'Auti-weiger-scholen': ga je schamen!
• 12-08-2013
• leestijd 3 minuten
Weigeren is een keus; passend onderwijs een plicht
Maddy Hulshof is leerkracht, ze schrijft regelmatig over het opgroeien van haar zoon Gijs (14 PDD-NOS). Over mooie verrassende momenten maar ook over moeilijke keuzes. Gijs zit in de derde klas van regulier voortgezet onderwijs.
We gaan het laatste jaar in waarbij passend onderwijs geen verplichting is. Nog op het startblok van dit schooljaar gaat het over “Auti-weiger-scholen”. Een lelijk woord waar ik het liefst omheen lees en luister. Een “Auti-weiger-school” roept het beeld op van harde banken en een muf houten gymzaaltje waar de teams door de twee populairste leerlingen worden gekozen. Waarbij dezelfde leerlingen altijd als laatste overblijven. Liever heb je ze niet in je team, niet op je school.
Is het beter om niet te vertellen dat je autisme hebt? Is het beter om te zwijgen? Voor onze eigen zoon Gijs zijn we open over autisme naar hemzelf en de buitenwereld als de situatie erom vraagt. Tot nu toe. Gijs weet wat er aan de hand is, kent zijn zwakke en sterke kanten. Hij weet hoe hij werkt, en werkt hij niet dan roept hij hulp in: “mam, wil jij dat overleggen met school?” Maar tijden veranderen. Een diagnose lijkt eerder een valkuil dan een handvat ( Malou van Hintum in de Volkskrant van 9 augustus ). Gijs’ belang ligt niet bij een “Auti-weiger-school”. Zijn belang ligt bij een positieve beeldvorming voor en door mensen met autisme, en dat lukt niet als je erover zwijgt.
Er zijn fantastische vaandeldragers -met autisme- voor autisme. Gijs Horvers (mediator bij Auticomm)die zijn levensverhaal vertelt bij de NCRV. Het kan, zegt hij: gewoon meedoen met autisme, maar je moet sterk zijn en je eigen weg volgen. Diederik Weeve (voorlichter bij Shell) met zijn inspirerende vergelijking over autisme en processierupsen. Deze rupsen hebben als belangrijkste genetisch bepaalde eigenschap dat ze achter de kont van een soortgenoot aanlopen. Eén op de 100 processierupsen heeft een gemuteerd gen. Hierdoor lopen ze niet achter de kont van een andere rups en dus lopen ze voorop. Je eigen weg volgen: zo werkt het ook bij autisme.
Gijs sprak af om met vriendjes te kamperen. Gewoon in de tuin bij een van de ouders. Hij kent zichzelf “ik probeer het eerst een nachtje, als het te druk is kom ik thuis”. Hij bleef vier dagen. Ik miste hem de tweede dag al. Ik miste zijn verwondering over het onweer in de avond; ik miste zijn ergernis over de trein die drie minuten te laat was; ik miste zijn rake typeringen van mensen op het terras; ik miste zijn stille bescheidenheid in huis; ik miste zijn enorme kennis toen ik niet op de naam van een geur kon komen; ik miste dat ik voor niemand hoefde te zorgen. Het was kortom een beetje saai. Ik betrapte mezelf erop dat ik in het dorp genoot van mensen die net iets harder praatten dan nodig was; die in de supermarkt niet konden kiezen bij het groentevak; die naar muziek luisterden die ik niet kende; die zich wat stuntelig voortbewogen in het verkeer; die net iets anders waren dan de rest. Zij fleurden mijn dagen op.
Als ouders proberen we Gijs trots te laten zijn: voorop lopen is goed! Als ouders leren we hem dat we helpen als hij het nodig vindt en nodig heeft. Hij loopt steeds meer zelf voorop. Sterk, gesterkt. Zelf werk ik in het reguliere onderwijs, een verwijzing van een leerling naar speciaal onderwijs voelt voor het team als een verlies. Dat het beste wat we hadden niet goed genoeg was voor dit kind op onze school. “Auti-weiger-scholen” kiezen voor armoe. Natuurlijk verwacht de onderwijs-inspectie hoge opbrengsten, die wil zoveel mogelijk resultaat tegen zo laag mogelijke kosten. Maar het is een keus van schooldirecties om leerlingen met autisme te weigeren. Het is een schoolvisie om iedereen mee te laten doen, dan maar niet allemaal een zeven gemiddeld. Binnen geen enkel groeizaam pedagogisch klimaat worden teams nog gekozen door de populairste leerlingen. “Auti-weiger-scholen”: ga je schamen! Weigeren is een keus; passend onderwijs een plicht.