De 'Fluwelen Revolutie' van Cruijff doet mij enigszins denken aan de comeback van Hans van Mierlo als D66-partijleider in 1985.
Maurice Steijn is niet langer de hoofdtrainer van Ajax. Het is inmiddels het zoveelste vroegtijdige vertrek bij de voetbalclub. Sinds het einde van het seizoen 2021/2022 verkeert Ajax in een sportieve en bestuurlijke malaise. Erik ten Hag vertrok aan het einde van dat seizoen na een enorm succesvolle periode bij de recordkampioen naar Manchester United, terwijl Marc Overmars er na een eveneens succesvolle periode voor koos om het allemaal te verpesten, door zijn penis uit zijn broek te halen en vrouwelijke werknemers er mee lastig te vallen. CEO Edwin van der Sar wist er maandenlang geen raad mee. De gaten die waren ontstaan bleken te groot om door hem en de overgebleven bestuurders op te vullen. Ook hij vertrok. Net als onder meer coaches Schreuder en Heitinga, technisch manager Hamstra, RvC-voorzitter Pier Eringa en Sven Mislintat, de opvolger van Overmars als directeur voetbalzaken.
De uittocht van mensen bij de Johan Cruijff ArenA doet denken aan het vroegtijdige vertrek van politici uit de Tweede Kamer, wat ik eerder al omschreef als een duiventil.
In meerdere opzichten is Ajax ook net een politieke partij. De club kent een lange geschiedenis van hoge pieken maar ook diepe dalen. Wanneer het goed gaat kraait er geen haan. Typisch is de Amsterdamse branie, het gevoel dat niets of niemand je wat kan maken. Hoe anders is de sfeer nu? Dit is tot nu toe het slechtst presterende Ajax in de geschiedenis. Dat blijkt ook wel uit de slangenkuil die de ArenA is geworden. Iedereen die bij Ajax binnenkomt lijkt te worden verslonden, opgeslokt en binnen de kortste keren weer uit te worden gespuugd.
De omgeving waarin Ajax opereert is dan ook complex. Er is een vocale achterban, speculatieve media, lobby in de vorm van opdringerige zaakwaarnemers en oud-spelers en een interne organisatie van spelers en werknemers met ieder een eigen mening. Het is ook akelig duidelijk dat de neuzen in Amsterdam niet allemaal dezelfde kant opstaan. En dat de druk van buiten een gigantische impact heeft op de interne besluitvorming.
Het meest pijnlijke vind ik nog dat er jarenlang is gewerkt aan de hand van een visie waarvan binnen mum van tijd niks meer over lijkt te zijn. Tijdens de vorige crisis bij Ajax in 2010 kwam Johan Cruijff vanuit Spanje over om de club te redden. De 'Fluwelen Revolutie' van Cruijff doet mij enigszins denken aan de comeback van Hans van Mierlo als D66-partijleider in 1985. Zij waren orakels van hun vakgebied en deelden een vooruitstrevende filosofie over hoe voetbal moest worden gespeeld en politiek moest worden bedreven. In beide gevallen moesten de basisideeën weer uit het vet worden gehaald. Het verleden werd aangeroepen om de toekomst te schetsen. In slechte periodes grijpt men logischerwijs terug op ervaring en zekerheid.
Bij Ajax hebben Louis van Gaal en Michael van Praag gezamenlijk de handschoen opgepakt. Aan hen de taak om de rust te laten wederkeren en de meest succesvolle voetbalclub van Nederland te helpen herinneren aan wie ze zijn en waar ze voor staan. Tegelijkertijd is het noodzakelijk dat er nieuwe mensen opstaan om Ajax de toekomst in te leiden. Bij voorkeur mensen die op kantoor wél hun gulp gesloten houden en niet ten behoeve van zichzelf lekken naar de Telegraaf.