Dat premier De Klerk gedurfd heeft de apartheid geheel af te schaffen, pleit voor hem en is een les voor ons te kiezen voor de liefde voor de medemens
‘Gelijkhebberig’ redeneren, polarisatie en soms ook complotwanen zie ik in de samenleving, alsof het in een democratie bij noodmaatregelen juist niet ook gaat om het verantwoordelijk voor elkaar willen zijn.
Ik sta naar aanleiding van de dood van F.W. de Klerk in november en van Desmond Tutu in december 2021 stil bij Zuid-Afrika in de tijd dat het in het nieuws was door zijn apartheidsbeleid. Het was m’n eerste onderzoeksland als antropoloog. Begin dertig was ik, toen ik enige tijd in een tribale samenleving leefde, namelijk die van de Tswana in West-Transvaal; later ook in Botswana waar de meeste Tswana wonen.
Het stamhoofd van Transvaal-Tswana zei bij m’n eerste bezoek aan hem, niet blij te zijn met de ‘apartheid’, maar dat de regels daarvan wel van kracht waren, dus ook bij mijn participerende observatie in de stam. In Pretoria trouwens ook, waar ik ’n kamer had om wat uit te rusten en waar ik tegelijk ook een beeld kreeg van de apartheid. Die was zowel een beleid als een ideologie, bedacht en uitgewerkt door de Nationale Partij, ooit opgericht door de deels uit Nederland afkomstige ‘Afrikaners’. Die partij was formeel seculier, maar omdat bijna alle leden belijdend lid waren van de Nederduits Gereformeerde kerk, speelde religie ook een rol in dit beleid. Dat die kerk ds. Beyers Naudé zijn predikantenstatus ontnam, toen hij zich openlijk uitsprak tegen apartheid als voor hem in strijd met het Evangelie, spreekt boekdelen.
Het apartheidsdenken werd gerechtvaardigd door te zeggen dat iedereen toch trots moest zijn op zijn natie en ras. Ik hoorde premier Verwoerd eens in een meeting in Pretoria zeggen: ‘Die Weste het hulle rassetrots verloor, maar ons Suid-Afrika sal die Weste hulle rassetrots weer teruggee’. Bekeringsdrang dus ook nog. De blanke Afrikaners waren inderdaad trots op hun natie, zich maar net bevrijd hebbend van het juk der Engels-sprekenden in hun land, maar in hun rastrots speelde bewust of onbewust toch een huidskleurvooroordeel mee. Iets waar wij hier ook nog wel eens last van hebben. Ik kom nog wel eens wat boosheid tegen op ex-Surinamers, dat die ons het kinderfeest van Sinterklaas en Piet hebben willen afpakken, ha ha.
Apartheid was echter meer dan het hebben van wat vooroordelen. Het was staatsracisme. Ja, echt officieel beleid om rassen gescheiden te houden en de ‘gekleurden’ hun democratische rechten te onthouden in het land dat werd beschouwd als het bevochten bezit van de blanke Afrikanernatie.
Ook De Klerk was lang in de ban van deze apartheidsideologie. Anders had hij het nooit geschopt tot premier. Internationaal was Zuid-Afrika door zijn beleid een zorgenkind. Ik kwam in Gaberone, de hoofdstad van Botswana, nogal wat VN-functionarissen tegen, al was het maar alleen vanwege de vluchtelingen uit Zuid-Afrika aldaar. Dat De Klerk op een gegeven moment door de knieën ging en de apartheid afschafte heeft hier ook wel mee te maken, maar zeker ook dat hij tot inkeer kwam en vond dat hij Mandela moest vrij laten en hem aanbood zijn vicepremier te worden onder de regering Mandela. Dat premier De Klerk gedurfd heeft de apartheid geheel af te schaffen, pleit voor hem en is een les voor ons te kiezen voor de liefde voor de medemens in plaats van hem te verwerpen.
En ook een les dat apartheid absoluut niet werkt in een geglobaliseerde wereld, nog los van het feit dat het onrechtvaardig is en racistisch.