Vorig jaar december deelde ik al mijn observaties, en vooral morele en ethische tegenwerpingen, aangaande het geplande musical-event rond de Tweede Wereldoorlog, kortweg: ‘40-45 de Musical’. Een verschrikkelijke onderschatting van de vergankelijkheid van recente historische feiten en daarmee een abject idee. Nog altijd verschijnen boeken en beschouwingen rond oude feiten die in nieuw licht bezien een unieke tijd nader duiden. Tachtig jaar verder is er klaarblijkelijk tevens genoeg water onder de brug doorgegaan om dat afgrijselijke tijdperk in onvervalste kitch-vorm te billijken, en dan nog wel in het musical-genre!
“Welke mafkees van een producent heeft dit nu weer bedacht, of genuanceerder, waar begint de gedachte aan een oorlog als vorm van vermaak terwijl er op dit moment overal in de wereld onverteerbaar onzinnige oorlogen worden gevoerd en wellicht zelfs een derde Wereldoorlog om de hoek loert?! Was Soldaat van Oranje-De-Musical al een gotspe dan is nu toch wel de ultieme drempel van fatsoen geslecht. Binnenkort; Oekraïne- De Musical? Israël- de Musical?”
Ik haal mijn eigen tekst hier noodgedwongen aan omdat zich inmiddels een nieuwe dimensie aan dit gedrocht heeft toegevoegd in de figuur van journalist Frits Barend. Barend figureerde ooit in de verfilming van ‘De Avonden’ (1989) en daarna heeft hij dat kunstje naar mijn weten nooit meer herhaald.
IJdelheid en zelfoverschatting zij de man vergeven. Iedereen die zich ooit in de tv-spotlights begaf en daarmee eeuwige roem vergaarde, dompelt zich, vroeg of laat, bewust of onbewust, in dat warme ego-strelend bad. Het ouder worden in het algemeen en de daarmee gepaarde toename van sentimentaliteit vertekent logischerwijze eveneens de realiteitszin. Er zijn zeeën van tijd voor introspectie en in die maalstroom kunnen zaken heel goed ontsporen. Vermoedelijk, zo ook hier.
Het wordt echter een geheel andere zaak als men onder dubieuze vlag gaat varen en, wellicht ondanks juiste drijfveren, voor het verkeerde karretje wordt gespannen. Barends gedachtegang dat hij door een producent werd benaderd en dús enige importantie moet vertegenwoordigen is natuurlijk al glijdende schaal op zich. Anders dan in zijn functie als journalist doet hij dat natuurlijk geenszins. Hier had hij zich stevig achter de gevleide oren mogen krabben maar, in ’s mans eigen woorden, hakte hij“..na overleg met vrouw, kinderen en zelfs kleinkinderen” de knoop door en verbond zich voor vier maanden aan de heldenrol van Leon, de verzetsstrijder.
Toen men Barend aanvankelijk had gevraagd had hij nog wel als voorwaarde gesteld “Geen collaborateur..” te willen spelen (Waarom eigenlijk niet? Max Pam, ook al geen beroepsacteur, speelde onder regie van Theo van Gogh in ‘Terug naar Oegstgeest’ een NSB’er, en niet onverdienstelijk. Ischa Meijer bereikte zijn theatrale hoogtepunt in SS-uniform. Statement op het randje, maar lef kon hem niet worden ontzegd. Bijtend ironisch cynisme evenmin!).
Veel beter had Barend zich afgevraagd waaróm die Belgische producent uitgerekend hém wilde casten, of zou hem dat antwoord te ontluisterend ongemakkelijk zijn geweest? Koket mompelt Barend nog zoiets als “..Ze zochten een oude man”. Daarvan zitten er in het Nederlands acteursbestand duizenden en kunnen we als argument dus direct aan de hond opvoeren.
Zou Barend zich écht geen moment afgevraagd waarom men juist hém, of all people, heeft gevraagd? Dan is er des te meer reden hem te behoeden voor de val.
In diverse interviews legt hij uit dat er voor de doorslaggevende gedachte “Dat er tegen uitsluiting van wie je bent, Jood, Moslim, homo etc….” moet worden gestreden en dat dát de musical, en zijn rol, legitimeert.
Na 7 oktober was Barend “..Een ander mens geworden” en“ geschrokken van het oplaaiende antisemitisme”. Geen weldenkend mens twijfelt aan het belang racisme, antisemitisme en ander verwerpelijk gedachtegoed af te wijzen en bespreekbaar te maken. Stuk voor stuk valide redenen dus voor een buitengewoon zorgelijke wereldbeschouwing maar… als reden om in een musical te gaan staan? Is dat ineens de geëigende plaats voor deze loodzware thematiek? Acteurs die om den brode acteren hebben nog enigszins een alibi maar als niet-acteur, niet-zanger ontbreekt toch iedere noodzaak zou men zeggen. Laat staan dat men zich bij dergelijke grote zorgen als het opvlammend antisemitisme een musical als instrumentarium tot uiting daarvan kiest.
“..Het is echt niet alleen maar ellende, er wordt ook prachtig gezongen..”, dat hale je de koekoek Frits dat er mooi gezongen word, het gaat hier tenslotte om een musical! Barend (1947) schotelt ons de verontschuldigende woorden voor alsof er in de oorlog tussen alle wreedheden en ellende ‘Ook wel eens mooie liedjes klonken’! Ongetwijfeld onbedoeld cynisme maar net zo misplaatst als de historicus die ‘Er werd in de oorlog ook wel es gelachen’ debiteert.
Waarom zou men zich overigens bij zoveel twijfel uitputten in domme drogredenen? “Misschien ben ik naïef..” prevelt Barend nog aan de borreltafel bij Sven Kockelmann, wat dan vooral gaat om zijn veronderstelling dat ‘de jeugd’ door dit stuk zou worden gesticht en dat zij maar mogen begrijpen “Dat niemand mag worden uitgesloten om wat hij is… en wat daar dan de gevolgen van zijn..”.
Hij spreekt ook nog de hoop uit dat “..nieuwe Nederlanders dit gaan zien”. Het effect zal echter wel eens omgekeerd kunnen zijn: er wordt immers een spannende musical geproduceerd met ’spectaculaire scènes en heel wat special effects’ dus misschien viel het in het echt allemaal wel mee… en dan die mooie liedjes.
De site van deze musical maakt ons inmiddels lekker voor een avond vol verantwoord oorlogsvermaak. ‘Spectaculaire scènes met heel wat special effects. Het publiek zal geraakt worden… bijzonder technisch concept… rijdende tribunes… geluid via individuele koptelefoons… publiek word op een unieke wijze meegezogen in het verhaal”. Als u zich nu even wil terugtrekken om discreet te vomeren dan is dit wellicht het moment.
Zelfs de werving van figuranten weet men op zodanig brutaal, populistische wijze te ronselen dat de verbijsterde kaak niet verder op de grond kan zakken: “..Wil jij het toneel delen met grote musical-acteurs in een spectaculaire technische setting met 8 rijdende tribunes..?” Aan het feit dat hier een geënsceneerde vorm van oorlogstragiek word verbeeld wordt geen woord verspild. Ben je gek, het gaat hier om entertainment! Weet de jeugd immers veel.
Tot slot biedt de site ook nog een cadeaubon met gezellig ‘naborrelarrangement’. Daar zullen ongetwijfeld hoogdravende gesprekken worden gevoerd in een sfeervolle setting met veel blauw/grijs tinten en rollen prikkeldraad.
“Wat zit je eigenlijk tegen een hoop ellende aan te kijken hè..?”.
“Jaaha, maar er werd wel prachtig gezongen!”.
Cherubijntjes Theo van Gogh en Ischa Meijer slaan zich vast op de gevleugelde knieën bij het aanschouwen van al deze vrolijkheid. Hadden die twee deze tijden nog mogen beleven, dan waren hun scherpe pennen zeker instrumentaal geweest in de neergang van het doek alvorens deze wanvoorstelling begonnen was.
Het is kortom véel meer dan naïef beste Frits. Dit is, hopelijk, tijdelijke blindheid ingegeven door… ja, door wat in hemelsnaam? Herpak je daarom, houd de eer aan jezelf en stuur die producentenkliek met hun twijfelachtige intenties het bos in. Trek die journalistieke ader nog éen keer open: schrijf dat belangwekkende artikel/boek, maak dat kritische tv-thema-programma, ga spreekbeurten op scholen verzorgen, breng de oprechte verontruste boodschap voor het voetlicht in de werkelijkheid, maar alsjeblieft zonder theatrale pathos.