En wat nu? Hoe gaan we verder?
Toen het wetenschappelijk bureau van GroenLinks, samen met een reeks wetenschappers uit diverse disciplines haar boek "Er is wél een alternatief", op 20 september presenteerde in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam, trof zij een afgeladen zaal met vooral jong publiek dat snakte naar een werkbaar alternatief voor het neoliberale vrijhandelskapitalisme. De ondertitel van het boek luidt niet voor niets: Postkapitalisme – Een einde aan de roofbouw op aarde en mens.
En zo voelden de aanwezige en de vele niet aanwezige mensen het ook. Het vrije handelskapitalisme had duidelijk gefaald, zelfs in de ogen van menig voormalige voorstander en wat nu? Hoe gaan we verder? Nou loopt die discussie over kapitalisme en de eventuele alternatieven al heel lang en voor een goed begrip zet ik het even op een rijtje
Kapitalisme tussen 1945 den 1980
Vlak nadat de geallieerden in 1945 het fascisme en het nationaalsocialisme hadden verslagen stonden de West-Europese regeringen voor de vraag hoe men de naoorlogse economie zou samenstellen. Men wilde zeker niet terug naar de jaren dertig met zijn hoge werkloosheid, wereldcrisis en armoede. Heel even was er een sterke sympathie bij een groep linkse activisten voor het socialistische model wat na '45 in Oost-Europa was ontstaan maar al vrij snel bleef dit een verlangen van een kleine minderheid.
Wat een grote meerderheid in regering en publiek wel wilde was een sociaal gerichte maatschappij met wetten die garant stonden voor een gezond, redelijk en menswaardig bestaan voor alle Nederlanders. Dat werd de verzorgingsstaat. Sociaaldemocraten en christendemocraten werkten gezamenlijk aan de opbouw hiervan. Te beginnen met de ouderdomsvoorziening en afrondend met de Bijstandswet in 1965.
Dit tot eind jaren 70 fungerende beleid was mede gebaseerd op de visie van de wereldberoemde econoom John Keynes. Volgens deze econoom moest de overheid investeren in sociaal beleid en werkgelegenheid, ook en zeker bij een laagconjunctuur teneinde de koopkracht en het algemene welzijn te behouden. Verzekerd van de wieg tot het graf. De West-Europese overheden werden tevens gevrijwaard van een ontevreden arbeidersklasse die anders wellicht geneigd waren te kiezen voor het communisme. In Nederland was die neiging niet zo groot maar in Frankrijk en Italië bestonden omvangrijke communistische partijen.
Mede door de ingrepen van de Sovjet-Unie in Tsjechoslowakije in 1968 en de sociaaleconomische verstarring in Oost-Europa verdween die vrees eind jaren 70. Omdat tegelijkertijd de verzorgingsstaat steeds duurder werd ontstond er verzet tegen de verzorgingsstaat vanuit liberale en conservatieve hoek. De PvdA wilde het systeem nog wel voluit behouden en stelde correcties voor maar de VVD die het systeem tot dan toe gedoogd had maar vanuit ideologische visie in feite principieel tegen was, wilde zoveel mogelijk sociale wetten terugdraaien. En zo gebeurde het ook.
Margaret Thatcher; there is no alternative
Als Margaret Thatcher, premier van Engeland, op 21 mei 1980 in een rede voor de conservatieve vrouwenconferentie stelt: 'There is no alternative' ,doelt ze niet op het socialisme als alternatief want dat was voor iedereen wel duidelijk. Wat zij aankondigde was het einde van het verzorgingsstaat-kapitalisme. Dat de sociale wetten actief afgeschaft worden of naar beneden bijgesteld, algemene nutsbedrijven geprivatiseerd, meer financiële steun voor het bedrijfsleven en lagere belasting. Voor dit beleid bestond voor Thatcher geen alternatief.
Ook Ronald Reagan, president van de VS, deelde deze visie. Dit wat later genoemd werd aandeelhouderskapitalisme, waait over naar Duitsland (Kohl) en Nederland (Van Agt en Lubbers). Keynes werd als economisch inspirator afgewezen en daarvoor in de plaats kwam de econoom Milton Friedman (1912-2006).
Friedman vond dat welvaart stijgt als noch de overheid, noch andere organisaties waaronder de vakbonden zich met het bedrijf bemoeien. Bedrijven hebben slechts verantwoording af te leggen naar de aandeelhouders. Het gevolg van dit beleid is verwaarlozing van sociaal beleid en alleen alles gericht op de economie nut heeft.
Daarom is het mooi dat er nu een boek gekomen is dat op een zeer praktische wijze aangeeft hoe wij weer een beleid kunnen voeren gericht op een menswaardige economie. Alle activisten en sociaal georiënteerde mensen zouden het boek moeten lezen en de aanbevelingen in de praktijk brengen