Amsterdam wil excuses aanbieden voor rol in slavenhandel

Een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad vindt dat de hoofdstad als eerste gemeenteraad van Nederland excuses moet aanbieden voor de slavernij. Dat meldt het Parool maandag. De excuses moeten worden aangeboden aan ‘alle mensen en nazaten die last hebben gehad van de slavernij’.

Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam riep vorig jaar al op tot nationale excuses, maar dat liep uit op niks. In 2001 sprak toenmalig minister Van Boxtel van ‘diepe spijt, neigend naar berouw’, maar daarmee is wat Nederland betreft voorlopig nog altijd de kous af. Onder meer de Amerikaanse Senaat, maar ook steden als Londen en Liverpool en landen als Ghana en Benin hebben wel al formeel excuses aangeboden voor hun rol in de slavernij.

De oproep om Amsterdam een plaats te geven in dat rijtje, komt van Denk en wordt gesteund door Bij1, GroenLinks, PvdA, ChristenUnie, D66 en SP. Zij wijzen erop dat Amsterdam een grote rol heeft gespeeld in de slavenhandel en daar flink van heeft geprofiteerd. Amsterdam was voor een derde eigenaar van de Sociëteit van Suriname, het orgaan verantwoordelijk voor het opzetten van de slavenhandel.

Fractievoorzitter van Denk Mourad Taimounti benadrukt dat de excuses niet alleen zullen gelden voor de nazaten van de slavernij in Suriname, maar die van alle andere voormalige koloniën. ‘De effecten op mensen zijn nog altijd voelbaar en uiten zich bijvoorbeeld in achtergestelde posities,’ aldus Taimounti.

Wethouder Rutger Groot Wassink van GroenLinks laat weten dat het Amsterdamse gemeentebestuur ‘welwillend is’ ten aanzien van de oproep van de gemeenteraad. Tot 1 juli 2020 zal de gemeente onderzoek laten doen naar de exacte rol van Amsterdam in de slavenhandel. Op 1 juli 2020 zullen dan de formele excuses worden gemaakt. Die dag vindt jaarlijks de Keti Koti viering plaats, de herdenking van het afschaffen van de slavernij in Suriname op 1 juli 1863.