Bas Heijne was te gast in Buitenhof. De schrijver ontvangt aanstaande donderdag de belangrijkste literaire prijs van Nederland: de P.C. Hooftprijs. Heijne ging in gesprek met presentator Paul Witteman over normen en waarden in Nederland, de toon van het maatschappelijke debat en zijn werk als columnist in een ‘bezeten wereld’.
Heijne analyseert de huidige ‘hyperbolenwedstrijd’ in het publieke debat, waardoor het volgens hem heel lastig wordt om überhaupt nog met elkaar te praten. ‘Soms is het heel prettig om mensen te haten, want dan ben je natuurlijk omring door gelijkgestemden.’ Aldus Heijne. Maar hij ziet ook vooral hoe deze hevigheid wordt aangewakkerd door de politiek. Die zou van Heijne iets minder vaak ‘pleur op’ mogen zeggen.
Uiteindelijk moeten mensen volgens Heijne toch met elkaar in discussie. ‘Je moet toch proberen je standpunten te verdedigen in die publieke ruimte, en te laten bekritiseren. En als je zegt ‘ja ik wil gehoord worden’ dan moet je ook kunnen luisteren’ zegt Heijne.
Een indrukwekkende Bas Heijne gaat in op de thema’s van zijn werk: Nederland in tijden van globalisering en immigratie.
"De kleine wereld is voor veel mensen ook nog belangrijk. Als mensen het gevoel krijgen dat die grote wereld die kleine wereld gaat wegvagen, dan krijg je toch effecten."
Heijne begon voor grote gebeurtenissen als 11 september te schrijven over deze thema’s en het heeft hem eigenlijk nooit meer losgelaten.
Ook ging Paul Rosenmöller als voorzitter van de VO-raad in gesprek met Wieger Maris, de directeur van bijscholingsinstituut Erasmus Education in discussie over de groei van het zogeheten ‘schaduwonderwijs’. Het aantal bedrijven die bijlessen, huiswerkbegeleiding en examentrainingen aanbieden groeit namelijk fors en de prijzen die ouders voor de extra ondersteuning neerleggen liegen er niet om. De onderwijsinspectie trekt aan de alarmbel om deze ‘zorgelijke ontwikkeling’ die kansenongelijkheid bevordert.
Zo beargumenteert Rosenmöller:
"De harde gegevens zijn dat twee leerlingen met dezelfde ambities en mogelijkheden, maar met ongelijke sociaaleconomische achtergrond, niet gelijk uitkomen. Dat is voor ons in het onderwijs en ik denk voor u als docent ook een grote zorg."