Xenofobie is het gevaar dat ons bedreigt, niet de angst voor het eigene
Nederland heeft last van oikofobie, angst voor het eigene, betoogt Thiery Baudet in zijn gelijknamige boek. De filosoof slaat de plank helemaal mis. Xenofobie, angst voor het vreemde, is onze grootste bedreiging, reageert Jeroen van Gerven.
In een boek en een aantal recente artikelen heeft Thierry Baudet de term oikofobie als tegenhanger van xenofobie geïntroduceerd. De filosoof doelt hiermee op een angst voor het eigene en in Nederland zouden we er ernstig mee te kampen hebben. We zouden ons ‘thuis’ verwaarlozen en onszelf onvoldoende weten te waarderen ten opzichte van het buitenland.
Helemaal onherkenbaar is dat niet. Er is in ons land zeker een onderstroom die onszelf tamelijk laag inschat of ons schuldig acht aan de ellende van anderen. Gemakkelijk wordt bijvoorbeeld gezegd dat iets ‘on-Nederlands goed’ is. Xenofobie is volgens Baudet juist een niet bestaand probleem.
De realiteit is dat beide fenomenen naast elkaar bestaan en zich tot elkaar verhouden als communicerende vaten. Naar mijn mening is de xenofobie recent juist meer toegenomen, wat gepaard gaat met het oppoetsen van de eigen cultuur en het sterker benadrukken van de Nederlandse belangen. Xenofobie is dan ook een veel groter probleem dan oikofobie.
Baudet noemt drie ontwikkelingen waarin de oikofobie zich manifesteert en waarmee de elite min of meer bewust de rust in het vaderland zou verstoren: immigratie en de multiculturele samenleving, de Europese integratie en moderne kunst. Dat laatste desoriënteert mensen, volgens Baudet. Ik kan het moeilijk inzien en het lijkt me meer een uiting van algemene weerzin tegen de elite. Ik laat het verder maar buiten beschouwing.
Dat het propageren van immigratie, multiculturaliteit en ‘Europa’ enigszins samengaat met het relativeren van de eigen cultuur en belangen is aannemelijk. Daar kun je bezorgd om zijn en kritiek op hebben, maar het is toch een betrekkelijk klein probleem. Het zou te betreuren zijn als cultuurverschillen volledig verdwijnen, maar dat is bepaald niet aan de orde. Nederland is als geheel niet wezenlijk minder herkenbaar geworden en beschikt over voldoende sterke cultuurdragers en eigenheid. Laat staan dat er een doordacht plan van de kant van de elite zou bestaan, waarvan het toelaten van immigranten en het lidmaatschap van de EU deel uitmaken.
Nederland is een klein land, omringd door tamelijk sterke culturen, zoals de Franse, Duitse en Angelsaksische. Daarmee zijn we wellicht wat kwetsbaarder voor en afhankelijker van buitenlandse invloeden. Voor zover dit een probleem is, is het een eeuwenoud probleem, waaraan we nooit ten onder zijn gegaan.
Voor alles acht ik oikofobie een achterhaald probleem. In de vorige eeuw zag je nog wel dat problemen rondom immigranten, toen die er eenmaal waren, onder het tapijt werden geveegd of dat kritiek op de multiculturele samenleving werd weggezet als racisme, waardoor de eigen bevolking zich soms achtergesteld voelde – maar dat niet wezenlijk werd. Die tijd ligt echter ver achter ons en ook de EU is al lang geen heilige koe meer.
Integendeel. Wie in deze tijd politiek wil scoren, moet zich vierkant keren tegen het vreemde: moslims, Polen, Europa en wat dies meer zij. De eigen cultuur wordt tegenwoordig eerder opgedrongen aan immigranten dan weggepoetst en in Brussel is Nederland een van de landen die het meest op de rem trappen. Xenofobie bestaat wel degelijk en is juist helemaal ín.
De manifest geworden xenofobe houding pakt vele malen slechter uit voor ons land dan de onderstroom die de Nederlandse eigenheid enigszins relativeert. We leven namelijk in een met name door internet en sociale media steeds kleiner en opener wordende wereld. Samenleven veronderstelt daardoor dat we ook contacten over de grens weten te leggen en te onderhouden. Binnen dat verkeer is het een kwestie van basisfatsoen dat we vreemde culturen niet zien als iets om buiten de deur te houden en het nationale belang niet per definitie boven supranationale belangen stellen. Anders sluit je jezelf af van de buitenwereld.
Zowel immigratie als Europese eenwording is bovendien een ontwikkelingen die niet meer te keren is, of we het nou leuk vinden of niet. De reële discussie is beperkt tot de vraag ‘meer of minder?’. In plaats van ons (onnodig) druk te maken of we nog wel Nederlands genoeg zijn, kunnen we er beter voor zorgen dat we blijmoedig of met frisse tegenzin onze internationale positie vestigen. Ook de huidige economische crisis is dermate internationaal van karakter dat we die alleen te lijf kunnen door partners te zoeken in Europa en ons te verdiepen in wat er op andere continenten gebeurt.
Oproepen om ons te richten op het oppoetsen van het eigene in een tijd van mondialisering verraadt een grote angst om niet mee te kunnen in de grote boze buitenwereld. We zullen deze eeuw het sterkst staan als we blind vertrouwen op de kracht van onze oikos en de xenos kunnen zien als een boeiende en noodzakelijke uitdaging en niet als een bedreiging waartegen we ons moeten verzetten door ons naar binnen te keren.