Vorige week donderdag stuurde Wethouder Economische Zaken Sofyan Mbarki zijn beleidsvisie voor de aankomende vier jaar naar de Amsterdamse gemeenteraad. Mbarki wil 23 miljoen euro investeren om de lokale ondernemer weerbaarder te maken tegen grote platformbedrijven als Uber die met hun machtspositie goedkope arbeid afdwingen en concurrentie wegdrukken. Naast deze miljoenen is er echter, zo geeft de wethouder aan, ook meer regelgeving nodig. Daarom gaat Amsterdam stevig lobbyen bij onder meer de EU voor wetgeving die de arbeidsvoorwaarden in de platformeconomie verbetert.
Deze oproep is hard nodig, want momenteel lopen er Europese onderhandelingen over wetgeving die de platformeconomie ferm aan banden dient te leggen. Die onderhandelingen lopen stroef, want Amsterdam is niet de enige partij die lobbyt… Twee weken geleden kwam Uber in de Financial Times met een duidelijke waarschuwing gericht aan de Europese Unie. De boodschap: blijf af van ons bedrijfsmodel, want anders.
Het is de meest recente zet van Uber die de afgelopen jaren zowel achter de schermen (op agressieve wijze) als publiekelijk een lobby voert tegen Europese regelgeving. Gesteund door andere grote platformbedrijven zoals Deliveroo en Bol wordt nu een laatste poging ondernomen om regulering tegen te houden. Het is een goed teken dat Amsterdam zich ook in dit geweld mengt want de Europese Unie dient niet te zwichten voor de druk van deze platformbedrijven.
Regulering van de platformeconomie
Het probleem van de platformwerker (zoals een Uberchauffeur of een fietser voor Deliveroo) moge inmiddels bekend zijn. Platforms huren werkers in als zzp’ers, waardoor ze geen recht hebben op sociale voorzieningen als pensioenopbouw en vakantiedagen. De vraag die in talloze rechtszaken daarom speelt luidt: is er niet eigenlijk sprake van een werknemersverhouding? Dit wordt door de rechter in bijna elke zaak bevestigd. Al kunnen die zaken lang duren. Zo heeft het gerechtshof Amsterdam vorige week een uitspraak tegen Uber uitgesteld, waardoor de juridische onduidelijkheid voortduurt.
De Europese Commissie werkt sinds 2021 aan een richtlijn om de werkomstandigheden van platformwerkers te verbeteren. Naar schatting zijn er ruim 5 miljoen Europese platformwerkers ten onrechte niet in dienst van een digitaal werkplatform. Het probleem is echter dat de Europese instellingen het vooralsnog niet met elkaar eens zijn. We zijn inmiddels twee jaar verder en met name het Europees Parlement en de Europese Raad steggelen met elkaar over de criteria die moeten gelden voor de werknemersstatus van platformwerkers.
Stevige lobby tegen wetgeving
Sinds tien jaar heeft Uber voet aan Europese grond en met name de eerste jaren was hun opereren gericht op het compleet negeren van Europese regelgeving. Of zoals ze het zelf bij Uber intern omschreven: ‘we’re just fucking illegal’. De huidige CEO gaf in mei dit jaar aan de koers van Uber bij te sturen van ‘confrontatie naar collaboratie’. De Europese onderhandelingen over platformwetgeving kunnen echter rekenen op een behoorlijke druk vanuit de grote platformbedrijven. Dit geldt zowel achter de schermen, maar vindt ook plaats op de voorgrond door beïnvloeding van de publieke opinie.
In de Financial Times waarschuwde Uber dat de wetgeving funest zou zijn voor hun bedrijfsmodel. Logisch ook, want Uber kan dan niet meer het economische risico afschuiven op de ‘zelfstandige’ werkers. Uber claimt dat de prijs voor consumenten met 40% omhoog zal gaan. In feite laat Uber hiermee zien dat chauffeurs momenteel met 40% worden gekort in hun loon, vakantiedagen, pensioen, etc. Consumenten zouden echter bereid moeten zijn iets meer te betalen voor eerlijke arbeidsomstandigheden.
Verder wordt gedreigd dat Uber zal stoppen in honderden Europese steden. Moeten we echt vrezen dat Uber de regelgeving niet overleeft? Ook dat valt te bezien. De CEO van Uber zei vorig jaar tegen investeerders die schrokken van de Europese regelgeving: ‘we can make any model work’. En waarom ook niet. Bezorgservice Just Eat Takeaway opereert in 14 Europese landen en heeft al jaren al zijn werkers in dienst.
De Europese verkiezingen naderen in juni volgend jaar. Zodoende proberen Uber en de andere platformbedrijven tijd te rekken en het wetgevingsproces te beïnvloeden. Het is een goed teken dat Amsterdam stevig wil gaan lobbyen. EU: opschieten met die onderhandelingen!