AkzoNobel wilde armoede bestrijden, maar heeft zich stilletjes bedacht

AkzoNobel beloofde met veel bombarie in 2017 de levens van mensen in sloppenwijken in Indonesië, Zuid-Afrika en de Filippijnen te verbeteren. In 2019 blijkt het verfbedrijf stilletje die plannen in de prullenbak te hebben gekieperd om de aandeelhouders tevreden te houden. Dat schrijft dagblad Trouw zaterdag.

Het werd groots aangekondigd, het initiatief om de sloppenwijken van Jakarta en Manila ‘leefbaar’ te maken. Er zou gezorgd worden voor betere huisvesting en sanitaire voorzieningen. Er werd een brede coalitie opgericht van 20 partners en 150 stakeholders, waaronder Philips en ingenieursbedrijf Arcadis en er werd een langetermijnvisie opgesteld. Voor de presentatie in 2017 vloog AkzoNobel bewoners van sloppenwijken uit de Filippijnen en Zuid-Afrika naar Amsterdam, daar mochten zij vanaf het podium hun leed delen en vertellen over het belang van het project. Een vertegenwoordiging van de Verenigde Naties zat in de zaal en oud-premier Balkenende werd uit de mottenballen gehaald om de loftrompet te steken over bedrijven niet alleen maar met snel kapitalisme bezig zijn.

Twee jaar later, en na een initiële investering van twee miljoen euro – plus een opstartsubsidie van 1,6 miljoen euro van minister Ploumen – is er van het ambitieuze plan niets meer over. De reden: nadat AkzoNobel in 2018 opsplitste in een verf- en een chemieconcern, besloot het bedrijf een ‘meer zakelijke koers’ te varen. De aandeelhouders was beloofd een paar honderd miljoen euro te besparen en dus werd de duurzaamheid, waar een prijskaartje aan hangt, opgeofferd. AkzoNobel heeft zich in stilte volledig uit het sloppenwijkenproject teruggetrokken en de website is uit de lucht. Een woordvoerder laat weten geen flauw idee te hebben of de partners en stakeholders nog wel betrokken zijn. De woordvoerder weet wel wat AkzoNobel gaat doen met de rapportage over de afgelopen twee jaar: helemaal niets.