Onze rechtsstaat staat door alle politieke affaires al genoeg onder druk om nog van een normaal functionerende democratische rechtsstaat te kunnen spreken.
SP-senator Tiny Kox heeft in de Eerste Kamer gewag gemaakt van een constitutioneel gebrek in de nieuwe Pensioenwet. Het betreft het grondwetsartikel 63 dat onder andere bepaalt dat pensioenen van leden van het parlement door de wet moet worden geregeld, een wet die met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen moet worden aangenomen. Ook een wijziging van die wet moet met dezelfde twee derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen in het parlement worden doorgevoerd.
Op deze staatsrechtelijke essentiële vraag van senator Kox over dit constitutioneel gesignaleerde gebrek in de wet, heeft minister Schouten op de valreepin een Kamerbrief van 22 mei 2023 snel een juridisch trucje verzonnen. Een die de staatsrechtelijke schoonheidsprijs zeker niet verdient. Namelijk door te stellen dat de regering van mening is dat de wet voor pensioenen van politici, de Algemene wet voor politieke ambtsdragers (APPA), door de nieuwe pensioenwet niet wordt gewijzigd en derhalve volstaan kan worden met een gewone meerderheid. Pas als er besloten wordt om de APPA te wijzigen conform de nieuwe Pensioenwet zal die wijziging met een twee derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen in het parlement moeten worden aangenomen. Een gewone meerderheid volstaat dan niet. Zo geeft Schouten in voornoemde Kamerbrief aan.
Deze juridische uitleg door de regering getuigt van het gemanipuleerd gebruiken door de regering van een ander Grondwetsartikel 120, die bepaalt dat een wet aangenomen door De Tweede en Eerste Kamer niet aan de Grondwet kan worden getoetst. Nederland kent namelijk geen Constitutioneel Hof.
Dus als de Senaat in meerderheid de door Rutte IV gevonden truc en uitleg over artikel 63 van de Grondwet acceptabel vindt, kan alsnog ondanks dit staatsrechtelijk verzuim de wet met een gewone meerderheid op 30 mei worden aangenomen. Zonder dat een rechter de alsdan aangenomen pensioenwet ooit kan toetsen aan de bepalingen van de Grondwet.
In 2013 heeft de Eerste Kamer in een soortgelijke situatie een wet teruggestuurd. De regering vindt echter dat dit een geheel ander geval betrof.
Onze rechtsstaat staat door alle politieke affaires al genoeg onder druk om nog van een normaal functionerende democratische rechtsstaat te kunnen spreken.
Alle senatoren die voornemens zijn in te stemmen met de nieuwe Pensioenwet mogen zich afvragen of met dit staatsrechtelijk belangrijke constitutioneel gesignaleerde gebrek in de Pensioenwet, de rechtsstaat gediend is met het instemmen als senaat met deze wet. Haar belangrijkste taak is immers om te controleren of een wetsvoorstel wellicht in strijd is met andere wetten. Waaronder de Grondwet.
De regering is van mening dat er geen strijd is met de Grondwet zolang de APPA niet wordt gewijzigd.
De toeslagenaffaire en het Groninger gasdossier bewijzen evenwel ondubbelzinnig dat Rutte-kabinetten waaronder Rutte IV in die dossiers de rechtsstaat niet serieus neemt als ze dat zo uitkomt. Dat weten ook de PvdA en GroenLinks heel goed, als oppositiepartijen die voornemens zijn in de Senaat vóór de wet te gaan stemmen.