Artikel over Haagse shariawijk is gemiste kans
• 20-05-2013
• leestijd 5 minuten
Goed om er een artikel aan te wijden, maar waarom koos de journalist voor de uitvoering zo'n alarmistische toon?
Een artikel in Trouw over een Haagse shariawijk ontaardde al snel in een hysterische discussie. Dat kwam mede door de hijgerige opening van het artikel. Het is een gemiste kans omdat het artikel ook de aanleiding had kunnen vormen voor een serieus debat, bijvoorbeeld over de vraag hoe we in Nederlandse buurten met de vrijheid van minderheden omgaan.
Perdiep Ramesar, een journalist van Trouw, maakte een reportage over jihadisten die vanuit Den Haag naar Syrië gaan en belandde in de ‘Vergeten Driehoek’, een wijk die vergeten is bij de stadsvernieuwing. Ramesar, sprak daar diverse buurtbewoners die zich beklaagden over de dominantie op straat van een groep orthodoxe moslims, waardoor deze buurtbewoners zich ernstig in hun bewegingsvrijheid beperkt voelen. Hoewel dit niet uniek is, er zijn helaas meer plekken in Nederland waar een dominante groep anderen in hun vrijheid beperkt, is het te begrijpen dat de journalist hier een verhaal in zag.
Buurten waar de bewoners zich beperkt voelen door orthodoxe moslims zijn zeldzamer dan buurten waar het omgekeerde aan de hand is. Het kan dus nieuwswaarde hebben daar aandacht aan te besteden.
Het is bovendien ernstig wanneer bewoners van een buurt zich beperkt voelen door de aanwezigheid van een dominante groep, die al dan niet in de meerderheid is. Dat heeft, zoals een Marokkaanse buurtbewoonster in het artikel ten onrechte meent, weinig met democratie te maken. De essentie van democratie is namelijk niet alleen het procedurele aspect dat de meerderheid beslist, maar ook dat die meerderheid zoveel mogelijk ruimte laat aan minderheden voor hun opvattingen en gedragingen.
In de meeste gevallen zijn moslims, en zeker orthodoxe moslims, in de minderheid en worden zij door een dominante meerderheid aangesproken op hun afwijkende kleding en gedrag. Dat gebeurt niet altijd even vriendelijk. Discriminatie en uitsluiting van (orthodoxe) moslims zijn aan de orde van de dag.
In sommige buurten in Nederlandse steden is echter het tegenovergestelde aan de hand, zeker wanneer daar relatief veel orthodoxe moslims wonen: moslims en niet-moslims kunnen zich dan ernstig beperkt voelen door de aanwezigheid en het gedrag van deze orthodoxe moslims. Ook dat kan ernstige en kwalijke vormen van uitsluiting aannemen. Alarmistisch Goed om daar een artikel aan te wijden, maar waarom voor de uitvoering koos de journalist zo’n alarmistische toon? Zo luidt de titel van het artikel ‘Als je wijk verandert in een klein kalifaat’. Ramesar stelt vervolgens in de opening van zijn artikel dat het lijkt alsof in de Driehoek ‘een mini-sharia’ is ingevoerd of ‘een klein kalifaat’ is gesticht. “Ongeschreven wetten worden er de praktijk, zonder dat de overheid er concreet en zichtbaar iets aan doet.”
Ramesar probeert vervolgens zijn stelling te onderbouwen door in het artikel alleen mensen aan het woord te laten die zijn beeld bevestigen. Mogelijke tegengeluiden worden niet genoemd en ook professionals die in de buurt actief zijn, waaronder de politie, komen niet aan het woord. Dat had waarschijnlijk geleid tot een genuanceerder artikel, maar ook tot een artikel dat minder de aandacht had getrokken. Dankzij de onheilspellende opening van het artikel lukte het Trouw nu om veel aandacht te trekken van politiek, journalistiek en twitterend en facebookend Nederland.
Reacties Geert Wilders liet direct weten dat hij zo snel mogelijk de ‘sharia-driehoek’ in de Haagse Schilderswijk wil bezoeken om autochtone bewoners een hart onder de riem te steken. Ook pleitte hij voor een Kamerdebat over de kwestie, een shariaverbod en een actief ontislamiseringsbeleid.
PvdA-kamerlid Yücel stelde dat de overheid moet onmiddellijk ingrijpen in wijken waar waar sharia wet- en regelgeving wordt toegepast. ‘Dat kan niet en dat mag niet in Nederland’. Ze pleitte voor de inzet van buurtagenten en plaatselijke ambassadeurs voor vrouwenemancipatie.
En Sadet Karabulut (SP) liet weten op basis van eigen ervaringen in de wijk de reportage in Trouw te herkennen. Ze vindt het irritant dat partijen als de PVV en de PvdA nu om actie roepen, terwijl ze eerdere voorstellen van de SP, bijvoorbeeld om segregatie tegen te gaan, niet hebben gesteund. Haar partijgenoot Ronald van Raak verweet de PvdA jarenlang de aanpak van moslimextremisme te hebben tegengewerkt. Volgens Van Raak moet salafisme worden bestreden. Hij verwees daarbij ook naar de beroerde brochure over salafisme die ooit door Binnenlandse Zaken werd uitgegeven.
Feiten? Ook op het internet en in de sociale media werd massaal en volgens voorspelbare patronen op het artikel gereageerd, variërend van mensen die in het artikel een krachtig bewijs zien van de voortschrijdende islamisering van ons land tot mensen die de problemen die in het artikel genoemd worden, bagatelliseren.
Ook de werkwijze van de journalist werd ter discussie gesteld: het ene kamp liet weten dat Ramesar maanden in de buurt gebivakkeerd had en toch echt wel weet waarover hij schrijft; het andere kamp wees op de eenzijdigheid van het bericht, op (ex-)buurtbewoners die zich niet in het beeld herkenden of relativeerde de voorbeelden die Ramesar in zijn artikel noemt.
Ook werd er gewezen op feitelijke onjuistheden in het artikel: zo zijn er in de buurt geen drie salafistische moskeeen, maar is alleen de As Soennah salafistisch, geldt het alcoholverbod op straat niet alleen in die buurt, maar in grote delen van Den Haag, waaronder het centrum. En is het raar dat lokale middenstanders op kapitalistische gronden rekening houden met de wensen van buurtbewoners?
Tegengeluiden Vervolgens brachten Haagse raadsleden een bliksembezoek aan de wijk en lieten weten dat zij zich niet in het beeld herkenden dat in het artikel werd geschetst. Ook de politie kon de situatie niet bevestigen. Volgens bureauchef De Roos heeft de politie haar greep op de wijk de laatste jaren juist verstevigd.
Doel gemist In zijn artikel geeft Ramesar diverse voorbeelden van mensen uit de Vergeten Driehoek die zich in hun vrijheid beperkt voelen door orthodoxe moslims. Dat is ernstig, maar zijn stelling dat er sprake is van een ‘kalifaat’ waar een ‘mini-sharia’ wordt ingevoerd, wordt absoluut niet hard gemaakt.
Het zijn deze grote termen die de aandacht trekken, maar die het artikel juist verzwakken wanneer ze onvoldoende bewezen worden. Wat het artikel ook niet ten goede komt is de eenzijdigheid. Waarom komen er geen tegengeluiden aan bod? Waarom worden politie en politici niet aan het woord gelaten? Trouw beweert dat voor het artikel onder andere vrijwilligers en professionals van overheidsdiensten en maatschappelijke organisaties zijn geïnterviewd, maar waarom komen die in het artikel geen van allen aan het woord? Konden zij de stelling van de journalist niet onderbouwen?
Wat rest is een artikel dat vooral leidt tot een hysterische discussie, zoals we eerder hebben meegemaakt met berichten over bijvoorbeeld halalwoningen, Amsterdamse moslimprominenten die zich door de PvdA verraden voelen, ramadantuig, Marokkaans racisme, Syrische toestanden in Helmond, christenasielzoekers die bedreigd worden door moslims, subsidies voor moslimextremisten, de opleiding tasjesdief in Gouda of een moslimwijk die in schock zou zijn door de komst van een seksstudio.
Beter was het geweest wanneer het artikel in Trouw aanleiding was geweest voor een fundamentelere discussie over de vraag hoe we omgaan met meerderheden en minderheden in Nederlandse wijken. Laten we daar de meerderheid bepalen of wordt er in een buurt ook alle ruimte gegeven aan minderheden en is het uiteindelijk de wet die bepaalt wat wel en niet mag?
Het is een vraag die ons allemaal aangaat, omdat we allemaal in situaties kunnen komen waarin we tot de meerderheid of juist tot de minderheid behoren. Dit artikel verscheen ook op de website
Republiek Allochtonië, waarvan Ewoud Butter hoofdredacteur is, en op
zijn eigen blog.