Veel inwoners van Roemenië zijn arm, dat is geen schande, het is een deugd. Het typeert
de weerbaarheid van een volk dat zo lang is onderdrukt
Eind 2013 schreef ik een opiniestuk voor misschien wel de beste krant van Nederland. Nette mensen en slechts een paar rotte appels. Hierin weerlegde ik de profetische woorden van Geert Wilders die de burger waarschuwde voor een ‘tsunami’ van Roemenen en Bulgaren. Ik stoorde mij aan alle populistische prietpraat. Ik wilde dat we het opnieuw over mensen zouden hebben. In het stuk behandelde ik stereotypen met een sloophamer. Toch besloot de beeldredactie van Trouw om er een foto bij te plaatsen van het meest armtierige hutje dat in Roemenië te vinden is. Een armoedig bouwsel gemaakt van rot hout, lappen stof, kerst-inpakpapier en golfplaten. Sneeuw en blubber, buitenwas en een bont vrouwtje. De ondertitel: het Roemeense platteland. Een indringend beeld, dat zeker, maar onjuist en stigmatiserend bovendien.
Tendentieus De Roemenen zijn zulke beelden zat. De nieuwe documentaireserie van het Britse Channel 4 The Romanians Are Coming zorgt voor heel wat reuring in Roemenië. Iedereen vindt er iets van, ook de Roemeense premier Ponta die, geheel in zijn politieke stijl, zijn solidariteit uitsprak met de Roemenen die een stil protest hielden in Londen tegen de ‘tendentieuze berichtgeving’ van de Engelsen. Want tendentieus is het, aldus velen.
In de eerste twee afleveringen volgt de camera arme Roemenen die hun leven in het thuisland opgeven en in Engeland op zoek gaan naar het goede leven. Zonder hun gezin, zonder hun vrienden, zonder veel succes ook. Waar veel geschoffeerde Roemenen de onderlaag zien, de naïeve arbeider of de ‘zigeuner’ die als verteller de kijker op olijke wijze door de documentaire begeleid ( ‘I’m proud to be a Romanian gypsy’ ), maken de Engelsen kennis met de mens achter de immigrant. De man die onder de brug slaapt en toch om vijf uur klaarstaat om te werken. De Roma-mannen die in tranen uitbarsten als de Engelse droom een nachtmerrie blijkt. De vrouw die een baan is beloofd als verpleegster in een paleis, maar na aankomst wordt verscheept naar een slaperig verpleeghuis. De man die mislukt als levend Charlie Chaplin-standbeeld. Lieve mensen, naïeve mensen.
Armoede is geen schande Het gros van de Roemenen ziet het anders en is boos over de portrettering van hun volk. Nu denkt de Engelsman dat de Roemeen arm is, kansloos in eigen land en daarbuiten. Thuis woont hij in een krot en eenmaal geëmigreerd huist hij onder een brug. De woede vindt zijn oorsprong in schaamte en dat is jammer. Veel inwoners van Roemenië zijn arm. Veel van hen willen hun leven niet uitzitten in armoede. Dat is geen schande. Het is een deugd. Het typeert de weerbaarheid van een volk dat zo lang is onderdrukt.
Het is juist de Brit die er niet goed vanaf komt in de serie. Soms wordt het ronduit nazistisch: het Britse bloed wordt afgezwakt, beweert een op het oog nette heer als hem gevraagd wordt naar de immigranten. Een weinig warm welkom. Eén ding is in elk geval zeker: de Roemenen die in Engeland wonen, leven liever in het thuisland. Maar ze hebben zich opgeofferd. Een beetje erkenning is waar ze naar smachten. En dat verdienen ze ook.
Nieuw hokje De Roemenen hebben een overdosis beeldvorming toegediend gekregen. Ze hebben anderen niet nodig om te benadrukken dat Roemenië één van de armste landen van de EU is. Toch is The Romanians Are Coming erg interessant. Niet alleen de documentaireserie zelf, maar vooral de reacties daarop. De eerste twee afleveringen hebben het hokje waarin de Roemeen is geduwd doen barsten. Daarom worden er Facebook-pagina’s en genootschappen opgericht om een tegengeluid te laten horen. Roemenen – dokters, schoonmakers, tandartsen, accountants, stratenvegers, loodgieters – benadrukken online dat ook zij mens zijn onder de Britten. Als de mens niet zonder hokjes kan, dan bouwt de Roemeen zijn eigen hokje wel opnieuw. Het vergt tijd en energie, maar de media volgen vanzelf.
Er valt in elk geval genoeg positiefs te vermelden. Mijn Roemeense grootmoeder woont in de zomermaanden in haar huisje in een boerendorp. Niet een Channel 4-krot of een hutje gemaakt van doeken en golfplaten, maar een degelijk bouwwerk met deuren die altijd openstaan voor de aanloop van gasten. Een typisch huis op het Roemeense platteland.
Stefan Popa is schrijver en van half Nederlandse en half Roemeense afkomst. Zijn debuutroman Verdwenen grenzen – die zich deels in Roemenië afspeelt – verscheen begin dit jaar. Volg hem op Twitter en via zijn website.