In de verklaring over haar vertrek uit het kabinet benadrukte Nora Achahbar het belang van vertrouwen in de samenleving. Als voormalig staatssecretaris voor Toeslagen weet zij als geen ander hoe schadelijk het is als dat vertrouwen wordt beschaamd. “Wanneer mensen onrecht wordt aangedaan, sneuvelt het vertrouwen als eerst. Om het vertrouwen dan weer te herstellen is meer nodig dan compensatie van het aangedane leed. Voor herstel van vertrouwen is een overheid nodig die staat voor rechtvaardigheid en voor menselijkheid.”
Het ultrarechtse kabinet waar zij deel van uitmaakte, laat echter keer op keer blijken dat het niets heeft met waarden als menselijkheid. Achachbar besloot haar biezen te pakken nadat in de ministerraad was gezegd dat “antisemitisme in het dna van moslims of Marokkanen zit”. Ook werd er volgens ingewijden gerept van “kutmarokkanen” en “halalvreters”.
In plaats van olie op het water te gooien, gooide premier Dick Schoof olie op het vuur. Hij riep direct dat Nederland “een integratieprobleem” heeft en wees met de beschuldigende vinger naar “jongeren met een migratieachtergrond”. Ook tijdens het Kamerdebat over de rellen in Amsterdam ging het haatzaaien door.
Achachbar heeft daar genoeg van, maakte ze duidelijk. “De polariserende omgangsvormen van de afgelopen weken hebben een zodanige impact op mij gehad dat ik mijn positie als staatssecretaris van dit kabinet niet langer effectief kan en wil vervullen. De toon en de inhoud van het debat, zoals dat ook afgelopen week is gevoerd, is in strijd met mijn persoonlijke waarden en integriteit en in strijd met wie ik ben.”
“De polarisatie die wij nu in de samenleving zien, is gevaarlijk omdat het de onderlinge verbondenheid tussen mensen ondermijnt. Hierdoor zien we elkaar niet meer als medemens, maar alleen nog als tegenstander. Deze polarisatie creëert een kloof die wederzijds begrip en respect verstoort. Vreedzaam samenleven wordt daardoor steeds moeilijker. Wanneer we elkaar niet meer kunnen horen of begrijpen, raken we verstrikt in vijandigheid en verliezen we de mogelijkheid om samen te werken aan gemeenschappelijke doelen. Nederland heeft verbinding nodig.”