De hoogste militair van de Amerikaanse luchtmacht wil dat de krijgsmacht een nieuwe, betaalbare, lichtgewicht straaljager ontwikkelt die de honderden verouderde F-16’s gaat vervangen. Dat is noodzakelijk omdat de bedoelde opvolger van de F-16, de F-35 oftewel JSF, veel te duur is en niet aan de verwachtingen voldoet. De conclusie is extra pijnlijk omdat de F-35 een tijd- en geldverslindende onderneming is. Het debacle raakt ook Nederland, dat onder druk van de VVD en ondanks fel verzet in de meeregerende PvdA-fractie in 2014 definitief voor aanschaf van het omstreden vliegtuig koos. Nederland heeft 37 toestellen besteld, die circa 100 miljoen dollar per stuk kosten.
De ontwikkeling en ingebruikneming van het toestel gaat gepaard met een stroom klachten. De vliegtuigen vereisen intensief, kostbaar onderhoud, kennen veel storingen en zijn onbetrouwbaar, schrijft het Amerikaanse zakenblad Forbes. Het artikel citeert luchtmachtbaas generaal Charles Brown Jr die de F-35 vergelijkt met een Ferrari om duidelijk te maken dat de strijdkrachten er slechts beperkt gebruik van kunnen maken. “Met een Ferrari rij je ook niet elke dag naar je werk, je maakt er ritjes mee op zondag.”
Voor het dagelijks werk van de straaljagers, zoals de ongeveer duizend F-16’s die de Amerikaanse luchtmacht nu heeft dat uitvoeren, is daarom een goedkoop alternatief nodig. Nederland had tot aan de aanschaf van de JSF 87 operationele F-16’s. De voorganger van generaal Brown suggereerde al eens dat er gewoon opnieuw F-16’s, een toestel dat 60 jaar geleden ontwikkeld werd, besteld moesten worden om het falen van de JSF op te vangen maar dat idee is verlaten.
Defensie-expert Chris Klep constateert in NRC dat de Nederlandse luchtmacht een groot probleem heeft:
"De Amerikaanse luchtmacht reserveert de F35 gericht voor serieuze oorlogsomstandigheden, de high-end fight. Zeg maar tegen vijanden als China of Rusland. Voor andere taken – en dat zal het gros van de operaties zijn, de low-end fight – volstaat een eenvoudiger en goedkoper toestel. Maar het zijn precies deze laatste taken die de Nederlandse luchtmacht ook de komende decennia hoogstwaarschijnlijk het meest zal uitvoeren. Op zondag – maar ook op werkdagen. Zelfs de Amerikaanse luchtmacht erkent dat de F35 een peperduur instrument is, waarmee het spaarzaam moet omspringen. Tot op zekere hoogte kan Washington zich die keuzeluxe permitteren. Kleinere spelers met kleinere luchtmachten kunnen dat veel minder. Die moeten het doen met één type gevechtsvliegtuig uit de Ferrari-categorie. Of Nederland zich dat kan veroorloven? Ik vraag het me af "