwoningen die geen toegang hebben tot verkoeling.
Deze klimaatschade, door bijvoorbeeld overstromingen, extreme droogte of hitte, kunnen we via attributie koppelen aan de vervuiler. Onderzoekers hebben de kosten deze van klimaatschade gekoppeld aan vervuilers. Wat blijkt: voor bijna alle grote vervuilers wereldwijd geldt dat ze jaarlijks méér winst maken dat dan ze voor klimaatschade verantwoordelijk zijn. In 2022, het jaar van de energiecrisis, was dat verschil wel erg schrijnend. Zo maakte Shell zo’n 66 miljard dollar winst, terwijl het per jaar zo’n 24 miljard dollar aan klimaatschade zou moeten dekken. Die winst is toen gemaakt omdat door de oorlog in Oekraïne de olie- en gasprijzen ontzettend hoog waren. Dat heeft sommige mensen met een kleine beurs misschien wel in het rood gedrukt.
Het PBL schatte de kosten voor klimaatbeleid in Nederland tussen 2020 en 2030 op zo’n 3 miljard euro per jaar. Shell zou dat met haar winst dus ongeveer 20 keer kunnen betalen. Als wij als samenleving of overheid dus op zoek moeten naar geld voor klimaatbeleid, denk dan aan wie verantwoordelijk is voor de schade. De BBB gebruikt hier eigenlijk arme mensen om maar minder klimaatmaatregelen te hoeven realiseren. Als Henk Vermeer en consorten het daadwerkelijk met arme mensen te doen hebben, én klimaatverandering serieus nemen, dat moeten ze juist de meest kwetsbaren in bescherming nemen met stevige klimaatmaatregelen, en het geld ervoor halen bij het kapitaal van die grote bedrijven die daadwerkelijk verantwoordelijkheid dragen. Voor rechtvaardig klimaatbeleid hoeft je geen arme mensen te betuttelen.