Gezien haar premier-ambities lijkt de nieuwe aanpak van de minister vooral een list om niet te kunnen verliezen
Bij de presentatie van het Klimaatakkoord schitterde VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur & Waterstaat) nog in afwezigheid. De luchtvaartsector werd immers bij voorbaat al volledig ontzien in het Klimaatakkoord en door eventjes te dreigen met opstappen wist ze ook de plannen voor rekeningrijden nog verder af te zwakken. Het Nieuwspoortmoment van Van Nieuwenhuizen zou precies een week later komen.
Rechtstreeks tegen de wensen in van omwonenden, presenteerde ze zowaar een groeiplan voor Schiphol. Het reeds bestaande wantrouwen in participatietrajecten werd daarmee ruimschoots bevestigd. De maatschappelijke woede en verontwaardiging zijn volledig terecht.
Maar de minister presenteerde ook iets nieuws. Onder grote druk van de wetenschap, van burgerbewegingen en wellicht onder druk van oppositiepartijen in de Tweede kamer heeft Van Nieuwenhuizen eindelijk de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid van mens en dier benoemd. Grenzen waarbinnen de luchtvaartsector haar verdienmodel dient uit te oefenen.
Ze moest ook wel, want recent nam de Tweede Kamer moties aan om deze randvoorwaarden te formuleren. Het logische vervolg op het kritische luchtvaartadvies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli).
Terwijl oppositie en coalitie een steeds groter deel van de analyse delen, lopen onze conclusies echter nog sterk uiteen. De minister denkt nog steeds dat groei een optie is. De Partij voor de Dieren bepleit al lange tijd dat bij het respecteren van deze randvoorwaarden een stevige krimp van het aantal vluchten hoort.
Gezien haar premier-ambities lijkt de nieuwe aanpak van de minister vooral een list om niet te kunnen verliezen. De VVD zal eerst nog onverminderd proberen om op macht de groei er door te sjoemelen. Als dat niet lukt kan de VVD altijd nog wijzen op de verstandige set aan randvoorwaarden: klimaat-leefomgeving-veiligheid. Het kan voor minister Van Nieuwenhuizen uiteindelijk de uitweg zijn uit het drijfzand van de groeidoctrine waar ze zich heeft ingegraven.
Overigens – en significant – waar de minister wederom het vertrouwen geeft aan de sector, werd dat nog diezelfde middag van de persconferentie meteen al bruut geschonden door de reacties vanuit de luchtvaartindustrie. Schipholbaas Dick Benschop interpreteerde de woorden van Van Nieuwenhuizen als een vrijbrief voor nog verdere groei: ‘alleen nog even die geluidshinder wegnemen’, zo lijkt het. VVD-Kamerlid Remco Dijkstra, bekend van zijn uitspraak dat Nederland te veel natuur zou hebben, pakte er nog maar eens de meermaals onderuitgehaalde mythe bij dat Nederland een B.V. zou zijn. Geen woord over de brede waaier aan randvoorwaarden op het gebied van klimaat, leefomgeving en veiligheid. Uitermate pijnlijk voor de minister, veelzeggend over de geloofwaardigheid van de sector en ontwrichtend voor het klimaat.
Het is nu aan de minister om deze luchtvaartadepten uit de droom te helpen Vroeg of laat zal zij dat ook wel moeten. Het huidige luchtvaartbeleid draagt in toenemende mate bij aan de grootschalige vernietiging van de leefomgeving van mens en dier.
Wat haar motieven ook zijn, de minister deelt nu onze analyse dat luchtvaart binnen de randvoorwaarden van klimaat-leefomgeving-veiligheid moet blijven en de aanbeveling van de Rli dat Luchtvaart een ‘normale’ sector is geworden. Klaar met de voorkeursbehandeling. De minister begeeft zich met deze nieuwe werkwijze voor het eerst op het veld van het groeiende “krimp-kamp”, dat vanaf nu een thuiswedstrijd speelt.
In die wetenschap staan alle seinen op groen voor een krimp van de luchtvaart.