Tijdens de coronapandemie liepen de gemoederen flink op over de vraag of mondkapjes eigenlijk wel nuttig waren. Coronaontkenners gingen tekeer tegen de ‘mondluiers’, en ook OMT-voorzitter Jaap van Dissel twijfelde over de mondneusmaskers. Anderen zagen de maskers daarentegen als een eenvoudige maatregel om je te beschermen en de verspreiding van het virus af te remmen.
Wetenschappers bijten sindsdien hun tanden stuk op de vraag of en hoeveel de beschermende kapjes helpen tegen luchtwegvirussen. De redactie van het wetenschappelijke tijdschrift Clinical Microbiology Reviews heeft nu alle beschikbare informatie gewogen, meldt NRC. De krant sprak erover met Trisha Greenhalgh, hoogleraar huisartsgeneeskunde in Oxford, die het onderzoek leidde.
Haar conclusie: mondkapjes werken. “Als je de juiste maskers gebruikt”, voegt Greenhalgh daar aan toe. Weinig verrassend: FFP2-mond-neusmaskers beschermen een stuk beter dan de blauwe mondkapjes die minder goed aansluiten op het gezicht. Bij een volgende pandemie van een luchtwegvirus zou iedereen daarom FFP2-maskers moeten dragen, vindt de hoogleraar.
Omdat niemand graag mondneusmaskers draagt, hebben de onderzoekers ook gekeken naar de vermeende nadelen. De belangrijkste daarvan blijken imaginair.
“[Z]e vonden geen bewijs voor ernstige schadelijke effecten op bijvoorbeeld de ademhaling of op het hartritme. Het dragen van de maskers leidt niet tot een ophoping van giftig koolstofdioxide in het lichaam. Wél zijn er minder ernstige nadelen, zoals hoofdpijn en verergering van acné bij langdurig gebruik. En soms verergert het dragen van mondmaskers bepaalde klachten, zoals bij huisstofmijtallergie of hooikoorts, ernstige longziekten, hartfalen, aangezichtspijn of een angststoornis. In die gevallen zou een uitzondering moeten worden gemaakt als het dragen van mondmaskers weer verplicht wordt.”