Vanaf de zomervakantie zit ik zelf in een grote verandering, waarbij het oude niet meer werkt en het nieuwe er nog niet is. Vlak daarvoor had ik een hele drukke week met het afronden van alle dingen rond mijn werk en kreeg ik op donderdag last van duizeligheid. Het bleek een lichte vorm van BPPD te zijn. De duizeligheid was vrij snel over, maar wat het veroorzaakte was dat heel mijn energiesysteem platging. Mijn oude, op wilskracht gebaseerde manier, werkte niet meer en ik voelde; ik ben geen 30 meer, maar 60. Eigenlijk kwam ik in een soort van overgang terecht, die bij mannen veel minder bekend (en bespreekbaar) is, dan bij vrouwen.
Het ging niet meer op de wilskracht van mijn (innerlijke) manager en daardoor kwam alles wat daaronder zat naar boven. De uitgeputheid van mijn lichaam, die vaak wordt meegesleept door die manager die van afspraak naar afspraak holt, maar ook onderliggende pijn en patronen die onder dat doorgaan met doorgaan van die manager verborgen zitten. Ik word nu eigenlijk door mijn leeftijd gedwongen om het echt anders te gaan doen en dat is best wel radicaal. Vanuit mijn werk als zelfstandig maatschappelijk werker heb ik de neiging om de ander en de behoefte van de ander centraal te stellen. Dat is ook mijn overleving vanuit het gezin waar ik vandaan kom en ik ook al was ik me behoorlijk bewust van dat patroon, ik had het nog niet helemaal losgelaten. Nu mag ik leren om meer de liefde voor mezelf en mijn behoefte centraal te stellen en luisteren naar mijn lichaam en wat dit nodig heeft.
Dat is een behoorlijke en radicale overgang, dat vraagt een reorganisatie van mijn werk als zelfstandig maatschappelijk werker. Mijn manager kan met pensioen, hoeft niet meer de hoofdrol te spelen, maar een bijrol. Het is overigens niet zo dat ik eerder geen contact had met de stroom die onder de wilskracht en het doen van mijn innerlijke manager verborgen zat. Dat had ik juist regelmatig, maar het lijkt alsof er nu een kantelpunt is bereikt. Dat wat onder zat nu boven komt en zich niet meer naar beneden laat drukken en wat boven zat een stap terugdoet. Een nieuwe balans, waarbij het oude niet meer werkt en het nieuwe er in de vorm nog niet is. Dat betekent een tijd van niet weten, van onzekerheid, angst (van de innerlijke manager) ook. Deze overgang van de controle en beheersing van mijn innerlijke manager naar leven in overgave en volgen van de impuls in het moment werkt op alle lagen door.
Zo mijn eigen overgang beschrijvend, zie ik een duidelijke parallel met de transitie waar we op dit moment collectief in onze samenleving in zitten. Waarbij het oude niet meer werkt en het nieuwe er nog niet is. Maar wat is nu precies dat oude en wat zou dat nieuwe dan kunnen zijn? En waar kunnen we (volgens mij) als mens hoop uit putten?
In dat oude van het collectief zit een link naar mijn persoonlijk leven en mijn eigen overgang zoals ik dat hierboven beschrijf. Veel mensen zullen die (innerlijke) manager herkennen. Je zou het intergenerationeel kunnen noemen dat die manager is ontstaan vanuit WOII en het omgaan met het collectief trauma van de oorlog. De reactie was toen; schouders er onder, puinruimen en de boel weer opbouwen, niet voelen. Onze ouders hebben dat gedaan, maar wij als Generatie X ook en dat is eigenlijk nog steeds het uitgangspunt van onze samenleving en neoliberale economie, want mensen uit deze laatste generatie zijn de leidinggevenden van nu.
Een ander belangrijk aspect van het oude is onze kapitalistische economie, sinds de jaren 80 van de vorige eeuw in de radicale vorm van het neoliberalisme. Hierbij staat geld en materie centraal. Dit gaat hand in hand met onze (materialistische) wetenschap, die gebaseerd is op kwantitatieve en meetbare feiten en wat waarneembaar is met uiterlijke zintuigen. Al zie je wetenschappers steeds meer de grens opzoeken tussen het zichtbare en onzichtbare, materie en geest. Kijk maar eens naar de posts van NRC-journalist Wouter van Noort op Linkedin. We leven duidelijk in een op materie gerichte samenleving waar voortdurend het beeld wordt geschetst dat zo veel mogelijk bezit ons gelukkig maakt. Dat oude, eenzijdige systeem gericht op bezit, rijkdom en hard werken, dat door met name de klimaatcrisis aan het wankelen is geraakt, dat werkt niet meer. Steeds meer mensen voelen zich klem zitten in dit dominante, economische systeem.
Er mag iets nieuws geboren worden. Ik noem dat niet voor niets geboren worden, want als het nieuwe uit het oude geboren wordt, is dat oude ook nodig. Zoals een vlinder een rups nodig heeft. Dit is dus geen aanklacht tegen dat oude, want zonder dat oude wordt dat nieuwe niet geboren, maar het is wel goed om te zien wat oud is en wat nieuw is. Daar waar dat oude zich kenmerkt door hard werken, controle en beheersing, rationele en mentale constructies, gericht zijn op de buitenkant en materie vanuit een bewustzijn met afgescheidenheid als basis, is dat nieuwe gericht op een verbonden bewustzijn, het voelen en erkennen van een diepere laag die onder het zichtbare en het uiterlijke aanwezig is. Het bewustzijn dat we als mens ten diepste verbonden zijn met elkaar en met de wereld om ons heen is radicaal. Vanuit dat verbonden bewustzijn is het onmogelijk om een ander mens of de natuur te zien als gebruiksvoorwerp voor eigen gewin of om oorlog te voeren met de ander. Wat je de ander aandoet, doe je vanuit dat nieuwe bewustzijn, jezelf aan. Als je vanuit dat nieuwe bewustzijn een samenleving opbouwt, ziet dat er totaal anders uit, maar is wel degelijk mogelijk, ook al kunnen we ons dat moeilijk voorstellen. Ik moet denken aan de titel van het vertaalde boek van Charles Eisenstein; Een betere wereld waarvan we in ons hart weten dat die mogelijk is.
Zijn er al voorbeelden van dat nieuwe nu het oude wel al stervende is in mijn visie, maar nog steeds dominant? Kijk eens naar de op werkelijkheid gebaseerde film ‘Radical’ over een leraar op een Mexicaanse school met kinderen uit achterstandswijken met veel geweld. Deze leraar deed en doet het nog steeds radicaal anders dan het op het systeem en gehoorzaamheid gebaseerde onderwijs. Kijk de film ‘Hors Normes’, ook waar gebeurt, over een hulpverlener die mensen opvangt die buiten de boot vallen van het op regeltjes en procedures gebaseerde zorgsysteem. Ik moet ook denken aan Michelle van Tongerloo, die naast haar werk als huisarts, straatarts is in Rotterdam en radicaal de mens en zijn nood centraal zet in plaats van het systeem, waar geld centraal staat en mensen in vast lopen.
Toch stel ik vast dat collectief het omslagpunt, het kantelpunt van oud naar nieuw nog niet is bereikt. We zitten wat mij betreft in een systeemcrisis met op vele gebieden de gevolgen, maar proberen de problemen te fixen binnen het oude systeem. We identificeren ons nog steeds met onze doener, onze innerlijke manager, vanuit controle en beheersing. Gaan we dat kantelpunt van oud naar nieuw bereiken en wanneer zou dat dan zijn? Ik denk dat we onvermijdelijk toewerken naar dat kantelpunt, dat kan eigenlijk niet anders. In mijn visie zou je dat een evolutionair gegeven kunnen noemen. Wat ik tegelijkertijd zie, is dat het oude systeem zich steeds verder verdicht, zich krampachtig vasthoudend aan de eigen uitgangspunten. Zich niet wil overgeven en sterven eigenlijk. Veel mensen, zoals bijvoorbeeld Bob de Wit, waarschuwen dat we naar een samenleving toegaan van toenemende dwang en controle, dat onze vrijheid steeds verder wordt beperkt om ons kapitalistisch systeem maar overeind te houden. Er zijn ook mensen, zoals Mildred Hofkes, die zoeken naar nieuwe leiders en nieuw, verbindend leiderschap. Ik vraag me af of ook dit niet wordt ingegeven vanuit de (onbewuste) motivatie om het oude en bekende te behouden.
Ik denk namelijk dat nieuwe leiders pas gaan opstaan als het kantelpunt is bereikt en het oude daadwerkelijk niet meer werkt en onze identificatie ermee ophoudt. Dan is er werkelijk een periode van geen houvast en chaos. Dan zullen er nieuwe mensen opstaan die een nieuwe vorm van leiderschap tonen. Gebaseerd op overgave en volgen van de onderstroom in plaats van macht, controle en beheersing. Die leiders komen waarschijnlijk uit een onverwachte hoek. Ik moet denken aan de film ‘Melancholia’ (niet waar gebeurd ;-)), waarbij 2 zussen de hoofdrol spelen in een beangstigende situatie waarbij de aarde met zekerheid geraakt gaat worden door een meteoor en vernietigd zal worden. De zus die een succesvol leven heeft wordt steeds banger en onzekerder en de zus die in het oude systeem niet kan functioneren blijkt veel beter met de situatie om te kunnen gaan en neemt de leiding.
Het geeft mij hoop en vertrouwen dat zowel in mijn persoonlijke leven als ook in het collectief het sterven van het oude niet het einde hoeft te betekenen, maar dat ervan uit dat oude iets nieuws wordt geboren dat radicaal anders is, maar zeker een hoopvolle toekomst belooft!