AD en Volkskrant analyseren een probleem dat niet bestaat als je op de juiste manier naar de cijfers kijkt
‘Helft aanslagplegers heeft Marokkaanse achtergrond’ kopte het Algemeen Dagblad twee weken geleden, gevolgd door ‘Waarom keren juist zij zich toch tot de radicale islam? Tien dagen later vroeg ook de Volkskrant zich af waarom relatief veel terroristen een Marokkaanse achtergrond hebben en als jihadganger naar Syrië afreizen. De twee artikelen komen met vrij uiteenlopende redenen voor dit fenomeen, het AD wijdt het aan het feit dat de ‘lange arm van Erdogan’ niet ook de Marokkaanse gemeenschap omhelst en aan het gebrek aan afkeuring vanuit de gemeenschap. De Volkskrant daarentegen geeft maatschappelijke vervreemding, het terrorismebeleid van Marokko en de onderdrukking van de islam in francofone landen de schuld.
Er schort heel wat aan de argumentatie in beide artikelen. Zo heeft Marokko wel een minister van Islam, in tegenstelling tot wat het Algemeen Dagblad beweerde, en is de Volkskrant’s argument dat Marokko in eigen land zo’n streng anti-terrorismebeleid hanteert dat het ongewild jihadisme exporteert niet bijzonder toepasselijk op geradicaliseerde jongeren geboren in Europa, door de Volkskrant ook wel ‘westerse pubers die binnen een oogwenk in jihadistische moordmachines veranderden’ genoemd. Maar hoewel de argumentatie in beide artikelen hooguit zwak te noemen is en misschien zelfs te boek kan staan als schadelijk, ligt het grootste euvel de artikelen niet bij de beredenering maar bij het feit dat ze een onbestaand fenomeen proberen te verklaren.
Mensen met een Marokkaanse achtergrond zijn namelijk helemaal niet oververtegenwoordigd als het gaat om jihadisme. Zowel het Algemeen Dagblad als de Volkskrant spreken over twee verschillende zaken als ze het hebben over radicale islam of terrorisme: het aandeel van de gemeenschap dat een terroristische aanslag heeft gepleegd en het aandeel van de gemeenschap dat afreist naar de jihad. Mogen we beide kranten geloven dan zijn jongeren met Marokkaanse wortels meer geneigd tot deze zaken dan wie dan ook. In realiteit liggen de cijfers echter een stuk genuanceerder.
Als eerste de hoofdzaak van het artikel: de helft van de aanslagplegers in Europa heeft Marokkaanse achtergrond. Kijkend naar alle terroristische aanslagen in Europa sinds 2010 ontstaat er direct een ander beeld, slechts 30 procent van de aanslagplegers heeft een Marokkaanse achtergrond. Was ‘Europa’ echter een schoonheidsfoutje en bedoelden de kranten eigenlijk ‘de Europese Unie’ te noemen, dan is inderdaad te zien dat bijna de helft van de aanslagplegers sinds 2010 Marokkaanse wortels heeft. Hoewel deze uitspraak feitelijk dus klopt, is dit pas waar sinds de aanslag in Barcelona en Cambrils en wordt dit slechts veroorzaakt door het feit dat de terroristen daar met velen waren.
Wordt er echter gekeken naar welk percentage van alle aanslagen in de EU is gepleegd door mensen met een Marokkaanse achtergrond dan komt dit niet boven een derde deel van alle aanslagen uit. Als je de grootte van de Marokkaanse diaspora in acht neemt, is dit is zeer vergelijkbaar met andere demografische groepen moslims in Europa, zoals de Algerijnen [1]. In tegenstelling tot wat de Volkskrant beeldend beweert staat dit handjevol dus wel in verhouding met het aantal aanslagplegers met Marokkaanse wortels.
Ook in de tweede deler van het jihadisme, afreizen naar Syrië, zouden Marokkanen oververtegenwoordigd zijn volgens de kranten. Ook dit is niet waar. Hoewel het inderdaad correct is dat een onderzoek gebaseerd op 207 mensen aantoont dat 45% van de jihadgangers in Nederland een Marokkaanse achtergrond heeft, kan dat niet omschreven worden als ‘relatief veel.’ Marokkaanse Nederlanders beslaan namelijk, net als de Turkse Nederlanders, een van de grootste delen van de groep moslims in Nederland. Kijk je naar de verhouding tussen moslims met een Marokkaanse achtergrond en Syriëgangers met een Marokkaanse achtergrond is dit om en nabij gelijk aan de verhouding tussen moslims met een andere achtergrond en jihadgangers met dezelde achtergrond. Van de Egyptische Nederlanders, Somalische Nederlanders en Iraakse Nederlanders [2] vecht een vergelijkbaar deel mee met de IS.
De enige twee uitspringers zijn de zwaar oververtegenwoordigde groep autochtone moslims, waarvan relatief gezien bijna tien keer zoveel afreizen als mensen met een Marokkaanse achtergrond, en Turkse moslims, waarvan er bijzonder weinig vertrekken naar Syrië [3].
Door artikelen te publiceren die zodanig de aandacht trekken maar tegelijkertijd ook zo gestoeld zijn op zwakke argumentatie en onwaarheden, dragen de AD en de Volkskrant bij aan de verharding van het maatschappelijke debat in Nederland. Ze verstrekken voeding voor polarisatie en Marokkanenhaat. Hopelijk zien lezers in dat deze voeding slechts bestaat uit gebakken lucht.
[1] Van alle mensen in Europa met een Marokkaanse achtergrond pleegde 0,00059 procent een aanslag en van alle mensen met een Algerijnse achtergrond was dat 0,00044 procent.
[2] Van al deze groepen reist ongeveer 0,04 procent af naar Syrië, voor Marokkaans-Nederlandse moslims ligt dit percentage zelfs nog iets lager.
[3] Van autochtone moslims reist 0,3 procent af naar de jihad. Voor Turks-Nederlandse moslims ligt dit slechts op 0,007%.