Als het op de cijfers aankomt, weet de kiezer minder dan ooit wie hij moet geloven
• 20-02-2019
• leestijd 2 minuten
De blunder van het PBL betekent niet alleen reputatieschade voor zichzelf maar ook voor alle andere instanties die het kabinet met hun feilbare methodes van twijfelachtige informatie voorzien.
Hosanna, wij zouden nog voor de statenverkiezingen de doorrekeningen krijgen van het klimaatakkoord, zodat wij die gegevens mede kunnen gebruiken om onze stem te bepalen. Nu blijkt dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), een belangrijk leverancier van zulke cijfers, behoorlijk de plank heeft misgeslagen met de stijging van de energierekening. Staatssecretaris Mona Keijzer, die de verkeerde informatie als een leeuwin had verdedigd, moest afgelopen dinsdag diep door het stof.
Mis Hoe kon het zo misgaan? Het PBL gebruikt een verouderd document als basis voor haar berekeningen, de Energieverkenning 2017, zo
meldt het AD. Men had helaas geen tijd actueler basismateriaal te verzamelen omdat men het zo druk had met vragen die steeds maar weer werden gesteld door de klimaattafels. Is het inmiddels beter gesteld? Minister Wiebes weet dat niet. Hij heeft weliswaar de opdracht gegeven om de Energieverkenning te actualiseren maar ja, bij het PBL hadden ze het hartstikke druk met het doorrekenen van het klimaatakkoord.
Dat gebeurt dus mede op basis van gegevens uit 2017, die volstrekt verouderd zijn. Die doorrekening kan zo de prullenbak in. Het PBL heeft niets vergeten en niets geleerd. En minister Wiebes laat dat over zijn kant gaan.
De Volkskrant brengt een uitvoerige analyse van wat er allemaal is foutgegaan met de voorspellingen van de energienota waar de burgers op worden getrakteerd. Daarin komt de volgende passage voor:
"De voorspellingen die het Planbureau begin 2017 deed komen waarschijnlijk niet uit, maar dat geldt eigenlijk voor alle ramingen, ook die van De Nederlandsche Bank, het Centraal Planbureau en noem maar op. Economische ontwikkelingen zijn van zoveel onzekere factoren afhankelijk dat ze bijzonder moeilijk te voorspellen zijn, zeker op de lange termijn. Iedereen op het Binnenhof weet dat, maar de regering moet enig houvast hebben bij het maken van beleid. De rekenmodellen van de planbureaus zijn nu eenmaal het beste wat er voorhanden is, hoe feilbaar ook."
Zand Met andere woorden: het regeringsbeleid is bij gebrek aan beter op zand gebouwd. Anders valt het afgaan op feilbare modellen immers niet te definiëren. Men rekent zich blijkbaar te pletter. Men gaat wetenschappelijk te werk. Maar het blijft hogere waarzeggerij.
In de zestiende eeuw formuleerde de Engelse geleerde Thomas Gresham een naar hem genoemde wet: “Kwaad geld verdrijft goed geld.”
Een beetje naar analogie daarvan betekent de blunder van het PBL niet alleen grote reputatieschade voor het bureau zelf maar ook voor alle andere instellingen die met hun feilbare methodes het kabinet van twijfelachtige informatie voorzien.
In de tijd van Gresham liet menig gekroond hoofd zijn beleid mede afhangen van wat astrologen hen voorspelden. De tijden veranderen soms minder dan de mensen denken.
De kiezer ondertussen weet minder dan ooit wie en wat hij moet geloven. Het vertrouwen in de politiek heeft dezer dagen de zoveelste buts opgelopen.