Amerikaanse anti-abortusfetisjisten, de zogenaamde pro-lifers, hebben het voor elkaar gekregen dat er per maand honderden baby’s meer overlijden dan voordat het hooggerechtshof het landelijk recht op abortus afschafte. Dat blijkt uit onderzoek van kinderartsen naar de sterftecijfers onder zuigelingen.
De NOS schrijft:
De overgrote meerderheid van de overleden baby's had aangeboren afwijkingen. Volgens de onderzoekers komt dit doordat in een deel van de Amerikaanse staten abortus verboden is. Iedere maand stierven er daardoor gemiddeld 247 meer baby's dan voorheen.
De vorige Amerikaanse president Donald Trump, die over twee weken een nieuwe gooi doet naar het ambt, beloofde het voor zijn eerste termijn: het recht op abortus moet worden verworpen. Trump, die het grootste deel van zijn leven het recht op vrije keus daarin voorstond, deed die belofte om zijn streng christelijke en conservatieve achterban te paaien. En hij maakte zijn belofte waar. Eerst stelde hij aartsconservatieve hoge rechters aan, zij klaarden vervolgens de klus. Met alle gevolgen van dien.
Direct na de uitspraak van het hooggerechtshof in 2022, aarzelden veel overwegend Republikeinse staten niet en draaiden de decennia oude abortuswetgeving de nek om. Sommige staten gingen zelfs zo ver om vrouwen die voor een abortus naar een andere staat vertrokken strafbaar te stellen of om klikbonussen in te stellen voor mensen die het vermoeden van een abortus bij iemand anders door te geven aan de overheid. Abortus is inmiddels in dertien van de vijftig staten ronduit verboden, nog eens acht staten hebben wetgeving waardoor abortus in elk geval niet meer volledig legaal is.
Al kort na de invoering van het abortusverbod kwamen al de eerste berichten binnen over vrouwen die vanwege een problematische zwangerschap of bevalling kwamen te overlijden. Het gaat hierbij meestal om vrouwen uit lagere maatschappelijke klassen met minder toegang tot goede zorg. Exacte cijfers hierover zijn er vooralsnog niet, artsen willen daar nu vervolgonderzoek naar doen.