Al sinds jaren bestaat er een beeldvorming waarin de ‘wereldverbeteraars’ van de jaren zestig-zeventig als volstrekt belachelijk, anachronistisch, zielig en loser-achtig worden afgeschilderd.
In een schilderachtig dorp in het Franse departement van de Ardèche hebben in de jaren zeventig een paar mensen een project opgestart dat gaandeweg uitliep op een groot succes. Je kunt het rustig zo noemen, om de simpele reden dat hun bedrijf nog steeds bestaat, iets wat gezien de aard ervan een wonder mag heten. Ze waren idealisten, van het genre dat ze in Frankrijk ‘baba cool’ noemen, ze wilden laten zien dat het mogelijk is een bedrijf te runnen zonder zich aan de wetten van het vrije-marktsysteem, anders gezegd de concurrentiestrijd, te onderwerpen. Een coöperatief bedrijf met een kapitaal waarin alle werknemers delen. Samen vormen ze de grootste groep aandeelhouders, ze participeren op democratische wijze aan de besluitvorming. In Frankrijk heet zo’n bedrijf een SCOP (société coopérative de production). Veel van dit soort initiatieven hebben het in de jungle van onze extreem liberale maatschappij niet vol kunnen houden. De betreffende wolspinnerij met zijn 50 loonarbeiders wel. Ze hebben in de loop van de jaren hun koers moeten bijsturen, hun productie moeten aanpassen aan trends en modes, hun activiteit moeten diversifiëren (verkoop via internet, workshops textielfabricatie, het ontvangen van toeristen enzovoort), maar aan het coöperatieve principe hebben ze niet getornd. Goed, naar buiten toe moeten ze wel concurreren (al is het slechts defensief), maar interne concurrentie is uitgesloten, en van speculerende, korte termijn denkende aandeelhouders hebben ze geen last. Bewijs dat het kan. Baba cool! Halfzachte wereldverbeteraars in zelfgebreide truien! Dacht ik ook. Denk nu: halfzacht? – niet zo zeker…
Laten we onze jeugd erop wijzen Ach ja, die jaren zestig en zeventig, toen alles kon en mocht! Generatie verwende babyboomers voor wie de toekomst in een tijd van materiële vooruitgang, in een wereld van groeiende welvaart, wijd open lag. Makkelijk om dan van je jonge jaren één groot feest te maken. Vanuit een geluidsbox klinkt de stem van Bob Marley, we zitten samen in een kring, een indianenpijp met hasj gaat rond en we wisselen van gedachten over bewustzijnsverruiming en alternatieve samenlevingsvormen. Voor de jeugd van vandaag liggen de zaken wel heel anders, ze kunnen zich de luxe van het samen-dromen en met alternatieve leefwijzen experimenteren niet veroorloven. Willen ze een kans maken op de markt, en dat in ‘een tijd van crisis’, dan moeten ze er al op jonge leeftijd als de kippen bij zijn. Vlot, disponibel, flexibel, netjes gestroomlijnd en empowered. Want anders val je uit de boot. Dit is althans wat we ze aanpraten. Erger, we doen het hen voorkomen alsof onze maatschappij van vandaag, die grotendeels wordt bepaald door economische wetten die zich voordoen als onwrikbaar en onweerstaanbaar, als natuurwetten, de enig mogelijke is. Alle systemen hebben gefaald, alle wereldverbeteraars hebben zich vergist, het bestel dat we nu kennen, dat van de heilige concurrentie, waarin je blij bent wanneer de ander faalt omdat de kans dan groter is dat jij wint – dat maatschappelijk bestel is de mensheid nu eenmaal vanaf alle eeuwigheid voorbestemd. En verder heeft het geen zin om hier verder je hoofd over te breken. Doe gewoon maar wat de managers je zeggen, ze weten het ‘t best. Stop! Leugenpraat! Wanneer we de jeugd niet wijzen op de projecten, door wereldverbeteraars met geitenwollen sokken gestart, die wél de tand van de tijd van Reagan en Thatcher, van Schröder en Wim Kok, van Sarkozy en Macron, van Goldman Sachs en de Brusselse technocratie hebben doorstaan (en het zijn er meer dan we denken), dan zeggen we ze niet de hele waarheid. En wie niet de hele waarheid zegt, die liegt.
Twee stromingen baba cool Natuurlijk zijn de meeste baba cools van destijds al sinds lang bijgedraaid. En voor zover ze de wereld dachten te verbeteren door met bestaande communistische systemen te heulen, is dat maar goed ook. Alles wat extreem is, dat wil zeggen totalitair, dat wil zeggen tegenspraak uitsluit, is verwerpelijk. Maar is ‘bijgedraaid’ het juiste woord? Zit ik ernaast wanneer ik zeg dat er twee stromingen baba cool waren: diegenen die het om de verwerkelijking, verruiming, ontplooiing van hun eigen ‘ik’ ging, en diegenen die zochten naar andere, meer solidaire samenlevingen? Misschien is de scheiding pas geleidelijk aan duidelijk geworden. Toen bleek dat diegenen die voornamelijk naar zelfverruiming en verwerkelijking van de eigen persoon streefden heel goed hun plek konden vinden in een extreem liberale samenleving waarin de heersende krachten alle verbanden tussen mensen uit de weg ruimen omdat het ideaal van de concurrentiële vrije markt (toegepast op alle domeinen) volstrekt geatomiseerde individuen veronderstelt. Wie de mond vol heeft over de verwerkelijking van het ‘ik’, of het nu is via psychologische technieken, oosterse filosofieën, of mystieke spiritualiteit, werkt de facto de verwezenlijking van dit nare ideaal in de hand. Ja, deze stroming baba cool bloeit nog steeds, misschien meer dan ooit tevoren. Spiritualiteit is in, en glossy: welnezz, hapinezzzz (zie ze zweven… en geld verdienen). En ja, we gaan maar door met het schampen op die andere baba cools, van de andere stroming, die van de ‘wereldverbeteraars’. In Frankrijk gingen ze geiten fokken in de Cevennen. Ze hielden het niet lang vol. Tuurlijk niet, de stakkerds! Al sinds jaren bestaat er een beeldvorming waarin de ‘wereldverbeteraars’ van de jaren zestig-zeventig als volstrekt belachelijk, anachronistisch, zielig en loser-achtig worden afgeschilderd. En over de projecten die ze zijn begonnen en die wél beklijfden, hebben we het al helemaal niet. Of veel te weinig. Juist omdat ze laten zien dat andere manieren van samen-leven en samen-werken dan die van de concurrentie mogelijk zijn. Ja, ze laten zien dat het extreem liberaal dogma niet onwrikbaar en onweerstaanbaar is.
Tja…
Zo, dat ik nog eens een lans zou breken voor de ‘wereldverbeteraars’, voor die gekke baba cools!… Maar ja, het wordt misschien tijd. Dat mooie project in de Ardèche, geslaagd project, bloeiend bedrijf – ik zie het als een teken dat hoop geeft, zin geeft. Laten we ook dit verhaal aan onze jeugd vertellen.