Het aantal megastallen in Nederland is sinds 2017 met een kwart toegenomen. Dat blijkt uit cijfers van de Wageningen University & Research (WUR). Ten opzichte van 2010 is het aantal zelfs verdubbeld. De intensieve veehouderij is verantwoordelijk voor een fikse uitstoot van metalen, stikstof en ammoniak, wat naast milieuschade ook leidt tot allerhande luchtwegproblemen en ook kanker bij mensen. Kleinschaligere boeren worden door de intensieve veeteelt verdrongen.
In 2021 stonden er 999 megastallen in Nederland. De helft daarvan gevuld met melkkoeien, iets meer dan een kwart met zeugen. Stichting Wakker Dier becijferde dat bijna de helft van alle zeugen in het land in een megastal staan. Terwijl de grootschalige veehouders als paddenstoelen uit de grond schoten, kelderde het totaal aantal boerenbedrijven de afgelopen vijf jaar juist met 14,7 procent.
In gesprek met NRC blijkt dat de WUR en Wakker Dier beide anders tegen de toename van de megastallen aankijken. Volgens WUR-onderzoeker Jaap van Os is het probleem vooral economisch. Door het groeiende aantal milieumaatregelen, moeten de boeren groeien om de bijbehorende kosten te kunnen opbrengen. Volgens hem duwt ‘het hele systeem de sector richting schaalvergroting’. Hij wijst erop dat het aantal dieren niet toeneemt, evenmin als de hoeveelheid stikstof. De totale hoeveel uitgestoten stikstof is de laatste jaren niet veranderd, het wordt wel minder verspreid.
Anne Hilhorst van Wakker Dier ziet dat anders: ‘Bij megastallen zijn de dieren ontzettend geconcentreerd. Zo’n grote stal vlak naast een natuurgebied heeft dus meer negatieve impact dan een aantal kleinere bedrijven die verspreid door het land staan.’ Naast de schadelijke gevolgen voor milieu en omgeving, is ook het risico op stalbranden en ziekte-uitbraken. Wakker Dier pleit dan ook voor een verbod op megastallen.