Ahold en Philips helpen mee met het ondermijnen van de Amerikaanse democratie. De twee bedrijven hebben geld geschonken aan politici die de uitslag van de presidentsverkiezingen van 2020 ontkennen. Joe Biden won die verkiezingen met ruim 7 miljoen stemmen verschil, maar verscheidene Congresleden weigerden de uitslag te erkennen. Tot op de dag van vandaag zijn er gekozen Trump-gelovigen die volharden in de leugen. Uit onderzoek van NRC in samenwerking met de Amerikaanse organisatie Donations and Democracy blijkt nu dat Ahold en Philips deze verkiezingsontkenners financieel steunen.
“Terwijl politieke donaties door bedrijven in de VS zeer gebruikelijk zijn, is doneren aan antidemocratische kandidaten omstreden. Meer dan tweehonderd grote bedrijven beloofden na de bestorming van het Capitool niet meer te doneren aan Congresleden die tegen de verkiezingsuitslag stemden. Philips en Ahold deden zo’n belofte niet – zij doneerden binnen een half jaar na de bestorming van het Capitool aan politici die de verkiezingsuitslag weigerden te accepteren. Dit jaar, in aanloop naar de presidentsverkiezingen in november, kregen veertien van hen donaties van Philips of Ahold. Onder hen zijn politici die complottheorieën over de verkiezingen verspreidden en die tegen een onderzoek naar de bestorming van het Capitool stemden.”
Philips doneerde bijvoorbeeld aan Steve Scalise, de Republikeinse fractieleider in het Huis van Afgevaardigden. Scalise ontkent de nederlaag van Trump nog altijd en verspreidt complottheorieën over de verkiezingen van 2020. Door geld te schenken aan Scalise hoopt Philips makkelijker toegang te krijgen tot de invloedrijke politicus.
Update:
In een reactie laat Ahold weten “in geen enkel land waar het opereert financiële steun aan politieke partijen en politici” te geven. Het geld dat bij de werkelijkheid ontkennende Trump-fanaten terechtkomt, is volgens Ahold afkomstig van medewerkers en loopt via een PAC (Political Action Committee). “Deze donaties worden op tweepartijdige (‘bipartisan’) basis gedaan, aan zowel leden van de Republikeinse als Democratische partijen.”